Present
C. W. Rensing, president
Leden: A. M. J. Textor, G. H. Kuipers, R. S. Hunia, B. Dikland
J. F. Morriën, secretaris,
De raad door den president geconvoceerd zijnde, waren alle de
leden tegenwoordig.
De president opent de vergadering, en deeld aan den raad mede,
ontvreemding door den Kolonisten zoon Pier Schuilinga van
15 koppen Wortelen a f.-01 en dus f.-15.
De raad heeft den aangeklaagden doen binnen staan om hem in
deze te horen.
Daar hij bekende dat de aanklagte conform de waarheid was, zoo
heeft de raad hem doen buiten staan om over de aan hem op te
leggen straf te delibereeren.
De raad beschouwd dat art: 2 La c van het reglement moet worden
toegepast.
“Ontvreemding, verwaarlozing, opzettelijke beschadiging en verkoop
of verpanding van een anders goed, het zij van mede kolonisten het
zij van de Maatschappij, in gebruik toebehorend of niet, waarop
art 3 de straf bepaald.
“Drie dubbele vergoeding van het ontvreemde, verwaarloosde,
beschadigde, verkochte of verpande door hem, die zich voor de
eerste maal aan de misdrijven onder La e vermeld schuldig
maakt”
Met algemeene stemmen heeft de raad gecondemneerd Jetze
Alberts Schuilinga te debiteren voor f. -45,
zijnde drie dubbele vergoeding van het ontvreemde door zijne Zoon
Pier Schuilinga, op rekening zijner reserve, tevens met
opsluiting in de strafkamer voor den tijd van 4 dagen om den
anderen dag te water en brood.
Waarvan proces verbaal is opgemaakt, de gecondemneerde hebbende
doen binnen staan, is dit vonnis hem voorgelezen.
Op rondvraag van den president geene der leden iets meer hebbende
voor te dragen, word de vergadering gesloten.
Aldus opgemaakt als boven is vermeld, en ondertekend door:
C. W. Rensing, President
A. M. J. Textor, G. H. Kuipers, R. S. Hunia, B. Dikland, Leden
J. F. Morriën, Secretaris
Voor Extract Conform
De Secretaris
J. F. Morriën
Notities bij het zittingsverslag