Present:
J. Poelman, president
Leden:
A. Textor
G. Kuipers
B. Dikland
P.S. Huinia
L. Coelen, secretaris
De raad door den president geconvoceert zijnde waren alle de Leden
tegenwoordig.-
Door den President werdt aan de raad kennelijk gemaakt de
terugkomst van den Kolonist Hermanes Plas wien den weeken
tot den 17e Juni ll een Verlof was toegestaan, en als niet
op dien tijd te zijn terug gekomen den 1e July daar aan volgende
als deserteur was afgevoerd.
De raad heeft den aangeklaagde doen binnen staan om hem in deze te
horen.
hij verklaarde in Amsterdam wegens ongesteldheid
onder geneeskundige behandeling te zijn geweest: dan daar het de
Raad voorkomt dit een uitvlucht ter zijner Verschoning is, zoo
heeft de raad hem doen buiten staan om over de aan hem op te
leggen Straf te delibereren.
Daar hij Art 2 van het reglement van Tucht had overtreden vervat
onder La C “Zonder bekomen verlof de kolonien verlaten, zonder
wettige redenen over den verloftijd uitblijven” waar op Art
3 de Straf bepaald-
1e Opsluiting van drie tot acht dagen in de strafkamer, naar
gelang der omstandigheden, van hem, die zich voor de eerste maal
aan de misdrijven onder La a tot c vermeld heeft schuldig gemaakt
ten gevolge dit Artikel heeft de raad den aangeklaagde
gecondemneerd tot opsluiting in de strafkamer voor den tijd van acht
dagen.
verlangende de raad dat aan dit Vonnis onverwijld Executie zal
worden gegeven.
waar van Proces Verbaal is opgemaakt .
den gecondemneerde hebbende doen binnen staan is dit vonnis hem
voorgelezen.-
Gedaan te Veenhuizen op datum als boven is gemeld.
Poelman, pres
A. Textor
Kuipers
P.S. Hunia
B: Dikland
L. Coelen, secr
Notities bij het zittingsverslag