E-CONTRACTEN:
'Kontrakten met diverse Korporatien en Gemeente Besturen of bijzondere personen, voor enkelde personen tegen betaling van f 60:- per hoofd jaarlijks, voor een onbepaalden tijd aangegaan, en alle andere van eene bijzondere soort.'

Zie voor een overzicht van alle contractvormen deze pagina.

Alle andere contractvormen zijn alleen voor organisaties. Een E-contract is de enige vorm die openstaat voor 'bijzondere personen', oftewel particulieren. In onderstaande overzicht kom je dan ook diverse voogden tegen die pupillen in de koloniën plaatsen, maar ook mensen die een puberzoon, een 'rare' oom, een lastige broer, een bejaarde vader of een aan lager wal geraakte notabel in de kolonie dumpen.
Duidelijk is dat er achter veel van deze plaatsingen GROTE familiedrama's en familieconflicten schuil gaan.

Dat maakt deze E-contracten erg interessant voor familie-onderzoekers, want meestal is nergens elders aangetekend dat zo'n persoon een aantal jaren in de koloniën van weldadigheid heeft gezeten.

Er zijn nauwelijks E-contracten bewaard gebleven. Er zitten een paar in inventarisnummer 1387. Daaronder diverse uit de periode 1851-1856 die dus niet in het hieronder genoemde contractenboek staan.

*******************************************************

De E-contracten staan tot en met maart 1842 genoteerd in het contractenboek inventarisnummer 1394. Dat boek volgt de lettervolgorde dus begint met A-contracten, dan B-contracten, enzovoort. Maar de E-contracten gaan op een gegeven moment verder achter de F-contracten.

Hieronder de in het contractenboek invnr 1394 genoteerde E-contracten. Ik heb uit dat invnr overgenomen
het contractnummer,
de naam van de contractant,
de datum dat het contract afgesloten is en
de naam van de persoon (= de 'bestedeling') die in de kolonie geplaatst is, en
de datum dat die persoon in de kolonie is aangekomen (wat in het invnr wordt benoemd als 'de datum dat het contract in werking is getreden').

Dat heb ik aangevuld met gegevens uit:
de kolonistendatabase (door mevrouw Kloosterhuis gemaakt op basis van stamboeken),
de stamboeken van de vrije koloniën (die zijn bewaard vanaf 01-06-1825 en daarom ontbreken meer gegevens uit de periode ervoor),
de designatieregisters in invnr 1395 (geen scans), en
het register van op contract geplaatsten invnr 1389 (vanaf 1829 hebben alle bestedelingen een B-nummer aan de hand waarvan zij in dit register te volgen zijn; zie de uitleg onder het kopje 'Over de registratie van op contract geplaatste personen en gezinnen' onderaan de overzichtspagina contracten).

*******************************************************

Er valt over het verblijf in de koloniën van deze bestedelingen meer te vinden:
 als de post van de permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid wordt doorzocht, maar dat laat ik aan familie-onderzoekers over;
als in invnr 1394 op B-nummer de bestedeling is gevonden, kan soms ontcijferd worden op welke hoevenummers hij/zij heeft gewoond en dat kan in de stamboeken van de vrije koloniën (invnrs 1346-) nagelopen (soms staan die hoevenummers al in de kolonistendatabase);
als er sprake is van een besluit in de vorm 'datum Nzoveel', kan

*******************************************************

Waar wordt bijgehouden welke E-contracten er afgesloten zijn NA maart 1842 is mij niet bekend. Ze staan meestal wel vermeld in inventarisnummer 1389 en op basis daarvan probeer ik op deze pagina een reconstructie te maken.

*******************************************************

E1: Armbezorgers der Algemeene Armen te Sloten plaatsen in 1818 Geeske Durks Gadsonides, 12 of 13 jaar oud. Sloten schrijft over haar 4 augustus 1818 en stuurt haar 30 oktober 1818 naar de kolonie waar ze bij de eerste proefkolonisten wordt ingedeeld. Zij wordt bedoeld als er op 16 december 1818 en 9 maart 1819 geschreven wordt over 'het weesmeisje bij Brandsma ingedeeld', zie pagina Brandsma. Op dat moment bestaan er officieel nog geen E-contracten. Aangetekend is: 'Het kontrakt is bij brieven gesloten.' Nergens is bijgehouden bij welke gezinnen zij verder zoal wordt ingedeeld. Alleen dat zij op verzoek van Sloten van de kolonie vertrekt en terug gaat naar Sloten op 30 oktober 1822.

E2: Mr. Jan Daniel van der Plaats te Leeuwarden (zie ook E10) sluit 30 mei 1820 een contract voor de plaatsing van Hendrik Douwes, 10 jaar, die in juni 1820 aankomt. Van der Plaats is toeziend voogd van Hendrik Douwes, zie een brief op deze pagina. De jongen verblijft bij gezinnen in Frederiksoord, hij deserteert op 25 januari 1825, maar wordt 29 januari 1825 weer teruggebracht en hij verlaat de kolonie met ontslag op 3 mei 1826.

E3: P. Nederlander te Leerdam sluit 18 juni 1820 een contract voor de plaatsing van Willem der Nederlanden, 2 jaar oud, en Marianne der Nederlanden, 3 maanden oud, die op 5 juli 1820 in de kolonie aankomen (opgehaald door de vrouw van Berkenkamp). P. Nederlander is een pseudoniem, zie deze pagina. Zoals op die pagina beschreven zullen de kinderen hun hele leven op de kolonie blijven.

E4: Het 'Armbestuur der Luthersche Gemeente' te 's Gravenhage sluit 13 juli 1820 een contract voor de plaatsing van Hendrik Willem Westhoff, 13 jaar, en Johanna Catharina Westhoff, 11 of 12 jaar, die later in juli 1820 aankomen. Ze worden ingedeeld bij diverse gezinnen in Frederiksoord en vertrekken met ontslag in respectievelijk 1824 en 1826.

E5: De Regenten van het Gereformeerd Weeshuis te Delft sluiten 27 september 1820 een contract voor de plaatsing van vijf jongens die in oktober 1820 op de kolonie aankomen. Het betreft Andries van der Beek, Hendrik Willem van Schie, Hendrik Wetsteen, Adam van Schie & Leendert van der Feijst, allemaal tussen de 17 en 19 jaar oud. Hun verdere geschiedenissen staan beschreven op deze pagina.

E6: De Regenten van het Gereformeerde Weeshuis te Delft sluiten 1 november 1820 een contract voor de plaatsing van Jacob Gooijer, leeftijd onbekend, die later in november 1820 aankomt en op 1 november 1822 met ontslag van de kolonie vertrekt.

E7: Johannes Gerardus Vorstman te Delft sluit 1 december 1820 een contract voor de plaatsing van zijn zoon Anthonij Jan Vorstman, 20 jaar, die 12 maart 1821 op de kolonie aankomt. Vorstman wil dat zijn zoon 'onder het meest moogelijke toezigt' gesteld wordt. Hoe dat afloopt is beschreven op deze pagina.

E8: Age Volkerse, notaris te Monnickendam sluit 21 december 1820 een contract voor de plaatsing van Bruining Nicolaas Craaij, 62 of 63 jaar, die 5 januari 1821 op de kolonie aankomt en wordt ondergebracht bij kolonist Harmeling in Frederiksoord. De voorgeschiedenis en het verloop van Craaij's verblijf op de kolonie staan beschreven op deze pagina.

(Tot hier gecheckt of de namen zijn opgenomen op de pagina 'Kolonisten')

E9: G.L. du Rochemont te 's Hertogenbosch sluit 24 januari 1821 een contract voor de plaatsing van Wilhelmina Leonora Mond, leeftijd onbekend maar vermoedelijk heel jong, die al op 14 september 1820 zonder voorafgaand overleg in de kolonie was aangekomen. Zij overlijdt 1 januari 1823.

E10: Mr. Jan Daniel van der Plaats te Leeuwarden (zie ook E2) sluit 15 februari 1821 een contract voor de plaatsing van Hette Ros, 8 jaar, die 21 maart 1821 in de kolonie aankomt en wordt ondergebracht bij de weduwe Weender in Frederiksoord. Hij verlaat de kolonie met ontslag op 21 maart 1824, zie brieven over hem op deze pagina.

E11: De Regenten van het Gereformeerd Weeshuis te Delft sluiten 19 maart 1821 een contract voor de plaatsing van Anthonij Star, 16 jaar, die 22 juli 1821 in de kolonie aankomt. 'Dit kontrakt is gesloten om dezen persoon bepaaldelijk in de kolonie de Ommerschans optenemen.' Star staat dan ook in het register van strafkolonisten met invnr 1442. Hij vertrekt 29 april 1823 om in militaire dienst te gaan, maar is 30 april 1823 al weer terug. Op 20 mei 1824 vertrekt hij echt om in dienst te gaan.

E12: De 'Diakonen der Doopsgezinde Gemeente' te Harlingen sluiten 4 april 1821 een contract voor de plaatsing van Trijntje Benzonides, leeftijd onbekend, die 22 april 1821 aankomt. Zij deserteert in september 1821 en wordt na terugkomst overgebracht naar de Ommerschans. Kortstondig onderdirecteur van de schans Fenner noemt haar 'een perzoon van haaren verstand beroofd', zie halverwege deze pagina. Zij overlijdt op de Ommerschans 28 mei 1822.

E13: M.W. Luber te Amsterdam (zie ook E30) sluit 13 april 1821 een contract voor de plaatsing van Willem Putman, 6 jaar oud, die 16 april 1821 aankomt en wordt ondergebracht kolonie 1 hoeve 22 bij de huisverzorger Johannes Ebert. Hij wordt 10 november 1829 opgenomen in het Instiruur voor Landbouwkundige Opvoeding in Wateren, met kwekelingennummer 4, en verlaat de kolonie met ontslag op 20 maart 1838. Er zijn hoogst interessante speculaties over zijn herkomst, zie op deze pagina..

E14: De 'Diakonen der Doopsgezinde Gemeente te Zaandam' sluiten 5 mei 1821 een contract voor de plaatsing van Gerrit Aarsen (kolonistendatabase Aardsen), 20 jaar, die op 22 mei 1821 aankomt en wordt ondergebracht bij De Kruijff, kolonie 1 hoeve 26. Na bij nog wat andere gezinnen te zijn ondergebracht, verlaat hij 3 juni 1826 de kolonie met ontslag.

E15: C. Kouwenhoven (voogd) te Amsterdam sluit op 8 mei 1821 contracten voor de plaatsing van Hermanus van der Linden, 10 jaar, en Pieter Willem van der Linden, 7 jaar, die 24 mei 1821 aankomen en worden ondergebracht bij kolonist Tersmetten. Zij zijn kinderen van wijlen Willem v.d.Linde en wijlen Sophia Kouwenhoven. Op 26 juli 1822 schrijft Kouwenhoven: 'Ik ben in de gelegenheid om de kinderen eene andere, meer overeenkomstig hunne geboorte, bestemming te geven.' Het contract wordt per 12 augustus 1822 beëindigd.

E16: 'Zijne Excellentie de Minister van Justitie' sluit op 27 september 1821 een contract voor de plaatsing van Heintje (of Hinkje) van der Vliert, 14 jaar, die was 'gekonfineerd in het Tuchthuis te Utrecht' en die op 20 november 1821 aankomt en wordt ondergebracht in de strafkolonie op de Ommerschans. In 1829 krijgt zij het nummer B961. Zij vertrekt met ontslag op 19 maart 1830.
Op dit contract wordt nog een kind geplaatst (zie ook E24 en E29).
- Grietje Helmigs, 16 jaar, komt 1 april 1823 aan. In 1829 krijgt zij het nummer B963. Zij wordt ondergebracht bij diverse gezinnen te Frederiksoord, tot zij op 24 juni 1837 van de kolonie deserteert.

E17: De 'Subkommissie te Nieuwendam en Zunderdorp' sluit 22 oktober 1821 en contract voor de plaatsing van '3 kinderen (als ingedeelden bij het huisgezin van W. Moen overgenomen)', welke kinderen op 2 oktober 1821 al zijn aangekomen. 'Deze overeenkomst bij brieven gesloten is geschied ten gevolge der weigering van het huisgezin van W. Moen, uit de kontributie van de subkommissie overgenomen, van niet anders dan tegen deze toelage, de indeeling dezer kinderen te willen toestaan.'
Geertje Blaauw vertrekt met ontslag 15 juli 1824, Hendrik Melgers wordt met het gezin van Moen naar de Ommerschans verwezen en overlijdt daar 29 maart 1826, Grietjes Budes trouwt 27 juni 1835 met kolonist Willem de Vries.

E18: De 'Regenten van het Luthersche Diakonie Wees- en Oude Mannen en Vrouwenhuis' te Amsterdam sluiten 12 december 1821 een contract voor de plaatsing van Hendrina Wagenaar, leeftijd onbekend, die 23 december 1821 aankomt en wordt geplaatst te Frederiksoord, maar die 26 november 1823 overlijdt.

E19: Susanna Verfaille, weduwe van P. Polman te Amsterdam, sluit 11 april 1822 een contract voor de plaatsing van Pieter Jacob Polman, 35 jaar, die 15 april 1822 aankomt, maar van de kolonie deserteert op 12 juli 1822.

E20: De 'Subkommissie van Weldadigheid te Broek in Waterland' sluit 11 april 1822 een contract voor de plaatsing van Neeltje Heijkamp, 15 jaar, die 28 april 1822 aankomt, wordt ondergebracht bij diverse gezinnen te Frederiksoord  en 21 maart 1828 met ontslag vertrekt.

E 21: Mr Wiardus Hora Siccama, 'notaris op het Hoogezand, Provincie Groningen, sluit 12 april 1822 een contract voor de plaatsing van Magdalena Fjipkes (kolonistendatabase: Foster, wiewaswie: Koster), 44 jaar, weduwe van Mattheus Bebing, die op 26 april 1822 aankomt, wordt ondergebracht bij gezinnen te Frederiksoord, tot ze op 31 maart van een niet genoemd jaar met ontslag vertrekt.

E22: De 'Regenten der Magistraats Armen Kamer te Schiedam' sluiten 5 november 1822 een contract voor de plaatsing van Jacob van der Zee, leeftijd onbekend, die al op 21 oktober 1822 was aangekomen en die op 20 februari 1823 overlijdt.

E23: F. Smeer, koopman te Rotterdam, sluit 9 februari 1823 een contract voor de plaatsing van Victor van Dijck (kolonistendatabase: van Dijk), 12 of 13 jaar, die op 14 maart 1823 aankomt en wordt ondergebracht bij huisverzorger Smit te Frederiksoord. Hij gaat op 28 juni 1824 als een van de eersten naar het Instituut te Wateren en vertrekt 19 juli 1825 met ontslag.

E24: De minister van Justitie sluit 1 februari 1823 een contract voor een 'onbepaald getal kinderen van geconfineerde vreemdelingen. Geen kinderen ingevuld, zie ook E29 en vooral E16. Er schijnt bij de administratie nogal wat verwarring te heersen over het contract met justitie.

E25; B. van der Haar, Lid van de Gedeputeerde Staten van Vriesland te Leeuwarden, sluit 26 februari 1823 een contract voor de plaatsing van Jan Hamstra, 16 jaar, die 16 maart 1823 aankomt. Een stukje brief van Van der Haar staat op deze (oude) pagina. Hij wordt eerst ondergebracht bij diverse gezinnen te Frederiksoord, maar wordt 3 december 1827 overgeplaatst naar het kindergesticht te Veenhuizen. In 1829 krijgt hij het nummer B968 Hij overlijdt 2 juni 1831 te Veenhuizen.

E26: De 'Diakonen der Luthersche Gemeente' te 's Gravenhage sluiten 13 maart 1823 een contract voor de plaatsing van Isabella Mertz, 19 jaar oud, die op 24 maart 1823 aankomt en wordt ondergebracht bij gezinnen in Wilhelminaoord tot zij 13 maart 1825 met ontslag vertrekt.

E27: F. Beelaarts van Blokland te Den Haag sluit 27 maart 1823 een contract voor de plaatsing van Willemina Anna Fuhring, zes jaar oud, die 20 april 1823 aankomt. Zij wordt ondergebracht bij gezinnen te Willemsoord en Frederiksoord, zij wordt 28 april 1827 overgeschreven op een van de contracten van het Algemeen Armbestuur van Den Haag en vertrekt 12 april 1836 met ontslag. 

E28: De 'Diakonen der Luthersche Gemeente' te 's Gravenhage sluiten 20 april 1823 een contract voor de plaatsing van Frederik Kristiaan Wetrens, 17 jaar, die aankomt op 4 mei 1823 en wordt ondergebracht in Wilhelminaoord tot op 11 maart 1826 het contract wordt opgezegd.

E29: De minister van Justitie (zie ook E24) sluit op 16 april 1823 een contract voor 'een onbepaald getal kinderen, beneden de 6, doch boven de 2 jaren, van gedetineerde vreemdelingen'. (NB: Dit contract is niet 60 gulden per jaar, maar 65 per kind per jaar, waarschijnlijk vanwege de jonge leeftijd.)  Op 29 juni 1823 arriveert Johannes Machiel Windt, vier jaar oud, de enige die op dit contract geplaatst is (maar zie ook E24 en vooral E16. Er schijnt bij de administratie nogal wat verwarring te heersen over het contract met justitie).
Hij wordt ondergebracht bij gezinnen te Frederiksoord en krijgt in 1829 het nummer B964. Hij deserteert 11 september 1830, maar wordt teruggebracht op 9 augustus 1834 en deserteert dan definitief op 23 augustus 1834.

30: M.W. Luber te Amsterdam (zie ook E13) sluit 18 jull 1823 een contract voor de plaatsing van Willem de Ruiter, 5 jaar oud, die 27 juli 1823 aankomt en wordt ondergebracht in kolonie 1 hoeve 22 bij de huisverzorger Johannes Ebert. Hij wordt 'een broeder' genoemd van Willem Putman (E13). De Ruiter gaat 19 maart 1830 over naar het Instituut te Wateren mry kwekelingnummer 8. Hij verlaat de kolonie met ontslag op 20 maart 1838. Interessante bespiegelingen over zijn herkomst zijn te bereiken via deze pagina.

E31: De 'Kerkeraad der Protestantsche Gemeente te Gend' sluit op 5 september 1823 een contract voor de plaatsing van Maria Elisabeth Maters, 8 jaar, geboren te Delft, die op 21 september 1823 aankomt. Zij wordt ondergebracht bij gezinnen te Willemsoord en beschreven als een 'braaf oppassend meisje'. In 1829 krijgt zij het nummer B970. Ze wordt 18 november 1833 overgeschreven op het algemene contract met de Staat voor de overname van 4.000 wezen, maar ze blijft in Willemsoord wonen, waarvandaan zij op 30 april 1835 met ontslag vertrekt.

E32: J.H. Schweben te Schiedam sluit op 26 september 1823 een contract voor de plaatsing van Nicolaas Nelissen, die op 17 oktober 1823 aankomt en wordt ondergebracht in Willemsoord, maar die al in juni 1824 weer met ontslag vertrekt.

E33: B. van Steenwijk te Dokkum sluit 30 december 1823 een contract voor de plaatsing van Douwe Petrus van Steenwijk die 24 februari 1824 aankomt in de Ommerschans en over wie zoveel te vertellen valt dat het hier niet past. Een gedeelte van zijn lotgevallen staat op deze pagina.

E34: Het ministerie van Binnenlandse Zaken contracteert voor 4.000 weeskinderen. Een foutieve vermelding die ook is doorgehaald omdat de met het ministerie BZ aangegane contracten elders geadministreerd worden.

E35: De 'Regenten van het Roomsch Katholijk Weeshuis' te Alkmaar contracteren op 23 april 1824 voor de plaatsing van drie personen, die op 5 mei 1824 aankomen:
- Cornelis Nicolaas Goudsbloem, 40 jaar. Hij begint aan een langjarige koloniale carrière met veel verhuizingen, diverse gevallen van dronkenschap en twee verbanningen naar de strafkolonie, tot hij 27 februari 1852 te Frederiksoord overlijdt. Het geheel is beschreven op deze pagina.
- David Schouten , 24 jaar. Hij trouwt na enkele jaren met de weduwe bij wie hij is ingedeeld en blijft tot zijn dood op 24 juli 1868 kolonist. Het fantastische bemiddelingswerk dat aan het huwelijk voorafgaat en zijn verdere geschiedenis zijn beschreven op deze pagina.
- Maria de Vrede, 20 of 21 jaar oud. Een rampzalige koloniale carrière vol met tuchtraden, tot zij 19 augustus 1843 met ontslag vertrekt. Het geheel is beschreven op deze onaffe pagina.

E36: De 'Diakonen der Hervormde Gemeente' te Oostgraftdijk sluiten 4 mei 1824 een contract voor de plaatsing van Pieter Krom, 11 jaar, en Cornelis Krom, 9 jaar, die op 10 juni 1824 aankomen. Pieter wordt ondergebracht bij de huisverzorger Ebert op hoeve 32 van Frederiksoord en Cornelis bij de kolonist Zwier (zie deze pagina) op hoeve 22 van Wilhelminaoord. Het contract wordt 'opgezegd tegen 10 Juny 1828 en den Directeur verzogt hen tegen dien tijd te ontslaan, waar aan gunstig gevolg is gegeven.'

E37: W. Cnoop Koopmans te Utrecht, sluit op 29 mei 1824 een contract voor de plaatsing van Cornelia Clasina de Meijer (kolonistendatabase: Clasina Cornelia de Meijer), 29 jaar, die op 13 juni 1824 aankomt en wordt geplaatst in Frederiksoord, tot zij 13 juni 1828 met ontslag vertrekt.

E38: De 'Diakonen der Luthersche Gemeente' te Utrecht sluiten 5 juni 1824 een contract voor de plaatsing van Christoffel Weymans, 18 jaar, die 4 juli 1824 aankomt en wordt geplaatst in Wilhelminaoord, tot hij 6 juli 1830 wordt overgeplaatst naar Veenhuizen op het algemene (kinder)contract met het Gouvernement. Hij heeft dan het weesnummer 2111 en hij verlaat Veenhuizen met ontslag op 19 april 1836.

E39: H.P. Langelaar, weduwe Helmcke te Utrecht sluit 29 juli 1824 een contract voor de plaatsing van Jacob Karel Helmcke (kolonistendatabase: Helmkce), 35 jaar, die 8 augustus 1824 aankomt en wordt geplaatst in Wilhelminaoord. Hij werkt op het Algemeen Bureau te Frederiksoord, zie deze rechtszaak of dit verhaaltje. Het contract wordt 8 augustus 1825 beëindigd.

E40: Het Stads Armbestuur te 's Gravenhage sluit 5 augustus 1824 een contract voor de plaatsing van Anna Katharina Emmers, 27 jaar, die 13 augustus 1824 aankomt. Het contract vervalt als zij 26 juni 1829 trouwt met de kolonist Willem de Vries.

E41: Mejuffrouw Johanna Schrijver te 's Gravenhage sluit 14 oktober 1824 een contract voor de plaatsing van haar broer Cornelis Schrijver die 1 september 1824 al is aangekomen en is ondergebracht bij de weduwe Alblas in Frederiksoord. Tot hij op 18 oktober 1824 'zich door een pistoolschot van het leven beroofd' (zie deze pagina).

E42: Het 'bestuur der afdeeling 's Gravenhage van het Nederlandsch Genootschap ter Zedelijke Verbetering der Gevangenen' sluit op 10 juni 1825 een contract voor de plaatsing van Sophia Beek 'ter vestiging in een bedelaars etablissement'. Maar 'de opzending geen plaats gehad hebbende is dit kontrakt vervallen'.

E43: Nicolaas Schrant te 's Gravenhage sluit op 26 mei 1825 een contract voor de plaatsing van Johannes Nicolaas van Willigen, 56 jaar, die 9 juni 1825 aankomt. Hij wordt ingedeeld bij kolonist Dijkshoorn op hoeve 30 van Frederiksoord.
Op 4 juli 1825 schrijft de directeur der koloniën, invnr 75:

De persoon van J.N. van Willigen van wiens aanstaande komst in de kolonien ik bij missive der Perm. Komm. dd. 28 meij N185 wierd geinfor­meerd, is sedert dien tijd aangekomen, en bij den kolonist Dijkshoorn inge­deeld, zoo als nader in de staat op heden verzonden word vermeld.

Doch daar deezen man tot geen een werk, nog op het land, nog in de fabriek, zelfs niet tot pluizen van wol, nog op het Bureau in staat is en dus geheel zonder eenige verdienste, door een of ander huisgezin zoude moeten worden gekleed en onderhouden, neem ik de vrijheid te verzoeken auth. om aan van Willigen eenige onder klederen, en vervolgens 15 stuiv. per week ten zijnen behoeve, aan een huisgezin, voor rekening der Maatschappij te mogen verstrekken.

Of die uitkering doorgaat weet ik niet, maar het is van niet al te lange duur. Johannes Nicolaas van Willigen overlijdt op de kolonie op 31 maart 1826.

E44: Arnoldus Bogaerts te Haarlem sluit op 25 juni 1825 een contract voor de plaatsing van zijn zoon Leonardus Boogaerts, (kolonistendatabase Bogaars), 40 jaar, die 9 juli 1825 aankomt en wordt ingedeeld bij kolonist Gerritsma te Frederiksoord. Volgens de kolonistendatabase heeft hij een vrouw en kind voor wie hij een huis te Nijensleek huurt. Hij werkt voor de algemeen boekhouder, maar is daar volgens de diretie ongeschikt voor. Hij deserteert 24 juni 1826.

E45: A. van Steenis te 's Gravenhage sluit op 14 juni 1825 een contract voor de plaatsing van Elisabeth van Steenis, 14 jaar, die op 10 juli 1825 aankomt. Ze wordt ondergebracht bij kolonist Götz op hoeve 4 van Frederiksoord en gaat op 23 april 1827 over naar kolonist Hendrikus Krabshuis op hoeve 29 van dezelfde kolonie, waarvandaan ze op 30 juni 1829 met ontslag vertrekt. NB: Ze komt, als 'Steens' voor op de 'Nominatieve lijst der leerlingen, in de onderscheidene koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, die in het voorjaar van 1826 van de verpligting tot het ter school komen ontslagen hebben kunnen worden' in het maandblad van de Maatschappij de Star van 1826 op pagina 652.

E46: J. Schouberg te 's Gravenhage sluit 7 november 1825 een contract voor de plaatsing van Karel H. Schouberg, leeftijd onbekend, die 25 november 1825 aankomt en wordt ondergebracht bij een gezin in Frederiksoord. Hij wordt 9 december 1825 verwezen naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij 27 februari 1826 overlijdt.

E47: E. Schrikkel, weduwe van A. Seijffer te 's Gravenhage sluit 7 november 1825 een contract voor de plaatsing van Anna Christina Seijffer, leeftijd onbekend, die 25 november 1825 aankomt en wordt ondergebracht bij een gezin in Frederiksoord, vanwaar ze november 1826 met ontslag vertrekt.

E48: J. Oosterhoff te Amsterdam sluit 21 december 1825 een contract voor de plaatsing van Barend Oosterhoff, 40 jaar, die 3 januari 1826 aankomt. J. Oosterhoff is een broer van B. Oosterhoff en heem hem 'voor het leven' in de kolonie geplaatst. Barend Oosterhoff heeft een immens rommelige koloniale carrière, is zowel 'opziener der jagt en bosschen' als strafkolonist, geen enkel koloniaal gezin houdt het lang met hem vol en uiteindelijk keert hij op 17 juni 1839 niet van verlof terug.

E49: W. Slotboom te 's Gravenhage sluit 18 april 1826 een contract voor de plaatsing van drie personen:
- Johanna Reitenbach weduwe Lambertus de Koning, 49 jaar,
- Gerdina Francina Maria Johanna de Koning, 11 jaar, en
- Johannes Louis Karel Verheij, 3 jaar.
Slotboom is een zwager van Reitenbach. De drie komen 25 maart 1826 in de kolonie aan en worden ingedeeld bij een heleboel gezinnen die hun niet lang willen hebben. Na een desertie en verbanning naar de strafkolonie vertrekken Reitenbach en Verheij met ontslag op 16 februari 1839. Gerdina de Koning was eerder al gedeserteerd.

E50: De Regenten van het Wees- en Armenhuis te Zaandam sluiten 15 juli 1826 een contract voor de plaatsing van Maartje Chaffo, maar het gaat niet door 'als hebbende de opzending geen plaats gehad'.

E51: Mejuffrouw C.van Wije te Amsterdam sluit 30 augustus 1826 een contract voor de plaatsing van Everdina Moole, 18 jaar, die 2 oktober 1826 aankomt en wordt ondergebracht bij de huisverzorger Abraham Smit te Frederiksoord, vanwaar zij mei 1828 met ontslag vertrekt.

E52: De 'Burgemeester en Wethouderen' van Haarlem sluiten op onbekende datum een contract voor de plaatsing van Catharina Elizabeth Leeuwerik, maar het gaat niet door 'als hebbende de opzending geen plaats gehad'.

E53: P. Roelofswaard te 's Gravenhage sluit 7 november 1826 een contract voor de plaatsing van Johannes Everd Roeloofswaard, maar het gaat niet door wegens 'het in militaire dienst treden van den bestedeling'.

E54: De Armenvoogden te Jisp sluiten op 25 april 1827 een contract voor de plaatsing van Neeltje Rensen, 20 jaar, die op 15 mei 1827 aankomt. Zij is volgens de directie 'zwak begaafd' en 'zo vuil dat het naar het dierlijke gaat'. In 1829 krijgt ze het nummer B976. Ze wordt ondergebracht bij een heleboel gezinnen te Frederiksoord en Willemsoord, tot ze wordt overgeplaatst naar het tweede gesticht te Veenhuizen, waar zij 28 december 1850 overlijdt.

E55: G. Vermeulen te 's Gravenhage sluit op 27 april 1827 een contract voor de plaatsing van Johannes Christiaan Vermeulen, 34 jaar, die op 27 mei 1827 aankomt. Hij wordt geplaatst bij diverse gezinnen in Frederiksoord en Wilhelminaoord, tot hij 27 mei 1828 met ontslag van de kolonie vertrekt.

E56: J.H. van Gelder te Amersfoort en A. van Gelder te Nijkerk sluiten 15 november 1827 een contract voor de plaatsing van Willemijntje van Gelder, 24 jaar, die op 5 december 1827 aankomt. Zij wordt ingedeeld bij de huisverzorger Abraham Smit op hoeve 11 van Frederiksoord, tot zij op 22 oktober 1828 van de kolonie deserteert.

E57: E. Spereboom te Deventer sluit op 28 december 1827 een contract voor de plaatsing van Alberdina Tribat (of Triboot) weduwe D.H. Spereboom, die op 7 januari 1828 aankomt en wordt ondergebracht bij kolonist Gerben Scheltes Brandsma op hoeve 6 van Frederiksoord. Op 11 mei 1829 is zij niet van verlof teruggekomen, maar op 22 juni 1829 is zij er wel en wordt dan ondergebracht bij kolonist Hameka te Frederiksoord. Het contract vervalt door de opzegging per 1 november 1829, dus dan zal Tribat ook van de kolonie vertrokken zijn.

E58: J. Leesberg te 's Gravenhage (zie ook E76) sluit op 6 februari 1828 een contract voor de plaatsing van Johannes van Lanthem, 51 jaar, die 2 maart 1828 aankomt en in 1829 het nummer B977 krijgt. Hij ziet verschrikkelijk veel koloniale huishoudens van binnen, waar ze hem allemaal niet lang willen houden, deserteert tussentijds een keertje, staat diverse malen voor de tuchtraad en zit van 2 maart 1839 tot 6 oktober 1840 in de strafkolonie op de Ommerschans. Uiteindelijk overlijdt hij 22 april 1857 te Frederiksoord. NB: Johannes Leesberg is een aantal jaren lid van de landelijke Commissie van Weldadigheid, het hoogste orgaan van de Maatschappij van Weldadigheid.

E59: De 'Regenten van het Engelsche Weeshuis' te Amsterdam sluiten 26 februari/1 maart 1828 een contract voor de plaatsing van Marcus Melchior Helinga, 14 jaar, die 6 maart 1828 aankomt en wordt ondergebracht bij gezinnen te Frederiksoord, tot hij op 22 juli 1829 met ontslag vertrekt.

E60: Michel Ribel (of Revel) te Utrecht sluit 21/24 maart 1828 een contract voor de plaatsing van Jansje Dieren, 14 jaar, geboren te Geldermalsen, die 16 april 1828 aankomt en wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen. In 1829 krijgt zij het nummer B978 en zij verlaat de kolonie met ontslag op 20 mei 1830.

E61: Hiltje Winters, Wed. J. Cloppenburg te Leeuwarden sluit 24 maart/5 april 1828 een contract voor de plaatsing van Jan Cloppenburg (of Kloppenburg), 8 jaar, die aankomt op 4 mei 1828 en wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord. In 1829 krijgt hij het nummer B979 en hij verlaat de kolonie met ontslag op 1 mei 1840.

E62: Isabella Appelton, weduwe Jan Romkes Smit te Amsterdam sluit 2/3 mei 1828 een contract voor de plaatsing van drie personen: Avina Elisabeth Romkes Smit, 12 of 13 jaar, Jan Romkes Smit, 9 of 10 jaar, en William Romkes Smit, 7 of 8 jaar. Zij komen aan op 5 mei 1828 en worden ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen. Ietsje meer over hen staat op deze pagina. Op 19 april 1829 houdt het contract op en verlaten de kinderen de kolonie.

E63: De 'Diakenen der Doopsgezinde Gemeente te Harlingen' sluiten 25/28 juni 1828 een contract voor de plaatsing van Apolonia D. Reitsma, 41 jaar, die 12 juli 1828 aankomt, in 1829 het nummer B980 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord tot zij 13 juli 1831 met ontslag gaat. Maar... zij komt terug, zie E85.

E64: Barholomeus van Holten te 's Gravenhage sluit 19 augustus 1828 een contract voor de plaatsing van Willem Diederik Dirks, 34 jaar, die 28 augustus 1828 aankomt en wordt ondergebracht bij kolonist Kranendonk op hoeve 15 te Frederiksoord, tot hij op 17 mei 1829 van de kolonie deserteert.

E65: De 'Diakenen der Evangelisch Luthersche Gemeente' te Groningen sluiten 24 oktober 1828 een contract ter plaatsing van Jacob J. Suhrstedt, 37 jaar, die tot dan toe in het bedelaarsgesticht zat (F 1491) maar op 28 oktober 1828 in de vrije koloniën komt en wordt ondergebracht bij gezinnen te Willemsoord, tot hij 30 maart 1853 in die kolonie overlijdt.

E66; Adriana Prince weduwe Johannes Snelle te Geertruidenberg sluit 24 februari/15 maart 1829 een contract voor de plaatsing van Franciscus Snelle, maar het gaat niet door want Snelle is 'niet aangekomen. Indien hij langer weg blijft, dan daarover aan den Burgemeester van Geertruidenberg schrijven'. Op 10 december 1829, invnr 101 scan 569, laat die burgemeester weten dat Franciscus Snelle Geertruidenberg heimelijk heeft verlaten en zich heeft geëngageerd voor de dienst in de overzeese koloniën en al naar Java is afgereisd.

E67: Grietje Schraa weduwe van Varick te Amsterdam sluit 17/21 maart 1829 een contract voor de plaatsing van Johanna van Varick, 16 jaar, die 26 maart 1829 aankomt. De bedoelingen van de weduwe met de plaatsing zijn 'goede surveilliance, opwekken tot arbeidzaamheid en een wakend oog op het zedelijk gedrag van haar dochter'. Na een jaar, op 31 maart 1830, keert Johanna terug naar haar moeder. Zie meer uitgebreid deze pagina.

E68: Pieter Jacob Muller te Landsmeer sluit 26/30 maart 1829 een contract voor de plaatsing van Jannetje Voogt (of Voogd), 28 jaar, geboren te Broek in Waterland, die 8 april 1829 aankomt, het nummer B983 krijgt en wordt ondergebracht bij kolonist Wijshoven op hoeve 44 van Frederiksoord, tot zij op 14 november 1829 deserteert. NB: Pieter Jacob Muller is burgemeester van Landsmeer.

E69: J.J. Arends te Arnhem sluit 30/31 maart 1829 een contract voor de plaatsing van Hendrik Arends, 47 jaar, geboren te Maastricht, die 2 mei 1829 aankomt, het nummer B984 krijgt en wordt ondergebracht bij diverse gezinnen in Frederiksoord en Wilhelminaoord, waaronder bij Josine Gramser weduwe Cornelis Frankot, met wie hij 18 augustus 1831 in het huwelijk treedt, waarna hij de rest van zijn leven kolonist is.

E70: Johannes van der Heij te Amsterdam sluit 28 september 1829 een contract voor de plaatsing van Johannes van der Heij Gijsbertszn, 23 jaar, die 14 oktober 1829 aankomt, het nummer B985 krijgt en bij diverse gezinnen te Frederiksoord wordt ondergebracht, tot hij op een gegeven moment op onverklaarbare wijze uit de boeken verdwijnt. NB: Johannes van der Heij is de drukker van de maandbladen van de Maatschappij.

E71: Johannes Dingemans te 's Gravenhage sluit 14 oktober 1829 een contract voor de plaatsing van Jacob de Vogel, 28 jaar, die 2 november 1829 aankomt, het nummer B986 krijgt en wordt ingedeeld bij diverse gezinnen te Frederiksoord, tot hij terechtkomt in het gezin van Hubrecht de Ruiter waar nog een ongehuwde dochter woont met het voorspelbare gevolg, zie daarover deze pagina onder het kopje 'Ingedeelde'.

E72: De 'Regenten van het Algemeen Wees- en Armhuis aan den Helder' sluiten 18 december 1829 een contract voor de plaatsing van Nicolaas van Assen die uiteindelijk echter niet naar de kolonie wordt opgezonden.

E73: Gerardus van den Akker te Amsterdam sluit 26 maart 1830 een contract voor de plaatsing van Regina van den Akker, 18 jaar, geboren te Groningen, die op 13 april 1830 aankomt, het nummer B987 krijgt en wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, vanwaar zij op 16 maart 1832 met ontslag vertrekt.

E74: Baronesse van Knobelsdorf tot de Gelder te Wijhe sluit 24 mei 1830 een contract voor de plaatsing van Joseph Viasinski, 42 jaar, geboren te Polen, die 15 juni 1830 aankomt, het nummer B982 krijgt en bij een heleboel gezinnen te Frederiksoord wordt ingedeeld, tot hij 27 november 1856 overlijdt.

E75: Het 'Heilige Geest Armbestuur' van Oegstgeest sluit 24 mei 1830 een contract voor de plaatsing van Gerretje (of Grietje) van der Does, 21 jaar, die 16 juni 1830 aankomt, het nummer B983 krijgt en wordt ondergebracht in het gezin van kolonist Jan Wardenier sr. op hoeve 5 van Willemsoord, tot zij op 19 mei 1832 met ontslag vertrekt.

E76: J. Leesberg te s Gravenhage sluit 17 juni 1830 een contract voor de plaatsing van Johannes Hahn, maar het gaat niet door want hij 'schijnt niet te worden opgezonden'. Zie over Leesberg ook E58.

E77: Jan Doyer te Haarlem sluit 19 juni 1830 een contract voor de plaatsing van Assuerus Doyer, 32 jaar, die 30 juni 1830 aankomt, het nummer B989 krijgt, en wordt 'ingedeeld bij den Boekhouder Pouli'. Hij wordt te werk gesteld op het Algemeen Bureau te Frederiksoord, eerst als schrijver, later als assistent van de boekhouder van de directeur. Per 11 oktober 1831 wordt het E-contract vervallen verklaard en staat Doyer als employé in het ambtenarenregister (folio 5 van invnr 998, geen scans).
Vermoedelijk neemt hij diens woning over als Pouli 1 augustus 1832 ontslagen wordt. Hij blijft werkzaam op het Bureau tot zijn overlijden op 6 juni 1847.

E78: A. Oosterveen te Schiedam sluit 22 juli 1830 een contract voor de plaatsing van Cornelis Oosterveen, 42 jaar, die 1 augustus 1830 aankomt, het nummer B990 krijgt en begint aan een koloniale carrière die zo uitgebreid is dat ik er een aparte pagina aan gewijd heb.

E79: De Armenvoogden der gemeente Broek in Waterland sluiten 14 februari 1831 een contract voor de plaatsing van Hilletje Kok, die 15 februari 1831 aankomt, het nummer B973 krijgt en wordt ondergebracht bij het gezin van wijkmeester Van Dijk op hoeve 21 van Wilhelminaoord.
Na zwanger te zijn geraakt door de genoemde wijkmeester, beschreven in De strafkolonie pag 147-149, trouwt ze met de bejaarde kolonist-weduwnaar Steunenberg, waarmee per 4 december 1831 het E-contract is beëindigd. Na de dood van Steunenberg op 12 augustus 1832 worden zij en haar kind weer als bestedelingen bij diverse gezinnen ingedeeld, tot ze 21 juni 1834 van de kolonie deserteren.

E80: De 'Diakenen der Vereenigde doopsgezinde Gemeente' te Amsterdam sluiten 18 juli 1831 een contract voor de plaatsing van Maria de Haas, 19 jaar, die 1 augustus 1831 aankomt en het nummer B978 krijgt. Zij wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, waar zij 6 juni 1833 met ontslag vertrekt.

E81: M.K. van der Vijser te Vrijenban bij Delft sluit 14/18 oktober 1831 een contract voor de plaatsing van Alida Henrietta van der Haar, 15 jaar, geboren te Amsterdam, die 27 oktober 1831 aankomt en het nummer B968 krijgt. Zij wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, waar zij 30 oktober 1834 met ontslag vertrekt.

E82: 'Den Kerkenraad der Hervormde Gemeente van Voorschoten en Veur' sluit 17/21 december 1831 een contract voor de plaatsing van Johan Carel Voorbrood, 49 jaar, die 19 december 1831 aankomt en het nummer B984 krijgt. Hij wordt twee maal tot de strafkolonie veroordeeld, waar hij uiteindelijk 8 mei 1849 overlijdt. Zie halverwege deze pagina over zijn optredens voor de Raad van Politie en Tucht.

E83: De weduwe C. Bresler sluit 24 februari 1832 een dubbel contract voor de plaatsing van Pieter Bresler, 43 jaar, en zijn vrouw Neeltje Apolonia van Hoogenhuizen, 49 jaar, die 8 maart 1832 aankomen en de nummers B991 & B992 krijgen. Zij worden samen ondergebracht bij een heleboel gezinnen in Frederiksoord, waar uiteindelijk Van Hoogenhuizen overlijdt op 14 februari 1845 en Bresler op 12 november 1846.

E84: J.A. van Veldhuizen en J.J. van Veldhuizen sluiten 14 april 1832 een contract voor de plaatsing van Josuah Hermans van Veldhuizen, 33 jaar, die 20 april 1832 aankomt en het nummer B988 krijgt. Hij wordt ingedeeld bij diverse gezinnen, maar moet na 'onzedelijken omgang' met een kolonistenweduwe van 29 maart 1833 tot 11 november 1835 verblijven in de strafkolonie op de Ommerschans. Daar komt hij later nog een paar keer terecht en uiteindelijk vertrekt hij pas op 7 juli 1861 met ontslag.

E85: De 'Diakenen der Doopsgezinde Gemeente' te Harlingen sluiten 2/7 februari 1833 een contract voor de plaatsing van Appolonia Reitsma, 46 jaar, die eerder al eens in de kolonie is geweest (zie E63) en die nu opnieuw aankomt op 3 maart 1833 en opnieuw het nummer B980 krijgt. Ze wordt ingedeeld te Frederiksoord, tot zij 23 februari 1834 trouwt met de kolonist-weduwnaar Thoss.

E86: J.T. Lenstra te Muggebeet sluit 22/28 februari 1833 een contract voor de plaatsing van Francina Nak, 4 maanden oud, geboren te Nijensleek, die 24 maart 1833 aankomt en het nummer B987 krijgt. Francina Nak is het (onechte) kind van de kolonistendochter Elisabeth Nak, Lenstra is de werkgever van Elisabeth Nak. Het kind zal vier jaar wonen bij haar grootouders, het kolonistengezin Nak op hoeve 27 van Frederiksoord en 24 maart 1837 van de kolonie weg gaan. Zie de betreffende stukken op deze pagina.

E87: C.G. Merkus te Amsterdam sluit 12 maart 1833 een contract voor de plaatsing van Suzanna Elisabeth van Hierden, 13 jaar, die 28 maart 1833 aankomt en het nummer B986 krijgt. Zij wordt ingedeeld bij kolonist Götz in Frederiksoord, maar deserteert al van de kolonie op 24 november 1833.

E88: C. Vrijthoff weduwe J. van der Toorn te s Hage sluit 4 april 1833 een contract voor de plaatsing van Gregorius Johannes van der Toorn, 47 jaar, die 21 april 1833 aankomt en het nummer B973 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij diverse gezinnen te Frederiksoord, tot hij 6 januari 1840 overlijdt. Zie voor meer en over het leed eenes moeders op deze pagina.

E89: Het 'StadsArmbestuur' van 's Gravenhage sluit 18 juni 1833 een contract voor de plaatsing van drie personen:
- Martinus van Rossum, 36 jaar, die 28 juni 1833 aankomt en het nummer B962 krijgt. Hij wordt ingedeeld bij diverse gezinnen te Frederiksoord en Willemsoord, maar volgens een notitie in invnr 1389 gaat hij op een gegeven moment naar de Ommerschans en het tweede gesticht te Veenhuizen. Hij overlijdt 3 februari 1839.
- Catharina Margaretha Koster, 32 jaar, die 4 juli 1833 aankomt en het nummer B966 krijgt. Zij wordt ingedeeld bij een heleboel gezinnen in Wilhelminaoord en Frederiksoord en overlijdt 15 oktober 1840.
- Hendrika Breemer, 33 jaar, die 4 juli 1833 aankomt en het nummer B967 krijgt. Zij wordt ondergebracht bij een heleboel gezinnen in meerdere koloniën en volgens een notitie in invnr 1389 gaat zij op een gegeven moment naar de Ommerschans en het tweede gesticht te Veenhuizen. Zij overlijdt 24 juli 1849.

E90; G.J. Pijman Jr te Utrecht sluit 24/30 juni 1833 een contract voor de plaatsing van Johannes Meijer, 7 jaar, geboren te Amsterdam, die 16 juli 1833 aankomt en het nummer B964 krijgt. Hij wordt ingedeeld bij diverse gezinnen te Frederiksoord, tot hij op 23 juli 1841 naar het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding te Wateren gaat. Hij heeft kwekelingnummer 44 in de invnrs 1582 en 1611. Vandaar gaat hij 2 mei 1846 met ontslag.

E91: De 'Regenten van het Luthersche Diaconie Weeshuis' te Amsterdam sluiten 23 juli 1833 een contract voor de plaatsing van Paulus Heerema, bijna 17 jaar, die 4 augustus 1833 aankomt en het nummer B983 krijgt. Hij wordt ingedeeld bij diverse gezinnen te Frederiksoord, deserteert van 15 tot 21 november 1838 en keert niet van verlof terug op 21 april 1839, zie over zijn verblijf op de kolonie op deze pagina.

E92: W.C. Losser te 's Gravenhage sluit 2 november 1833 een contract voor de plaatsing van Jan Willem Cruel, maar die 'is niet opgezonden'.

E93: Reiner Lubken te Amsterdam sluit 14 december 1833 een contract voor de plaatsing van Margaretha Sophia Lubken, 25 jaar volgens de kolonistendatabase en 35 jaar volgens invnr 1389, die 19 december 1833 aankomt en het nummer B970 krijgt. Zij wordt ondergebracht bij de huisverzorger Götz op hoeve 4 van Frederiksoord, tot zij 14 september 1834 deserteert.

E94: De Kerkeraad der Doopsgezinde Gemeente te Utrecht sluit 5/6 december 1833 een contract voor de plaatsing van Johanna Maria Pas, 32 jaar, die 27 januari 1834 aankomt en het nummer B961 krijgt. Zij wordt ondergebracht bij een heleboel gezinnen in alle drie de koloniën, tot ze wordt overgeplaatst naar Veenhuizen, waar ze 8 november 1849 overlijdt.

E95: De weduwe S. Hinkelaar te Amsterdam sluit 8/11 augustus 1834 een contract voor de plaatsing van Johannes Hendrikus Hinkelaar, 12 jaar, die 13 augustus 1834 aankomt en het nummer B980 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij diverse gezinnen te Frederiksoord, tot hij op 6 juli 1836 met ontslag de kolonie verlaat.

In het contractenboek staan nu eerst de F-contracten en gaat het daarna pas weer door met de E-contracten.

E96: De 'Regenten van het Luthersch Weeshuis' te Amsterdam sluiten 16 oktober 1834 een contract voor de plaatsing van Willem Helm, 15 jaar, die 13 november 1834 aankomt. Hij wordt bij diverse gezinnen te Frederiksoord ingedeeld, verblijft op het Instituut te Wateren van 15 augustus 1835 tot 26 november 1836, is dan werkzaam te Frederiksoord en zal in 1846 trouwen met de kolonistendochter Johanna Petronella Schnoor, zie hier onder het kopje 'Vertrek Johanna Petronella' voor iets meer over zijn koloniale carrière.

E97: A.A. van Heusden te Alblasserdam sluit op 16 mei 1835 een contract voor de plaatsing van Gerardus van Heusden, 38 jaar, die 1 juni 1835 aankomt, nummer B968 krijgt, en flink wat problemen veroorzaakt met misbruik van sterke drank en beledigingen voor hij 5 september 1844 van de kolonie deserteert.

E98: H. de Wit te Amsterdam sluit 24/26 augustus 1835 een contract voor de plaatsing van Jan de Wit, 16 jaar, die 16 september 1835 aankomt, nummer B978 krijgt, en 30 juli 1836 met ontslag van de kolonie vertrekt. 

E99: H. Huijser te 's Gravenhage sluit 25 augustus 1835 een contract voor de plaatsing van Bastiaan Huijsers, 38 jaar, die 7 september 1835 aankomt, het nummer B986 krijgt en op 25 maart 1836 van de kolonie deserteert.

E100: Regenten van het Gereformeerd Burger Weeshuis te Weesp sluiten 8 augustus 1835 een contract voor de plaatsing van Adrianus Veldman (of Veltman), 15 jaar, die 4 september 1835 aankomt en het nummer B970 krijgt. Hij wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, tot hij 11 april 1836 wordt opgenomen in het Instituut te Wateren (kwekelingnummer 64 in invnr 1582), waarvandaan hij hij op 21 juli 1836 deserteert. Die vlucht en de volgende nasleep wordt besproken op pagina 238-239 van De kinderkolonie. en de betreffende stukken staan op deze pagina.

E101: J. Mosterd te Delft sluit 8 augustus 1835 een contract voor de plaatsing van Johannes Mosterd, 23 jaar, geboren te Voorburg, die 12 oktober 1835 aankomt, het bummer B965 krijgt en wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, vanwaar hij 15 november 1836 met ontslag vertrekt.

E102: De 'Regenten van het Luthersche Weeshuis' te Amsterdam sluiten 20 oktober 1835 een contract ter plaatsing van Johan Frederik Drewell, 18 jaar, die op 16 november 1835 aankomt, het nummer B993 krijgt, wordt ingedeeld bij gezinnen te Willemsoord en op 2 juni 1838 de kolonie verlaat om in militaire dienst te gaan.

E103: De weduwe J. Hess-Piekert te 's Gravenhage sluit 29 december 1835 een contract voor de plaatsing van Johanna Jacoba Hess, 24 jaar, die 14 februari 1835 aankomt, het nummer B994 krijgt en op 10 november 1838 de kolonie met ontslag verlaat.

E104: De 'Waalsche Diaconie' te Groningen sluit 5 april 1836 een contract voor de plaatsing van Everdina Dorothea Sophia Muller, 21 jaar, die 28 mei 1836 aankomt, het nummer B995 krijgt, wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen en op 12 mei 1838 de kolonie met ontslag verlaat.

E105: Het Hervormd Armbestuur van Warmond sluit 21 juli 1836 een contract voor de plaatsing van Bartha Lamberts Gerritse, 21 jaar, die 20 augustus 1836 aankomt, het nummer B996 krijgt, wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen en op 20 augustus 1837 de kolonie met ontslag verlaat.

E106: De 'Regenten van het Weeshuis der Gereformeerden binnen Delft' sluiten 20 augustus 1836 een dubbelcontract voor de plaatsing van Lucas Forcke,14 jaar, geboren in De Lier, en Hendrik Storij, 14 jaar, geboren in Delft, die aankomen 12 september 1836, de nummers B997 en B998 krijgen en worden ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen. Per 12 september 1839 worden zij overgeschreven op het contract D3 van dezelfde regenten en krijgen zij respectievelijk nummer B834 en B835. Forcke deserteert van de kolonie op 25 april 1841 en Storij op 6 april 1844.

E107: De 'Armenvoogden en Administratoren der Algemeene Onderstand' te Koog aan de Zaan sluiten 24 oktober 1836 een contract voor de plaatsing van Jan Koenen, 20 jaar, die 7 december 1836 aankomt, het nummer B986 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen in Wilhelminaoord, tot hij op 16 juni 1837 van de kolonie deserteert.

E108: De 'Regenten van het RC Weeshuis' te Delft sluiten 8 maart 1837 een contract voor de plaatsing van Johannes Cornelis Kristoffel, 13 jaar, die 22 mei 1837 aankomt, het nummer B999 krijgt en wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, tot hij op 28 juli 1842 in militaire dienst gaat.

E109: De weduwe P. Curtenius Bentinck geboren G.W.E. Zanders sluit 22 maart 1837 een contract voor de plaatsing van Hendrik Jacob Albertus Curtenius Bentinck, 28 jaar, die 25 april 1837 aankomt, het nummer B965 krijgt, en wordt ingedeeld bij kolonist Muijen in Frederiksoord, waar hij 16 juni 1837 overlijdt.

E110: J.J. Steenwijk de Raad te Rotterdam sluit 20 december 1836 een dubbelcontract voor de plaatsing van Geertruida Klazina Luca, 19 jaar en geboren te Utrecht, en Alberta Sara Luca, 16 jaar en geboren te Utrecht, die 10 juni 1837 aankomen, de nummers B1000 en B1001 krijgen en worden ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, waar zij de weesnummers 1571 en 1574 krijgen. Zij verlaten de kolonie met ontslag op 10 juni 1839. NB: Dit zijn stiefzussen van Willem Godwald, zie hier

E111: Het 'Stads Armbestuur' te 's Gravenhage sluit 5 juni 1837 een contract voor de plaatsing van Henriette Cornelia van Heel, 18 jaar, die 9 juli 1837 aankomt, het nummer B1002 krijgt en wordt ondergebracht in Willemsoord. Ze deserteert 18 augustus 1837 maar is 2 september 1837 weer terug, waarna ze wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, vanwaar ze 31 maart 1841 met ontslag vertrekt.

E112: De weduwe G. Geerders geboren Berckenkamp te Den Haag sluit 23 juni 1837 een contract voor de plaatsing van Hermina Esther Magdalena Geerders, 18 jaar, die 2 juli 1837 aankomt, het nummer B1003 krijgt en woirdt ondergebracht bij kolonist Sijtze Hoekstra in Frederiksoord, waar ze op 29 januari 1838 overlijdt.

E113: De 'Regenten van het R.C. Jongensweeshuis' te Amsterdam sluiten 14/17 oktober 1837 een contract voor de plaatsing van Antonie Johannes Lowies, 16 jaar, die 20 november 1837 aankomt, het nummer B1004 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord tot hij 23 april 1842 met ontslag de kolonie verlaat.

E114: De 'Burgermeester van Hoogcarspel' sluit 11/21 oktober 1837 een contract voor de plaatsing van Jannetje Sachs, 33 jaar, die op 21 november 1837 aankomt, het nummer B1005 krijgt, en bij een heleboel verschillende gezinnen in Frederiksoord inwoont tot zij op 5 november 1853 met ontslag de kolonie verlaat.

E115: F. Welborn Schepman te 's Gravenhage sluit 23 november 1837 een contract voor de plaatsing van Hendrik Adrianus Schepman, 25 jaar, die 31 december 1837 aankomt, het nummer B1006 krijgt, en bij diverse gezinnen in Frederiksoord terechtkomt. Hij komt enkele malen voor de tuchtraad, wordt genoemd op blz 86 van De strafkolonie, belandt in de Ommerschans en vertrekt 6 februari 1841 om in militaire dienst te gaan.

E116: H.H. Mulder c.s. te Oude Pekel A sluit 9/15 februari 1838 een contract voor de plaatsing van Pieter Hendriks Mulder, 52 jaar, die 27 februari 1838 aankomt, het nummer B1007 krijgt, en wordt ondergebracht bij gezinnen in Willemsoord. Hij wordt overgebracht naar de Ommerschans waar hij 29 juli 1840 overlijdt.

E...: Plaatsing zonder nummer. Uit de contributie van de subcommissie Nijmegem wordt op 13 september 1838 geplaatst Pieter (of Peter) Rutten, 5 jaar oud, die het nummer B1016 krijgt. Hij is een onecht kind van Maria Helena Rutten, die toen dochter van een arbeidershuisgezin was, een nogal bijzonder verhaal, zie hier.
Het gezin waar zij uitkomt is inmiddels vrije kolonistengezin, zie het volledige overzicht van de koloniale avonturen van de familie Rutte(n) op deze pagina. Bij die grootouders in Willemsoord wordt Pieter ondergebracht.
Als dat gezin in 1843 moet verhuizen naar Veenhuizen omdat ze worden gedegradeerd tot arbeidershuisgezin, gaat Pieter mee. Als zijn grootouders zijn overleden wordt hij bij gezinnen in Willemsoord ondergebracht. Op 5 november 1845 N3 wordt er een besluit over hem genomen. Hij gaat op 15 april 1852 weg om als plaatsvervanger in militaire dienst te gaan.

E117: Hero W. Kiers te Oude Pekel A sluit 12 december 1838 een contract voor de plaatsing van Kier Willems Kiers, 50 jaar, die 27 januari 1839 aankomt, het nummer B1008 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord. Hij wordt veroordeeld tot de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij 2 april 1847 aankomt en 27 april 1847 overlijdt.

E118: F.P. Henke te Amsterdam sluit op 15/20 februari 1839 een contract voor de plaatsing van Cornelis Henke, 56 jaar, die 8 maart 1839 aankomt. het nummer B1009 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord, waar hij 4 januari 1840 overlijdt.

E119: De 'Regenten van het Engelsch Gereformeerd Weeshuis' te Amsterdam sluiten 28 maart 1839 een dubbelcontract voor de plaatsing van David Willem Thenthof, 18 jaar, en George Ferguson, 17 jaar, die aankomen op 26 april 1839 en de nummers B1010 en B1011 krijgen. Ze worden allebei ondergebracht in Frederiksoord, vanwaar ze allebei op 7 februari 1840 met ontslag vertrekken.

E120: Mej. de Weduwe J. van Ginneken te 's Gravenhage sluit 28 maart 1839 een contract voor de plaatsing van Pieter Jacobus Johannes van Ginneken, 22 jaar, die 23 april 1839 aankomt en het nummer B1012 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij de huisverzorger Althoff op hoeve 23 van Frederiksoord, vanwaar hij op 1 augustus 1839 deserteert.

E121: De 'Regenten van het Luthersche Diaconie Weeshuis' te Amsterdam sluiten op 16/19 april 1839 een contract voor de plaatsing van Alberdina Maria Elizabeth Coenegracht, 17 jaar, die op 27 april 1839 aankomt en het nummer B1013 krijgt. Ze wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord, wordt 10 september 1840 verwezen naar de strafkolonie op de Ommerschans, vanwaar ze op 12 december 1840 met ontslag vertrekt.

E122: N. Veldhuis, bakker te Kampen sluit 29 november/5 december 1839 een contract voor de plaatsing van Jacob Kierspensius (of Cierspensius), 50 jaar, die 13 december 1839 aankomt en het nummer B1014 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord, vanwaar hij op 21 augustus 1846 wordt verwezen naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij 4 mei 1847 overlijdt.

E123: E.J. Mulder weduwe de Groot te 's Gravenhage sluit 3 januari 1840 een contract voor de plaatsing van Albertus Johannes de Groot, 37 jaar, die 5 februari 1840 aankomt en het nummer B1015 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij diverse gezinnen in Wilhelminaoord, tot hij op 1 juni 1842 ontslagen wordt.

E124: P.P. Katers te 's Gravenhage sluit op 4 februari 1840 een contract voor de plaatsing van Desire Joseph le Clerc, 23 jaar, die 17 februari 1840 aankomt en het nummer B1016 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij een heleboel verschillende gezinnen in Frederiksoord en Willemsoord, deserteert op 1 april 1840, maar is weer terug op 4 april, gaat 14 april 1840 naar de strafkolonie op de Ommerschans, vanwaar hij op 26 april 1841 wordt ontslagen.
NB: Hij zal vijf jaar later weer op de kolonie komen, zie E191 op deze pagina.

E125: M.M.C. Linneman, 'thans huisvrouw' van A. Eijsenbos te Amsterdam sluit 21/24 april 1840 een contract voor de plaatsing van Carel de Kind (of Vrind), 13 jaar, geboren te Rotterdam, die 5 februari 1840 al is aangekomen en het nummer B1018 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij de kolonist P. van der Windt op hoeve 116 van Frederiksoord, vanwaar hij 5 mei 1841 met ontslag vertrekt.

E126: D. van Waalwijk te Amsterdam sluit 27/28 mei 1840 een contract voor de plaatsing van Jan van Waalwijk, 15 jaar, die 6 juni 1840 aankomt en het nummer B1019 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij diverse gezinnen in Frederiksoord en Willemsoord, en wordt 13 maart 1843 verwezen naar de strafkolonie op de Ommerschans, vanwaar hij 25 mei 1844 deserteert.

E127: Johanna Gijz. van Hofwegen, weduwe H. de Jong, 'thans huisvrouw' van G. de Ruiter te Gouda, sluit 12/18 juni 1840 een contract voor de plaatsing van Hendrik Gijsbert de Jong, 32 jaar, die 30 juni 1840 aankomt en het nummer B1021 krijgt. Hij wordt geplaatst bij diverse gezinnen in Frederiksoord, deserteert 20 april 1842, maar is weer terug 26 april en wordt diezelfde dag overgebracht naar de strafkolonie op de Ommerschans, vanwaar hij 13 mei 1844 met ontslag vertrekt. (NB = dezelfde als E129)

E128: Van den Biezen te Amsterdam sluit 3/5 april 1840 een contract voor de plaatsing van Evert Kalfsterman, 12 jaar, die 2 juli 1840 aankomt, het nummer B1020 krijgt en wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen. Hij wordt daarna opgenomen in het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding te Wateren (kwekelingnummer 32 in invnr 1611), vanwaar hij op 30 september 1842 met ontslag gaat.

E129: Johanna Gijz. van Hofwegen wed. H. de Jong te Gouda plaatst in 1840 Hendrik Gijsbert de Jong. Foutieve inschrijving, gegevens zijn hetzelfde als E127

E130: J. van der Ende te 's Gravenhage sluit 21 augustus 1840 een contract voor de plaatsing van Josef Alexis van der Ende, 32 of 33 jaar oud, die 7 september 1840 aankomt, het nummer B1022 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen te Frederiksoord, tot hij 15 september 1842 met ontslag vertrekt.

E131: De 'Regenten van het Engelsch Gereformeerd Weeshuis' te Amsterdam sluiten 3/5 augustus 1840 een contract voor de plaatsing van Isaac John Burgess, 15 jaar, die 5 september 1840 aankomt, het nummer B1023 krijgt en wordt ondergebracht bij gezinnen te Wilhelminaoord, tot hij op 5 september 1841 met ontslag vertrekt.

E132: De 'Regenten van het Roomsch Catholijk Weeshuis te Delft sluiten 21 augustus 1840 een contract voor de plaatsing van Anthonij Adrianus  Oliemulder, 17 jaar, die 11 september 1840 aankomt, het nummer B1024 krijgt en wordt ondergebracht bij kolonist Van der Boon op hoeve 7 te Frederiksoord, tot hij 27 mei 1843 in militaire dienst gaat.

E133: G.C. Visee te 's Gravenhage sluit 21 september 1840 een contract voor de plaatsing van Jacob Jan Crevecoeur, 19 jaar, geboren te Batavia, die 8 oktober 1840 aankomt en het nummer B1025 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij een heleboel gezinnen in Frederiksoord, tot hij 1 augustus 1853 de kolonie met ontslag verlaat.

E134: De 'Regenten van het Roomsch Catholijk Weeshuis' te Delft sluiten 21 september 1840 een contract voor de plaatsing van Johannes van der Zanden, 15 jaar, die 23 oktober 1840 aankomt en het nummer B1026 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij het gezin van kolonist Kruinberg op hoeve 12 van Wilhelminaoord, tot hij 5 juni 1843 deserteert.

E135: Mejuffrouw A. Sibler Weduwe Lotze te Amsterdam sluit 17/18 oktober 1840 een contract voor de plaatsing van Tjeerd Maximiliaan Lotze, 40 jaar, die 23 oktober 1840 aankomt en het nummer B1028 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij een heleboel gezinnen in Frederiksoord, tot hij 29 mei 1850 de kolonie met ontslag verlaat.

E136: Mejuffrouw Schuppers weduwe J. Donker te Amsterdam sluit 22/23 september 1840 een contract voor de plaatsing van Johanna Magdalena Donker, 19 jaar, die 1 november 1840 aankomt en het nummer B1027 krijgt. Ze wordt ondergebracht bij kolonist Hoekstra op hoeve 30 van Frederiksoord, maar zij deserteert al op 3 november 1840.

E137: A.P. Hoogensteijn te Amsterdam sluit 3/5 augustus 1840 een contract voor de plaatsing van Johannes Hoogensteijn, 21 jaar, die 26 maart 1841 aankomt en het nummer B1032 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij gezinnen in de kolonie Frederiksoord, maar keert 18 september 1841 niet van verlof terug.

E138: H. Kordes te Amsterdam sluit 19/20 maaer 1841 een contract voor de plaatsing van Catharina Elizabeth Kordes, 12 jaar, die 26 maart 1841 aankomt en het nummer B1033 krijgt. Zij wordt ondergebracht bij het gezin van kolonist Dirkse op hoeve 34 van Wilhelminaoord, tot zij 26 maart 1844 de kolonie met ontslag verlaat.

E139: De 'Regenten van het Weeshuis der gereformeerden' te Delft sluiten 4/5 december 1840 een contract voor de plaatsing van Dirk Rams, 19 jaar, die 29 april 1841 arriveert en het nummer B1030 krijgt. Hij wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen, vanwaar hij op 5 april 1844 met ontslag vertrekt.

E140: De 'Regenten van het Evangelisch Luthersch Weeshuis' te Amsterdam sluiten 19 december 1840 een contract voor de plaatsing van Johannes Cornelis Franciscus Kroon, 19 jaar, die 30 april 1841 aankomt en het nummer B1031 krijgt. Hij wordt ingedeeld bij gezinnen in Wilhelminaoord, tot hij 29 april 1844 met ontslag vertrekt.

E141: Het 'Collegie der Evangelisch Luthersche diaconie te Rotterdam sluit 22/23 maart 1841 een contract voor de plaatsing van Johan George de Jongh, 38 jaar, die 13 mei 1841 aankomt en het nummer B1034 krijgt. Hij wordt ingedeeld bij diverse gezinnen te Frederiksoord, hij deserteert 5 september 1844, maar wordt weer teruggebracht op 12 september 1844, moet 17 oktober 1844 voor de tuchtraad komen, zie hier, die hem verbant naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij 13 november 1844 aankomt en waar hij blijft tot hij 20 maart 1852 overlijdt.

E142: 'Den Heer J.L. van Beek' te Amsterdam sluit 7 juni 1841 een contract voor de plaatsing van Christina Frederica Hoffman, 22 jaar, die 20 juni 1841 aankomt en het nummer B1036 krijgt. Zij komt in huis bij een heleboel gezinnen in Frederiksoord en Wilhelminaoord, tot zij op 3 april 1847 wordt overgeplaatst naar het kindergesticht te Veenhuizen  Daar overlijdt zij 30 augustus 1849.

E143: Het 'Arm en Weesbestuur der Roomsch Catholijke Gemeente' te Rotterdam sluit 21 mei 1841 een contract voor de plaatsing van Willem Waldekker, 15 jaar, die 1 juli 1841 aankomt, het nummer B1035 krijgt en wordt ondergebracht in het kindergesticht te Veenhuizen. Volgens een tuchtraad is hij 'wegens slecht gedrag naar herwaarts opgezonden', welke uitspraak wordt geciteerd op pagina 254 van De kinderkolonie. Hij loopt de hele tijd weg met uiteindelijk een geslaagd resultaat op 8 november 1843. Meer over hem staat op deze pagina.

E144: Het 'Bestuur van het D. J. A. Weeshuis der Nederlandsch Hervormde Gemeente' te Amsterdam `sluit 3/8 juli 1841 een contract voor de plaatsing van Wilhelmina Fake van Slooten, 11 jaar, die 25 juli 1841 aankomt, het nummer B1037 krijgt en wordt ingedeeld bij diverse gezinnen te Willemsoord. Op 7 april 1843 (invnr 272 scan 132) schrijft de adjunct-directeur der vrije koloniën dat zij 'door en door liederlijk en vuil' is en eigenlijk niet in de vrije koloniën hoort. Zij wordt daarop verbannen naar de strafkolonie in het 2de gesticht te Veenhuizen, waar zij 18 april 1843 aankomt en blijft tot zij 15 augustus 1847 met ontslag vertrekt.

E145: De 'Regenten van het Evangelisch Luthersch Weeshuis' te Amsterdam sluiten sluiten 18 augustus 1841 een contract voor de plaatsing van Anna Suzanna Margaretha Jansen, 17 jaar, die 2 september 1841 aankomt en het nummer B1038 krijgt. Zij wordt ingedeeld bij het gezin van kolonist Gerben Scheltes Brandsma op hoeve 32 van Frederiksoord, tot zij 30 november 1843 met ontslag uit de kolonie vertrekt.

E146: J. Albarda, notaris te Leeuwarden sluit 30 oktober 1841 een contract voor de plaatsing van Johannes Willem Albarda, 36 jaar, die voorheen bedelaarskolonist H 1321 was. Hij komt 16 december 1841 over naar de vrije koloniën, krijgt het nummer B1039 en wordt ingedeeld bij gezinnen te Frederiksoord. Per dezelfde datum, dus 16 december 1841, wordt hij aangesteld als schrijver op het Algemeen Bureau, maar hij deserteert 9 februari 1843.

E147: De 'Commissie van Toevoorzigt over de Weezen uit de Remonstrantsche Gemeente' te Rotterdam sluit 11 januari 1842 een contract voor de plaatsing van Johannes Petrus van IJpen, 16 jaar, die 4 februari 1842 aankomt en het nummer B1040 krijgt. Hij is een zoon van wijlen Willem van IJpen en wijlen Catharina Sophia van Laar. Hij wordt ondergebracht bij gezinnen in Frederiksoord, tot hij 23 juli 1846 met ontslag gaat.

E148: De 'Regenten van het Hersteld Luthersch Weeshuis' te Amsterdam sluiten 21/23 januari 1842 een contract voor de plaatsing van Margaretha Koole, 20 jaar, die 20 februari 1842 aankomt en het nummer B1041 krijgt. Zij wordt ondergebracht bij diverse gezinnen in Willemsoord, tot zij 14 juni 1845 met ontslag vertrekt.

E149: Directeur der Koloniën Jan van Konijnenburg sluit januari/maart 1842 een contract voor de plaatsing van Sake Pieters Opdijk, 49 jaar, die 15 november 1841 al is aangekomen en nummer B962 krijgt. Hij wordt ondergebracht bij het gezin van kolonist Gabriel Wibier op hoeve 25 te Frederiksoord tot hij op 19 november 1842 met ontslag de kolonie verlaat.

E150: Het 'Bestuur van het D. J. A. Weeshuis der Nederlandsche Hervormde Gemeente' te Amsterdam sluit 22/27 maart 1842 een contract voor de plaatsing van drie personen: Pieter Hendrik Blankhart, Adrianus van der Horst en Arie Harmsen, alle drie 17 jaar oud. Zij zijn al aangekomen op 14 maart 1842, krijgen respectievelijk de nummers B959, B960 en B1042, en worden alle drie ingedeeld bij gezinnen te Willemsoord.
Blankhart en Van der Horst verlaten de kolonie met ontslag op 14 maart 1845.
Harmsen moet eerst na 'onzedelijken omgang' met de kolonistendochter Jacobina Ponse (bij welk gezin hij is ingedeeld) op 23 januari 1845 voor de tuchtraad komen, zie hier, waarna hij op 14 maart 1845 naar de strafkolonie in het tweede gesticht te Veenhuizen moet. De kwestie wordt genoemd op pagina 274 van De strafkolonie. Vanuit de Ommerschans vertrekt hij al op 21 maart 1845 met ontslag.


Dit was de laatste in het contractenboek invnr 1394; daarna komen er nog veel meer op zo'n contract, maar die zijn niet in dit stamboek genoteerd. Een poging om die latere indelingen te reconstrueren aan de hand van invnr 1389 staat op deze pagina.