De Raad door de President geconvoceerd waren alle Leden
tegenwoordig.
Door de President is aan den Raad voorgelegd eene Aanklagte tegen
Katharina Dirksen Huisvrouw van den Bedelaars Kolonist Reinberge
en Hinke Sybrandy Wolff Huisvrouw van den Bedelaars
Kolonist Warringa beide aan het 1ste Gesticht gevestigd
welke op den 16 September 1830 Zich Zonder voorkennis van de
kolonie hebben verwijderd en den 26e daaraanvolgende teruggekomen.
De Raad heeft de beschuldigden voor Zich doen komen ten einde hun
tendeeze te hooren
De Beschuldigden hebben hierop verklaard dat Zij op eigen gezag
het bovenstaande hebben ondernomen.
De Raad heeft na gehouden deliberatien deswegens en in aanmerking
nemende dat de Hoofden dier Huisgezinnen tot deeze verwijdering
hebben toegestemd, met eenparigheid van Stemmen besloten Zoo als
dezelve besluit bij deeze
De Beschuldigden Ingevolge artl 3 van het Reglement van Tucht voor
Kolonisten Huisgezinnen te condemneeren tot opsluiting in de
Strafkamer voor den tijd van 3 dagen, en om wijders ter handhaving
van de goede Orde bij het Gesticht, en ter Voorkoming van
Ongeregeldheden, den Heer Direkteur voor te stellen, gezegde
Huisgezinnen naar een der Bedelaars Etablissementen te doen
overplaatsen, vanwaar zij primitief afkomstig zijn.
Verlangende den Raad dat het Proces Verbaal zal worden in handen
gesteld van de WelEdHeere Direkteur voornoemd ten fine van
approbatie en Executie –
Gedaan te Veenhuizen 1 Etablissement
De Datum als boven
J. Poelman
Textor (onder Direkteur)
Kuipers (onder Direkteur)
Hagen
J. van Eyle
Notities bij het zittingsverslag