De Raad geconvoceert zijnde wordt door den Voorzitter geöpent.-
Wordt voorgenomen de eigendunkelijke handelwijze van de huisvrouw
van den arbeiders kolonist Bijkerk, die niet tegenstaande
het haar door den Heer Directeur der Kolonien en Adjunct Directeur
geweigert verlof evenwel vertrokken is en veertien dagen is absent
geweest.
De beklaagde komt binnen en geeft te kennen, dat het nu de beste
tijd voor haar was, om met verlof te gaan, en dat het haar later
in de tijd niet goed schikte, dat zij daarom maar heen gegaan
was.- en heeft verder geene verontschuldiging ingebragt.-
De Raad vermeent zonder nadere overwegingen tot de straf bepaling
te kunnen overgaan.-
Gezien art 2 van het Reglement van Tucht voor arbeiders
Huisgezinnen, luidende sub d “Zonder bekomen verlof de kolonie
verlaten of zonder wettige redenen over den verloftijd uitblijven”
en art 3 Sub 2” Verplaatsing voor een onbepaalde tijd naar de
kolonie aan de Ommerschans van hem die ongeregeldheden en
misdrijven onder de La d en f genoemd begaat.”
De President vraagt het gevoelen van ieder lid in het bijzonder.-
Allen vermenen op grond van bovenstaande artikelen de huisvrouw
van Bijkerk onder approbatie van de Permanente Kommissie
voor een onbepaalden tijd te moeten verwijzen naar de Ommerschans,
zoo als geschied bij dezen, voegende de raad er verders de wensch
bij dat de Permanente Kommissie besluiten mogte, het geheele
Huisgezin van Bijkerk te doen overgaan naar de Ommerschans,
aangezien in hetzelve onophoudelijke twist en tweedragt van den
morgen tot den avond heerschende is.-
De beschuldigde komt wederom binnen en de President zegt haar het
geen waarschijnlijk haar lot zal worden, waar na zij wederom
aftreed.-
Niemand iets meerder hebbende voor te stellen, wordt de Raad
gesloten.
Aldus gedaan op dato als boven
De President & Leeden
S. B. Drijber
C. W. Rensing
L. NBandring
C. Blanke
H. Priem
Voor conform aan het origineel
Haarman, Secretaris
Notities bij het zittingsverslag