Naar het overzicht
van stukken over SUBCOMMISSIES
Van het aantal contribuanten in Workum is weinig bekend omdat de
plaats niet voorkomt op de lijsten van 1818 en 1843 en ontbreekt
in de afrekeningen in invnr 1111.
● Uit invnr 1147 blijkt dat er in 1821 92 contribuerende
leden zijn.
● Volgens een stuk van Bolsward in 1825, deze
pagina, is te Workum 3% van de bevolking lid van de
Maatschappij.
● In 1829 zijn er, invnr 1116, 59 contribuanten in Workum,
die dus tezamen ƒ153,40 opbrengen.
In februari 1821 sluit de subcommissie Workum met de Maatschappij
van Weldadigheid het contract C11. Zie een uitleg over contracten.
Op grond daarvan komen juli 1821 Hendrik Jans Duiker en
Wijtske Pieters Bokma met hun kinderen naar de net opgerichte
kolonie Wilhelminaoord. Hun koloniale belevenissen, inclusief een
interne godsdienststrijd, staan op deze pagina.
De subcommissie Workum mag in 1823 een kolonistengezin in de vrije koloniën plaatsen 'uit de contributie'. Workum draagt het gezin van Gerben Martens de Vries en Sjoukjen Folkerts voor. Maar in plaats van naar de vrije koloniën gaan ze naar Veenhuizen. Als bakkersbaas, met onduidelijkheden over de betaling, waardoor hij na vier jaar weer vertrekt, zie deze pagina.
Op 11 juni 1825 schrijft de subcommissie dat de steun
voor de kolonisatie zal ophouden als er kinderen uit 'de
allervoortreffelijkste inrichting van het weeshuis alhier' naar
Veenhuizen gezonden moeten worden. En ze doet een poging onder die
verplichte opzending uit te komen, zie deze pagina.
Onder die brief zijn opgenomen alle door Workum naar de
kindergestichten in Veenhuizen gezonden weeskinderen.
Nadat de bakkersbaas Gerben Martens de Vries (zie boven) van de
kolonie vertrokken is, mag Workum een ander gezin 'uit de
contributie' sturen. Dat worden Ike Jurriaans Atsma en Aukjen
Hendriks Brander met vijf dochters, die 24 december 1828
aankomen in de kolonie Willemsoord. De koloniale belevenissen van
de gezinsleden staan op deze
pagina.
In invnr 1013, een rond 1825-1828 gemaakt register, is als
secretaris doorgestreept J. Oosterbaan met de opmerking 'Zie 19
Juny N8' en is de voorzitter L.A.E. Sluijterman.
In invnr 1015, vermoedelijk rond 1825-1829 opgesteld, maar daarna
lang bijgehouden, staan als leden van de subcommissie:
● doorgestreept is: L.A.E. Sluijterman, Lid van de
Provinciale Staten van Vriesland & wethouder, president
● daarboven is geschreven: A.L. Potma
● H. Coopmans, ontvanger van 's Rijks belastingen, in en uitgaande
regten en accijnzen
● A. Tidink, R.K. priester en pastoor
● R.S. Seversma, predikant bij de Hervormden
● J. Oosterbaan, predikant bij de Doopsgezinden, secretaris
Door het geheel staat een streep en erbij geschreven is: Vervallen,
zie 2 junij 1840 N16
● Fetje Tjeerds Siderius, de echtgenote van proefkolonist Thijs
Douwes de Haan uit Sneek, staat te boek als geboren in
Workum.
● Ene Eelke Stallinga te Workum vraagt het kind Jeltje Coenraads
Stallinga uit Sneek, uit het wezengesticht te mogen opnemen,
wat wordt toegestaan.
● Van de op 3 mei 1839 door de gemeente Harlingen in het
kindergesticht geplaatste Fredrika Post, geboren 27 mei 1824, is
opgegeven dat ze in Workum geboren zou zijn.
Workum wordt genoemd op pagina 358-359 van De proefkolonie,
op pagina's 99, 101-102 en 164 van De kinderkolonie en op
pagina 66 van De strafkolonie.