Present
C. W. Rensing, President
Leden:
A. M. J. Textor
G. H. Kuipers
B. W. Dikland
R. S. Hunia
J. F. Morriën, Secretaris
De raad door den president geconvoceerd zijnde, waren al de Leden
tegenwoordig, en deeld aan denzelven mede, eene aanklagte van de
Directie van het 2e Gesticht tegen de Kolonisten dochter Gatske
Jetzes Schuilinga oud 19 Jaar, van dit Gesticht, als zoude
hebben uitgetrokken 15 stammen aardappelen op de hoeve van den
Bouwboer Fukke onder genoemd Gesticht.
De raad heeft de beschuldigde doen binnen staan en haar gehoord;
zij ontkende dat feit, en verklaarde daaraan geen schuld te
hebben,-
De raad deed haar aftreden en liet den Veldwachter J. de Gans
binnen komen met nog twee bedelaars Kolonisten van het 2e
Gesticht, welke als getuigen tegen haar waren,
hen gehoord hebbende, hield de veldwachter de Gans
staande, zij schuldig was;-
doch de twee andere getuigen verklaarden dat geene, het welk zij
ter harer verontschuldiging had ingebragt, namelijk: dat zij
slechts van eenige opgetrokken stammen aardappelen waarvan er nog
4 op de grond lagen in de hand te hebben genomen, zonder dezelve
mede te voeren;-
vervolgens binnen geroepen den arbeiders Kolonist W. J. van
der Wal met nog twee Kolonisten dochters van dit Gesticht,
welke voor haar getuigden, en verklaarden genoemd Meisje daar aan
niet schuldig was.
De Raad liet de zes getuigen aftreden om over dit onderwerp te
delibereeren.
Overwegende dat er geene genoegzame overtuiging bestond om G.
J. Schuilinga schuldig te verklaren, zoo heeft de Raad haar
vrij gesproken van de tegen haar ingebragte beschuldiging, waarna
zij is binnengeroepen onder mededeeling van dit besluit, haar
echter onderhoudende, strengelijk het oog op haar zal worden
gehouden.
Op rondvraag van den President niemand der Leden iets meer
hebbende voor te stellen, sluit de vergadering.
Aldus opgemaakt als boven is vermeld, en ondertekend door:
C. W. Rensing, President
A. M. J. Textor, G .H. Kuipers, B. W. Dikland, R. S. Hunia, Leden
J. F. Morriën, Secretaris
Voor Extract Conform
De Secretaris
J. F. Morriën
Notities bij het zittingsverslag