Naar het overzicht
van de maandbladen
pagina 1. Opnieuw een inleiding
Hierbij was het reeds a priori te veronderstellen, dat onder alle
soorten van arbeid, 's menschen natuurlijkste aanleg (dispositie)
tot den landbouw zoude neigen: immers, bestemd om van de
voortbrengselen der aarde te leven, en die door arbeid aan haren
schoot te ontwoekeren, moet hij daartoe van de natuur dien aanleg
ontvangen hebben, welke hem daartoe geschikt maakt, en waarin zijn
bestaan en zijne vermenigvuldiging alleen gegrond kunnen zijn.
Ieder volk toch heeft, al te talrijk geworden zijnde, om van de
natuurlijke voortbrengselen der aarde te leven, in den landbouw de
vermeerdering zijner levensmiddelen moeten zoeken; en zou dan den
mensch een geschikte aanleg geweigerd zijn tot eene bezigheid, die
onder allen hem de noodzakelijkste, en waartoe hij, als het ware,
door den aard der dingen bepaald is? A postiori zijn wij dan ook
niet in deze verwachting te leur gesteld, en de ondervinding heeft
wederom te Frederiks-Oord doen zien, dat behoeftigen, welke
daartoe de vereischte krachten bezitten, onder vereischte zorg en
toezigt, zeer wel tot den akkerbouw zijn op te leiden.
Trouwens, indien men deze eigenschap aan den Europëer kon
betwisten, zoude men hem ten aanzien van natuurlijke geschiktheid,
om voor zijn bestaan te zorgen, dat is, den grond te bearbeiden,
beneden den Afrikaanschen neger moeten stellen: de duizendtallen,
die uit dat werelddeel, zonder eenige kennis van landbouw, naar
onze volksplantingen jaarlijks plagten te worden overgevoerd, en
binnen korten tijd ter bebouwing van moeijelijke gronden werden
bekwaam gemaakt, bewijzen genoeg, wat men te dezen aanzien van
meer beschaafde menschen verwachten mag. Men zegge niet, dat zij
door zweepslagen daartoe gedwongen werden: is dan het nijpende der
behoefte een minder strenge geesel, dan de zweepslagen van een'
West-Indischen planter?"
pagina 22 Verdiensten der kolonisten. Alle
proefkolonisten.
pagina 23 Tarief van arbeidsloonen en Reglement over de
komptabiliteit der kolonie, benevens de daarbij behoorende
modellen.
Daarbij de berekening dat de stichting van een hoeve 1700
gulden kost.
pagina 28 nieuwe opzet administratie per 01-01-1820.
pagina 45 Rekening van de Maatschappij. Voorbeelden van de
nieuwe administratie.
pagina 54 In het voorbeeld wordt Bosch genoemd.
pagina 56 Journaal van den Onder-Direkteur in de kolonie
no. X. Voorbeeld van de nieuwe administratie. Met een werkboek met
inkomsten en uitgaven (waarbij op zaterdagen steeds de rekening
wordt opgemaakt).
Pagina 58 geeft de lonen.
pagina 59 Algemeen natuur- en staatkundig overzigt van
Spaansch-Zuid-Amerika. Deel 1.
pagina 74 Kort berigt wegens de Nederlandsche Koloniën, in
het noorden van Duitschland in de XIIde eeuw gesticht.
pagina 84 Iets over den Engelschen handel. Deel 1 (uit het
Duits, 1816)
Overal ziet men een prijzenswaardig vaderlandsch gevoel ontwaken,
hetwelk, bij ieder volk, naar zelfstandigheid, onafhankelijkheid
en naar die gelijkheid streeft, welke tusschen volkeren dezelfde
wederkeerigheid van regten en pligten vordert, als in eenen
welingerigten staat tusschen burgers geldt. Dit schoone gevoel,
hetwelk zelfs in zijne afdwalingen nog achting afdwingt, wijl ook
deze afdwalingen eene der grootste en zeldzaamste deugden, de
vaderlandsliefde, vooruit stellen, verdient alleszins lof en
aanmoediging; doch even zoo, wanneer het in deszelfs afdwalingen
schadelijk wordt, eene leerzame vermaning. Nog in de jongste
tijden hebben wij gezien, hoe, zelfs bij den besten en opregsten
wil, de middelen, die men ter bereiking van het goede aanwendde,
eene tegenovergestelde uitkomst hebben opgeleverd. De meest
beradene verdedigers der Vrijheid in Frankrijk, hebben aan die
Vrijheid zelve, even als, in onze dagen, de eerlijkste Roijalisten
aan de wettigheid der koninklijke Dynastie en de dweepers, te
allen tijde, aan den godsdienst onmiskenbaar de diepste wonden
toegebragt. Hadden de nieuwe Duitschers hunne geroemde Duitscheid
doorgezet, dan zoude geen vrij, verstandig mensch meer in
Duitschland gevonden worden. Een onbekwame vriend is een
gevaarlijke vijand.
(...)
Alle stemmen in Europa schijnen zich te vereenigen in een
gemeenschappelijke klagte, dat onze markten met Engelsche
fabrikaten als overstroomd worden.
pagina 91 Berichten uit Frederiksoord (december):
... zijn er niet mede te deelen, daar wegens de aanhoudende vorst,
en het besloten water, alle veld-arbeid stilstaat, en er dus niets
bijzonders voorvalt.
pagina 92 Nijverheid, deel 10.
pagina 118 Spaans Zuidamerika, deel 2.
pagina 141 Engelse handel, deel 2.
pagina 157 Reglement van inwendige orde voor de koloniën.
Aanvullingen bv. een reservefonds en een rang- en conduitelijst.
Ingevoerd wordt een ‘fonds de reserve’, waarvoor afhankelijk van
de verdienste van iedere gulden 1 of een halve stuiver wordt
ingehouden.
pagina 167 Gemengde berichten. Met een stuk over Nederlands
Indië, en een stuk van de subcommissie aldaar.
pagina 178-181 Ook een uitleg van Vlaer en Kol over een
nieuwe lening.
pagina 181 Ook lof voor dominee Bank.
pagina 181 Berichten uit Frederiksoord (februari):
- Over de giften van de kolonisten vanwege de overstroming.
- Citaat uit de Staatscourant van 15 februari hierover.
- De geheele omtrek van Frederiks-Oord zal in het voorjaar en in
den zomer een tooneel van leven, werkdadigheid en bloei aanbieden,
hetwelk, als een kleine herschepping, te midden van dorre, eenzame
vlakten, aan de vroegste vestiging onzer kolonizerende natie in de
Nederlanden herinnert, en een gewis harttreffend schilderij
opleveren moet voor het oog van den gevoeligen menschen- en
vaderlandsvriend!
pagina 185 Nijverheid deel 11.
pagina 204 Spaans Zuidamerika deel 3.
pagina 227 Uittreksel eens briefs uit The Courier van 2
maart 1820, betreffende de oorzaken der tegenwoordige rampen van
handels- en fabrijkwezen in Engeland.
pagina 235 Berigt aan de sub-kommissiën der Maatschappij
van Weldadigheid, wegens eenige maatregelen bij de expeditie van
huisgezinnen, die naar de kolonie worden opgezonden. (= De
geleidebrief opgesteld door Ameshoff.)
pagina 236 De tijden van het beurtschip en het adres van
Ameshoff.
pagina 237 Aangekondigd worden tabellen over de
spinverdienste, maar die ontbreken.
pagina 238 Gemengde berichten.
pagina 239 Berichten uit Frederiksoord (maart):
- langdurige winter heeft veel werk opgehouden
- kolonisten kolonie 2 gaat het wel
- half mei kunnen de eerste kolonisten voor kolonie 3 gevestigd
worden
- Zoo breidt zich de kolonie van jaar tot jaar aanmerkelijk uit,
en reeds in dit jaar zal deze inrigting eenen omvang van eenige
uren gaans aanbieden, aan de woestheid der natuur ontwoekerd, en
aanvankelijk in een tooneel van leven, bloei, produktie en
welvaart herschapen, tot herstel van een groot aantal ongelukkige
familiën, die met haar kroost voor maatschappij en zedelijkheid,
gelijk hopen, behouden zullen worden.
(...)
- Op het einde der vorige maand is in de kraam overleden de brave
huisvrouw van dykshoorn, die door haren man zeer betreurd
wordt."
pagina 241 Nijverheid deel 12.
pagina 249 Spaans Zuidamerika deel 4.
pagina 267 Iets over de verschillende denkwijze van het
Nederlandsch publiek, omtrent de inrigting en het lot der
Maatschappij van Weldadigheid. deel 1. Artikel is van Ockerse
pagina 289 Eenige voorname bijzonderheden uit de
Oostvriesche geschiedenis van T.D. Wiarda.
pagina 305 Gemengde berichten, met de erfenis van J. Van
den Bosch uit Amsterdam.
pagina 306 Berichten uit Frederiksoord (april):
- veldarbeid met kracht voortgezet
- 500 mensen uit de omgeving aan het werk gezet
- Wekelijks worden er tien of twaalf huizen voltooid:
"Zoo rijst uit den dood een leven.
Zoo schept kunstvlijt groei en bloei;
Zoo bewerkt verstandig geven,
Dat langs dorre heidedreven
Ook een stroom van welvaart vloei."
Over het algemeen heeft de Permanente Kommissie reden om zeer te
vrede te zijn, zoo wegens den goeden voortgang van al het werk,
als wegens de gedragingen der kolonisten; met uitzondering echter
van een paar huisgezinnen(*), waarvan het ééne door verregaande
zedeloosheid allen brave kolonisten tot ergernis, en den zwakken
tot een schadelijk voorbeeld verstrekte; terwijl het andere, door
verregaande luijheid uitstekende, en door generlei aansporingen
tot een beter gedrag te brengen zijnde, zich bovendien heeft
schuldig gemaakt aan ongehoorzaamheid jegens de vastgestelde
kolonie-reglementen, en zelfs anderen aangespoord, om dit
schandelijk voorbeeld te volgen.
Beide deze gezinnen, waarvan de zamenwoning en het verkeer voor
andere, beter gezinde, niet dan onteerende, bedroevende en
schadelijk konde zijn, zijn dan ook, na door den Raad van Toezigt
schuldig te zijn verklaard, volgens stelligen last der Permanente
Kommissie uit de kolonie no. 1 verwijderd geworden, als der
weldaden van de Maatschappij onwaardig, en naar de plaatsen hunner
voormalige woning te rug gezonden, met kennisgeving de gronden van
dit besluit aan de respektive sub-kommissiën, waaronder zij
behooren.
(*) Te weten, dat van h. breukel van Maassluis, en van j.
de vos van Thiel.
- kolonisten kolonie 2 zijn ijverig en gedragen zich goed
- met de gezondheid, de school en de spinarbeid gaan het
aanhoudend wel.
pagina 309 Denkwijze publiek, deel 2 en slot.
pagina 330 Spaans Zuid-Amerika deel 5.
pagina 348 Reglement van de Maatschappij van Weldadigheid.
pagina 356 Instruktie voor de afdeeling van financiën.
pagina 361 Instruktie voor de afdeeling, met de
korrespondentie belast.
pagina 363 Instruktie voor de afdeeling, met de koloniale
en verder organieke werkzaamheden belast.
pagina 375 Gemengde berichten.
Met citaten uit het Hannoversches Magazin over de kolonie: "Voor
mij, zegt de Heer von halem, was het, bij de aanschouwing van al
deze nieuwe dingen, alsof ik stem des Almagtigen bij de schepping
hoorde: er zij licht! Hier toch werd licht."
pagina 382 Berichten uit Frederiksoord (mei):
Meer als duizend mensen zullen in juli vertrekken. Echter:
- De voortgezette onderneming doet meer en meer zien, dat
derzelver uitbreiding met geene onoverkomelijke zwarigheden
verbonden is; spruitende de vertraging, die wij dikwerf
ondervinden, alleen voort uit toevallige omstandigheden, vreemd
aan de onderneming.
Zoo b.v. is er veel tijds noodig, om kontrakten te sluiten, te
doen garanderen, en van de vereischte hooge approbatiën te doen
voorzien; de negociatiën vorderen mede tijd; zoodat er niet zelden
maanden verloopen, eer de Kommissie beschikken kan over de noodige
fondsen, ter vestiging van een huisgezin noodzakelijk. Zijn deze
éénmaal verkregen, dan kan de zaak met spoed worden uitgevoerd.
Een tweede zwarigheid is voornamelijk gelegen in het bekomen van
geschikte voorwerpen voor den post van Onder-Direkteur. Vele, zeer
vele gewigtige hoedanigheden worden daartoe gevorderd, die men
niet altijd, ja slechts zelden, in één persoon vereenigd vindt.
... De Onder-direkteur drijber, welke zich in de kolonie
no. 1, sinds hare oprigting, zoo verdienstelijk gemaakt heeft, en
even zeer door braafheid als ijver uitmunt, is thans, met
verhooging van traktement, in de kolonie no. 3 overgegaan, om
aldaar de direktie waar te nemen. De opziener fak (bedoeld
wordt Faaken), die sedert meer dan 1½ jaar zijne functiën
wél waargenomen heeft, is tot Onder-direkteur in de kolonie no. 1
bevorderd. De Onder-direkteur evers in de kolonie no. 2,
voor zijne bestemming niet berekend, is verplaatst, en staat door
een ander geschikt sujet uit de élèves vervangen te worden.
(...)
- De kolonie no. 3, op het Steenwijkerwouder-Heideveld gelegen,
grooter dan de twee voorgaande zamen genomen, onderscheidt zich,
door hare schoone ligging, op eene zeer verhevene vlakte; een
leemachtige zandgrond belooft met den tijd eene goede vermenging
van aarde te zullen opleveren, ten uiterste voor den landbouw
geschikt. Hier was vóór den tienden maart niets gedaan; en thans
ziet men langs den weleer eenzamen hoefweg van Overijssel naar
Vriesland, ongeveer ½ uur ver, eene dubbelde rij van zindelijke
woningen verrijzen, aan het bovenste einde door een ruim plein
afgebroken, ingesloten door het Direkteurs-huis, en den grond,
voor de spinzaal, school- en onderopzieners-woningen bestemd,
welke laatste mede eerlang voltooid zullen zijn.
Dit plein wordt van een dwarsweg doorsneden, die van hier regtuit
op de Halle aanloopt, mede ½ uur lang, ter wederzijden van eene
rij woningen voorzien; lager dan de eerstgenoemde Hoefweg loopt
mede, parallel aan den weg naar de Halle, een tweede weg, op
gelijke wijze bebouwd.
(...)
Ter weerszijden van de wegen zijn meer dan 7000 fijne dennen
gepoot, die binnen weinige jaren, gelijk nu reeds eene aangename
tournée, ook aanmerkelijke voordeelen zullen opleveren.
Jammer slechts, dat de storm + gepaard met het onweder van den 16
mei, aan 2 à 3 huizen in de kolonie no. 3, die in den opbouw, en
dus tegen windvang niet behoorlijk gedekt waren, min of meer
aanmerkelijke schade heeft toegebragt, waarbij het echter
opmerkelijk is, dat een kind, zich onder het ingestort gedeelte
van een huisje bevindende, geenerlei letsel bekomen heeft. Reeds
stroomt een groot aantal vreemdelingen naar de kolonie. De
Kommissie verlangt niets meer, dan een plaatselijk onpartijdig
onderzoek, en eene bescheidene mededeeling van zoodanige
aanmerkingen van deskundigen, als tot de meest-mogelijke
verbetering zouden kunnen geleiden. Zoodanige aanmerkingen zullen
altijd dankbaar aangenomen, en zal daarvan het nuttigst gebruik
gemaakt worden."
- fabriekmatige arbeid gaat wel.
- steenbakkerij begonnen aan de rand van de veen- en bosgronden:
Jonge kolonisten worden opgeleid tot eene broodwinning, die in
een' volgenden leeftijd hun van nut kan zijn.
- aanleg van kanalen in onderzoek.
- gezondheid en zedelijkheid zeer wel: Men kan niet bemerken, dat
het voorbeeld der twee slechte huisgezinnen, onlangs verwijderd,
merkelijke sporen heeft nagelaten. Met het werkzaam, groeijend, en
hoopgevend jaarsaizoen schijnt de ijver en moed aller kolonisten
geheel verlevendigd.
- De aankomst van zeer vele gezinnen in den loop dezer en de
volgende maand, zal Frederiks-Oord tot een woelig tooneel maken;
vooral bij de aankomst van het Dordsch transport van eenige
honderde zielen.
pagina 389 Verhandeling over de vraag: Werkt eene
grond-ontginnende en fabricerende kolonisatie op de groote
maatschappij weldadig terug? en zoo ja, hoe doet zij dit?
pagina 430 Spaans Zuidamerika deel 6.
pagina 456 Inlichtingen, omtrent de reize van Bengalen
naar de Roode Zee, en omtrent den overtogt naar Engeland, door
Egypte en de Middellandse Zee (uit The Courier 26 april 1820)
pagina 469 Supplementaire lijst van Honoraire Leden.
pagina 470 Lijst van Korresponderende Leden.
pagina 474 Gemengde berichten.
pagina 476 Berichten uit Frederiksoord (juni):
- Veldgewassen staan wel, ondanks koude regens.
- Nieuwe kolonisten aangekomen. Allen bevalt het wel, en allen
zijn zeer werkwillig, op een paar slechte uitzonderingen na.
- Binnenkort schoolgebouw in kolonie 3 klaar.
- Steenbakkerij en turfgraverij Frederiksoord maken een goede
opgang.
- Door de hoge ligging van kolonie 3 was het nodig om waterputten
te graven. Dit is zo gebeurt dat 10 tot 12 gezinnen een waterput
delen.
- Bij het spitten van de grond zijn twee oude gouden munten
gevonden.
pagina 481 Over de vrijheid der markten, en den
prijs der waren.
Een stuk tegen handelsbelemmeringen en het zo goedkoop en
efficiënt mogelijk maken van de handel.
pagina 512 Spaans Zuidamerika deel 7.
pagina 531 Brieven uit St. James deel 1.
Brieven over Engeland, over de onrust die veroorzaakt wordt
door de scheve eigendomsverhoudingen en wat daartegen ondernomen
kan worden.
pagina 557 Wet op de inrigting ten verkoop van kunst- en
handwerken, vervaardigd door hulpbehoevende lieden van goeden
huize. Daargesteld door het Amsterdamsch genootschap Tot
Beoefening van Deugd en Kunde.
pagina 567 Berichten uit Frederiksoord (juli):
- Er is niets bijzonders wegens de koloniën in deze maand te
melden, dan dat alles wel gaat.
- Niets kan der Permanente Kommissie aangenamer zijn, dan dat men
kome en zie, opdat men zelf oordeele, en een begunstiger worde of
blijve onzer nuttige instelling. Het is op de heerlijk-groeijende
velden van Frederiks-Oord, het is in de net-gebouwde gaarden
zijner drie buurtschappen, het is in de zindelijke woningen der
weltevredene en arbeidzame kolonisten, het is in de welingerigte
spin- en leerscholen, bevolkt met een groot aantal vlijtige
leerlingen, het is op de reeds nieuw ontgonnen wordende akkers der
vierde kolonie, - daar is het, dat men zijne vooroordeelen moet
komen afleggen, en de wederlegging vinden zijner hardnekkigste
tegenbedenkingen. Niemand, vertrouwen wij, zal onvoldaan
terugkeeren.
- De onlangs gevondende goudstukjes zijn Spaansche dukaten van de
XVIde eeuw, dus voor de geschiedenis van geen bijzonder belang.
pagina 569
Op 1 augustus 1820 heeft de commissie van weldadigheid vergaderd, op 2 augustus de Commissie van Toevoorzicht. Op beide vergaderingen heeft Johannes van den Bosch het jaarverslag voorgelezen. Fragmenten uit dat verslag staan op een aparte pagina.
pagina 613 Berichten uit Frederiksoord (augustus):
- De weinige zieken, en de geringe sterfte, in de koloniën,
bewijzen daadzakelijk, deels de gezondheid der luchtstreek, deels
het nut van arbeidzaamheid en zindelijkheid voor het menschelijk
ligchaam, zelfs voor door armoede verzwakte gestellen. De
koloniale jeugd vooral ziet er doorgaans frisch uit.
- Groot is meer en meer de dagelijksche toevloed van
vreemdelingen, zoo uit ons Vaderland als van buiten 's lands, die
de koloniën komen bezoeken; en niemand verlaat die, dan ten
hoogste voldaan: - [Reeds laat zich de bedilzucht, verstomd door
zoo vele daadzaken en goede getuigenissen van aanschouwers,
flaauwer hooren.] - Onder de bezoekers aan Frederiks-oord enz.
bevinden zich van tijd tot tijd lieden van voornamen rang.
Geen bezoek echter kon voor de Kommissie, den Heer Direkteur, en
de kolonisten zelve meer vereerend en streelender zijn, dan dat
onzer beide geliefde Koninklijke Prinsen, onlangs achtervolgelijk
hebbende plaats gehad, en waarvan reeds in onze gewone
nieuwspapieren eenig berigt is medegedeeld.
Den 31 julij, namelijk, behaagde het aan Z.K.H. den Prins van
oranje, de kolonie Frederiks-oord met Hoogstdeszelfs
tegenwoordigheid te vereeren. Tegen 2 ure kwam Z.K.H. aldaar aan,
en stapte aan het logement, tegenover de kolonie gelegen, af. De
Direkteur verwelkomde den Prins, en bood Hoogstdenzelven een klein
déjeuné aan, in het logement gereed gemaakt. Z.K.H. nam dit aanbod
gulhartig aan, en was bij uitstek minzaam. Op Hoogstdeszelfs
verlangen, begeleidde de Heer Direkteur Z.K.H. naar en door de
kolonie. De weg was overdekt van menschen, waaronder vele
fatsoenlijke lieden uit den omtrek.
Zeer vele vragen deed Z.K.H. aan den Direkteur, die alle niet
alleen eene levendige belangstelling aan den dag legden, maar
tevens toonden, dat de Vorst zeer wel met den aard der inrigting
bekend was.
In de kolonie stonden de mannen in twee rijen geschaard, van het
hek af tot aan het Onder-Direkteurshuis, wel gekleed, en hunne
gulle vreugde betoonende door het herhaald geroep: "Leve de Prins
van oranje!" Zes meisjes, in zindelijke koloniale kleeding, zongen
een volkslied, en bestrooiden den weg met bloemen. Van de
voornaamste gebouwen waaiden de vlaggen, en hier en daar op den
weg naar en in de koloniën waren eerebogen opgerigt. De geheele
weg, waarlangs de Prins passeerde, was met dennenbomen beplant,
verbonden door guirlandes van groen en bloemen. Al de huisjes
waren op dezelfde wijze versierd.
Onder het levendigst gejuich ontging echter den Vorst de staat der
landerijen niet. De schoone akkers trokken dadelijk Hoogstdeszelfs
aandacht, en ieder stuk gronds afzonderlijk zeer juist
beoordeelende, maakte Z.K.H. gepaste aanmerkingen over de soort
der gronden, den invloed van het weder, enzv. Ook andere
huishoudelijke détails waren de onderwerpen van zamenspraak. Deze
gesprekken waren gekenmerkt door die uitnemende vriendelijkheid,
welke Zijner K.H. zoo eigen is. In de school zag Z.K.H. met
genoegen de schaar van bescheidene kinderen, sprak hunnen
leermeester van wolda minzaam toe, hoorde de kinderen lezen, en
toonde veel tevredenheid over het oordeelkundig en doelmatig
onderwijs. De schriften werden bezien, den kinderen eenige vragen
gedaan, en hun zingen op zachten toon van het volkslied Wien
Neêrlands bloed enzv. met veel genoegen aangehoord, onder
herhaalde betuigingen van goedkeuring.
Nog heeft Z.K.H. het Onder-Direkteurshuis, den winkel, de
stallingen en paarden, met genoegen, bezigtigd. De groote
provisie-kelder trok mede 's Prinsen aandacht, en Hoogstdezelve
ontving met welgevallen daaromtrent de gegevene ophelderingen. Ook
de spinzaal werd met goedkeuring bezien.
Z.K.H. gewaardigde zich, in enkele huizen der kolonisten binnen te
treden. Met de vrouw van baade trad hoogstdezelve in een gesprek,
hoorde met genoegen haar vol geestdrift spreken over haren
gelukkigen toestand, bezag de pas gerooide aardappelen, de
mistvalt, en vraagde naar hare koeijen. Een stuk minder wel
staande haver viel terstond den Prins in het oog. Langs de akkers
gaande, werden den Direkteur zeer vele vragen gedaan. Ook aan het
huis van janssen was Z.K.H. zeer tevreden.
Na een uur vertoevens vertrekkende, betuigde Hoogstdezelve den
Direkteur op eene verpligtende wijze zijne bijzondere
tevredenheid, in het bijzijn van honderde menschen, over den
goeden staat der koloniën, en over alles wat Z.K.H. gezien had,
verzoekende dit ook aan de Permanente Kommissie te berigten.
Z.K.H. vertrok onder den luiden kreet: "Leve de Prins van oranje!"
en de minzaamheid, de gemeenzame vriendelijkheid van
Hoogstdenzelven hebben eenen levendigen indruk bij allen
achtergelaten.
Vervolgens hadden al de koloniën op den 10 augustus ll. de eer van
het bezoek te genieten zijner K.H. Prins frederik der nederlanden,
vergezeld door de Heeren Barons r. fagel, adjundant van Z.M. den
Koning, en d'yvoi, adjudant van Z.K.H. Hoogstdezelve kwam 's
morgens ten 8 ure te Steenwijk aan, alwaar Z.K.H. werd verwelkomd
door den 2den Adsessor, destijds aldaar tegenwoordig, de
stedelijke regering, en andere personen van distinktie.
Na een kort onderhoud vervolgde de Prins, vergezeld door den 2den
Adsessor, de reis naar Frederiks-oord, alwaar Hoogstdezelve door
al de kolonisten, den Heer Direkteur en verdere leden der
Direktie, met uitbundig vreugdegejuich ontvangen werd. Twaalf
jonge meisjes bestrooiden den weg met bloemen, onder het zingen
van vaderlandsche liederen. School, spinzaal en
Onder-Direkteurshuis werden naauwkeurig opgenomen, de vorderingen
der kinderen onderzocht, en de vervaardigde stoffen in de fabrijk
in ogenschouw genomen.
Vervolgens worden de te veld staande gewassen bezigtigd, en
verscheidene huizen der kolonisten, en hun toestand naauwkeurig
onderzocht.
Hierop werd Z.K.H. op dezelfde wijze uitgeleid, en ging de kolonie
no. 2 bezoeken, benevens de steenbakkerij, de turfgraverij, en de
gronden, voor de kolonie no. 4 bestemd. Na ook hier al het
belangrijke geëxamineerd, en van alles naauwkeurige informatiën
genomen te hebben, reed Hoogstdezelve, over Noordwolda en Ronde
Blesse, naar de kolonie no. 3; deed zich langs dien weg de gronden
aanwijzen, welke, van denzelfden aard als die van Frederiks-oord,
sedert eene eeuw tot op heden aldaar ter kulture gebragt, bij
voortduring de beste vruchten verschaffen, en thans den schoonsten
oogst beloofden, zonder dat onder deze honderdtallen van morgens
er eenig stuk braak liggende, of eene afnemende vruchtbaarheid
aanduidende, te vinden was.
Ook de staat der kolonie no. 3 werd, voor zoo verre de kortheid
des tijds zulks gedoogde, onderzocht; de hoofd- en verdere
gebouwen werden bezigtigd; en daarna werd 's Prinsen reize naar
Steenwijk voortgezet, waar het Hoogstdenzelven gunstig behaagde,
een in gereedheid gebragt kollation aan te nemen, en hetzelve met
de te Steenwijk en in den omtrek wonende Honoraire Leden der
Maatschappij, en hunne Dames, te gebruiken, waarna Z.K.H. naar
Zwolle terug keerde.
Z.K.H. heeft mede Hoogstdeszelfs uiterste tevredenheid wegens den
goeden toestand der geheele onderneming, zoo aan den tweeden
Adsessor, als aan den Direkteur, op de vleijendste wijze betuigd;
ook betoonde Z.K.H. aan den Heer s.j. van royen, schout te
Vledder, hoogstdeszelfs tevredenheid over de vele goede diensten,
door dat nuttig Honorair Lid, aan de Maatschappij bewezen.
De dankbare zegen aller kolonisten, en de eerbiedige hoogachting
van allen, die de eer hadden Hoogstdenzelven te omringen en te
vergezellen, zijn dien beminnelijken Prins gevolgd, wiens aanwezen
in de kolonie lang eene ruime stof tot vrolijke herinneringen zal
opleveren."
Colation = Lichte maaltijd van koud vlees, fruit, gebak enz.
pagina 617 Het financieel jaarverslag.
pagina 644 Het verslag van de afdeling correspondentie
door Paulus van Hemert. Dat begint als volgt:
Valt het den waren menschenvriend pijnlijk, zijne belangloze
pogingen, welke hij ter verbetering van het lot zijner verarmde
natuurgenoten onvermoeid in het werk stelt, door kleingeestige
egoisten op allerlei wijzen te zien tegenwerken; veel
grooter echter moet, van den anderen kant, het genoegen zijn, 't
welk hem door de allengs toenemende goedkeuring van mannen wordt
aangeboden, welker kunde en regtschapenheid bij het beste deel
der natie met regt op hoogen prijze staan.
(...)
Met weinigen dan, en slechts zóó veel als genoegzaam zal wezen, om
u met vreugde het belang te doen opmerken, 't welk vele
voortreffelijke mannen stellen in den bloei en de uitbreiding
onzer menschlievende Maatschappij, welke belangstelling, zoo zeer
aangewakkerd bij inboorlingen en vreemden, met woorden, en vooral
met daden, zoo krachtiglijk en edelmoedelijk bewezen, ons meer
dan genoeg kan ontschadigen, bij het smartelijk gevoel der
tegenkantingen van sommige ellendelingen, die - het zijn de
woorden van eener uwer - even gelijk het gewormte, wanneer zij
den welig opgroeienden stam niet aan het kwijnen kunnen brengen,
aan deszelfs wortels gaat knagen, ten einde er den verderen bloei
van te verwoesten.
Er volgt een opsomming van reacties die de Permanente
Commissie ontvangen heeft sinds haar bestaan. Als eerste wordt
genoemd L. Boon uit Alphen "welk stuk door haar met
erkentenis ontvangen en in het archief geplaatst is, ten einde
daarvan bij gelegenheid een nuttig gebruik te maken.
Nog meer plannen en plannenmakers passeren de revue. Ene G. van
der Eijk uit Schipluiden zendt naast een plan tot bijenteelt
een door hem ontworpen "pyramidale bijenkorf met opzetsels".
Daarna volgt een opsomming van lieden die een bijzonder
financiële contributie hebben geleverd. Tenslotte nog worden
artikelen genoemd die in buitenlandse tijdschriften/kranten
zijn verschenen. Ook worden hierbij enige buitenlandse
contactpersonen genoemd, zoals Owen en Saunders in Engeland,
Smachausen te Borchette en Lawaetz in Altona. Om de ideeën van
de Maatschappij in Europa te verbreiden is er dan ook een Franse
vertaling van verscheidene wetten, reglementen etc. verschenen.
pagina 655 Brieven uit St. James deel 2.
pagina 674 Berigt wegens de te Amsterdam opgerigte
verkoop-plaats van kunst- en handwerken, vervaardigd door
hulpbehoevende lieden van goeden huize, onder het opzigt van het
genootschap Tot Beoefening van Deugd en Kunde.
pagina 681 Berigt van wege de armeninrigting te 's
Gravenhage.
Een soort advertentie van goederen die er vervaardigd en
verkocht worden.
pagina 687 Staat van verdiensten van weeskinderen.
pagina 689 Berichten uit Frederiksoord (september):
- De oogst was zeer voorspoedig
- De bevolking van de koloniën is bijna voltallig
- Het werk der gebouwen, landontginning, greppen en
waterleidingen, aan de Ommerschans is reeds zeer ver gevorderd.
Dit instituut wordt, onder de loffelijke direktie van den Heer
visser, op de beste wijze voortgezet. Spinzaal, schoolhuis, en de
woning voor den spinbaas, zullen weldra gereed zijn. Het huis voor
den Onderdirekteur en boekhouder, een zeer vervallen gebouw,
waarin voorheen de kommandant der vesting woonde, is met den meest
mogelijke oekonomie tot een logeabel verblijf gemaakt.
- De geest van orde en ondergeschiktheid is tot hiertoe in alle de
koloniën blijven heerschen. Kleine wanorden, hier en daar door
traagheid of loszinnigheid veroorzaakt, en niet zelden door den
nijd van buiten gevoedsterd, zijn steeds in de beginselen gestuit
geworden, en zelfs zijn enkele weggeloopene, besteede kinderen,
die geen lust aan den matigen arbeid hadden, door hunne besteeders
naar de koloniën teruggezonden, waar zij gewis de zachtste en
billijkste behandeling, behoudens het noodige gezag, ondervinden
zullen.
- Diverse citaten van tevreden bezoekers, voornamelijk van
subcommissies en armeninrichtingen.
pagina 694 Verslag van de sub-kommissie der
Maatschappij van Weldadigheid, voor de stad en het
arrondissement Rotterdam.
Met een opsomming van de gezonden personen. Onder meer: "Gerards,
(Anthony) te zamen 7 personen, reeds buiten schuld, ongemeen
vergenoegd, voorheen arm en nu verdienende per week ƒ10.05."
pagina 699 Rapporten en besluit, door de Kommissie van
Toevoorzigt der Maatschappij van Weldadigheid uitgebragt in
derzelver tweede Algemeene Vergadering van den jare 1820, in 's
Gravenhage gehouden. Fragmenten
hieruit zijn afgedrukt op een aparte pagina.
pagina 731 Brieven uit St. James deel 3, tevens slot.
pagina 748 Berigten wegens de groote katoenspinnerij,
gevestigd te New Lanark, onder het bestuur van den Heer r. owen.
pagina 765 Besluit der Kommissie van Weldadigheid, wegens
de verbeterde tabellarische inrigting der lijsten, bij de
sub-kommissiën en korporatiën te houden, zoo wegens den staat der
leden van de Maatschappij, als van de inschrijvingen voor giften
en linnen, en de rekeningen-kourant. (met model-staten)
pagina 779 Berigt wegens den staat der koloniën.
(Briefsgezwijze aan de Permanente Kommissie toegezonden door den
Heer A.S. Alting).
Kampen, 20 october 1820
Bezoek vorig jaar: Een huisgezin uit deze stad in de
kolonie geplaatst, en mij bekend, vond ik er uiterst gelukkig, en,
zonder eenige klagten, gevoelig over den gunstig-veranderden
toestand, waarin het zich bevond; het hoofd van dat huisgezin is
sedert hier meermalen geweest, en overal toonde hij zich ten
uiterste dankbaar voor zijn geluk.
In dit jaar heb ik dezelfde kolonie weder bezocht, alles
naauwkeurig nagegaan, en bij de overtuiging, dat men hier het
weldadigst plan als reeds volkomen gevestigd rekenen kon, gevoelde
ik de hartelijkste vreugde, Vrolijk verliet ik no. 1, om ook no. 2
en 3 te zien; in de laatste kolonie werden uit de stad mijner
woning vier huisgezinnen, ieder 7 personen sterk, opgenomen,
behalve zes weeskinderen met een' vader en eene moeder, bij wie
zij inwonen. Ik kende al deze nieuwe kolonisten; van hunne
behoeftige omstandigheden was ik meermalen getuige geweest, met
het innigst mededoogen had ik hunne verlaagden toestand
waargenomen, en thans zag ik hen in de mogelijkheid gebragt, om
zich op te beuren en gelukkiger dagen te slijten. Waar ik te voren
morsigheid gewoon was, door moedeloosheid aangekweekt, te zien,
vond ik aanvankelijk zindelijkheid; bij de mogelijkheid, om door
eigene vlijt in zijne behoeften te voorzien, vond ik ook lust om
te werken. Overal vond ik vrolijke aangezigten en hoop voor de
toekomst; overal dankbaarheid, dat men hier geplaatst werd, met
het voornemen, om zich dier weldaad waardig te maken; terwijl men
mij overal met zigtbare blijdschap alle zien liet, wat men thans,
zoo aan kleederen als aan huisraad, bezat.
(...)
Alleraangenaamst was mij, dezen zomer, mijn reisje naar de
koloniën: met dankzegging aan God keerde ik terug; terwijl ook dit
mij trof, dat ik nergens iemand vond, die eenigen schijn gaf, dat
hij wel eene aalmoes hebben wilde, iets, dat anders aan de
armen-klasse zoo eigen is.
pagina 783 Berichten uit Frederiksoord (oktober):
- De oogst is binnengehaald, er zijn een groot aantal koeien in
Twenthe gekocht.
- De oogst is overal, maar vooral in de kolonie no. 1,
voortreffelijk uitgevallen. Vele kolonisten hebben, na het
afbetalen hunner huur en het opleggen van hunnen eigen
wintervoorraad, nog eene aanmerkelijke hoeveelheid van
voortbrengselen te verkoopen. Zoo b.v. hebben molenaar van Haarlem
en gerrits van Rotterdam, na afbetaling en na aftrek hunner
poot-aardappelen, ieder meer dan 400 schepels aardappelen
verkocht, ongerekend hunne voorraad van garst, haver of boekweit.
- De gronden rond de Ommerschans zijn bewerkt
- De fabrieksmatige arbeid gaat wel, even zo de school
- Aan den huisverzorger Tanner en huisvrouw is de inwoning der
kolonie ontzegd, uit hoofde dat zijne zedelooze, ongehuwde
dochter, in een' hoog zwangeren staat, tegen het uitdrukkelijk
bevel der Permanente Kommissie, in zijne woning opgenomen, en den
Onder-Direkteur, die hem bevolen had dezelve uit de kolonie te
verwijderen, op de verregaandste wijze gehoond en beleedigd had.
- De israëlitische familie Winninck, verdacht van aardappelen
gerooid en clandestin verkocht, alsmede, van hare naburen turf
gestolen te hebben, en die deswege vreesde in regten betrokken te
zullen worden, heeft heimelijk de kolonie verlaten. Voorzeker zou
de Permanente Kommissie dit eerste voorbeeld van misdadige
schennis der wetten van elke geordende maatschappij niet
straffeloos hebben geduld, maar de schuldigen aan hunnen
komptenten regter hebben doen overleveren. Desalniettemin zullen
de gronden van beschuldiging tegen dezelven nader onderzocht
worden, en, behoorlijk geconstateerd zijnde, zal die familie in
regten worden vervolgd, waar dezelve zich ook bevinden moge."
pagina 787 Berigt der redaktie, wegens de toekomstige
inrigting van het tijdschrift DE STAR.
pagina 789 Iets over de beste wijze en meest gepaste
middelen, om vaderlandsche jongelingen van geringeren of verarmden
stand tot nuttige en gelukkige burgers der maatschappij te leiden.
Deel 1.
pagina 823 Spaans Zuid-amerika deel 8.
pagina 837 Over wetgeving op het stuk van leeftogt.
(toegezonden, Italiaans)
pagina 852 Statistieke bijzonderheden wegens de Vereenigde
Staten van Amerika.
pagina 869 Kolonieberichten (november):
- De wintergewassen staan zeer goed
- Eerst uitloting negotiatie
- Een gift aan de Maatschappij
pagina 871 Johannes van den Bosch: Iets over het
nationaal karakter, in betrekking tot de nationale welvaart en de
onderneming der Maatschappij van Weldadigheid beschouwd. Deel 1.
pagina 903 Vaderlandse jongelingen, deel 2 tevens slot.
- eene nationale kweekschool ter vorming van kundige, brave,
nuttige en gelukkige burgers
- een ordelijke en meer beschaafde opvoeding
- de meisjes de geschiktheid om, hetzij als dienstmeiden, hetzij
als huisvrouwen, nuttiglijk hare plaats in de maatschappij te
vervullen, en zich een bestaan te verwerven. - Welke boer of
burger, prijs stellende op goede huisbedienden – wier getal thans
zoo gering is – zal niet bij voorkeur zich eene koloniale
dienstmeid, van goede getuigenis voorzien, aanschaffen? - En welk
jongman, hij zij dan burger of boer, zal niet, in zijn welberekend
eigenbelang, liever zijn hand bieden aan een zindelijk, bekwaam,
zedig, wel opgevoed meisje, dan aan eene modepronkster, tot alles
goeds en degelijks ongeschikt.
- Alzoo verspreidt zich het nut der koloniale opvoeding langs den
individuelen weg ellengkens over geheele opkomende familiën, je
over de gansche maatschappij.
pagina 927 Nadere merkwaardigheden wegens de inrigting van
Hofwijl, derzelver stichter, en den door hem ondervonden
tegenstand.
pagina 943 Kolonieberichten (december):
- Door de winter alle veldarbeid gestaakt, voor het overige gaat
alles wel. In het voorjaar zal begonnen worden met de bouw van
nieuwe huizen
Uit Den Haag vertrokken 56 personen naar de kolonie à ƒ25 per
hoofd gecontracteerd.