De Leeden van de Raad zijn alle tegenwoordig.-
De Raad heeft vermeend voor haar te moeten doen verschijnen
Vrouw Muisson behorende tot de Bedelaars Huisgezinnen van
dit Gesticht, en heeft haar serieuselijk onderhouden over het
verkoopen van gekookte aardappelen aan Weezen, en haar te kennen
gegeven, dat wanneer zij zich wederom daaraan schuldig maakt, zij
de gevolgen daarvan zoude kunnen verwachten.-
Alsmede neemt de Raad de klagte tegen het weesmeisje G. van
Klaveren nader voor, in welke zaak de huisvrouw van den
arbeiders kolonist Plas als koopster voorkomt.-
Overwegende dat de huisvrouw van den kolonist Plas reeds
overleden is.-
Overwegende dat alsmee den kolonist Plas voor deze Raad
dient gehoort te worden.-
Den kolonist Plas gehoord welke te kennen geeft dat
hij nimmer van de onderhavige goederen iets geweten heeft
maar dat dezelve na doode van zijne vrouw onder diens
kleedingstukken gevonden zijn.-
De Raad neemt deze verklaring voor waarheid aan, aangezien zij in
Plas niet de man beschouwen, die zich met dergelijke zoude
ophouden, doch vermaant denzelven omtrend zijne dochter een wakend
oog te houden, dewelke aanvankelijk in navolging harer moeder
kwanselarijen begon te bedrijven.-
Aldus gearresteerd op dato als boven
De President & Leeden
A. de Geus
C. Hulst
L. Nijenbandering
Coens
Blanke
Notities bij het zittingsverslag