Present: C. W. Rensing, Pres
Leden van den Raad: A. Textor, G. Kuipers, B. W. Dikland, R. S.
Hunia
J. F. Morriën
Secretaris
Alle de leden zijn tegenwoordig.
Door den President wordt aan den raad mededeeling gedaan van het
zich zonder verlof uit de Koloniën verwijderen van den
Hulpbehoevenden Kolonist
Johannes Christoffel Rangé
Gedurende den tijd van 12 dagen; daar bij opmerkende, dat het door
hem aangevraagde verlof zoo wel door de directie van dit Gesticht,
als door den Heer Directeur der Koloniën zelve, was
gewijgerd;
zelfs is hij met één dag permissie naar Frederiks-Oord geweest om
nog te beproeven andermaal de vergunning van meergemelden
Directeur te mogen erlangen, die hem gelaste zich onverwijld naar
Veenhuizen terug te begeven.
De Hoofd oorzaak van deze zijne verwijdering is geweest, om zijn
aangevraagd ontslag uit de Koloniën te bevorderen, waar toe hij
dacht dat zijne tegenwoordigheid te ’s Hertogenbosch
noodig was, van waar hij opgezonden is en waar heen hij zich heeft
begeven gehad.
De Raad in overweging nemende, het dubbel strafbare dat er in
gelegen ligt, zich tegen alle Koloniaal gezag te verzetten, acht
de gewone straf op dit misdrijf volgens Art 3 § 1 luidende
Opsluiting van drie tot acht dagen in de strafkamer naar gelang
der omstandigheden van hem die zich voor de eerste maal aan de
misdrijven onder L A tot C vermeld hebben schuldig
gemaakt –
te gering en stelt derhalve voor
Dit huisgezin voor een onbepaalden tijd te verwijderen naar de Ommerschans
onder bepaling echter dat deze overplaatsing niet zal worden ten
uitvoer gelegd, zoo dan het besluit zal zijn of hij al dan niet
met ontslag zal vertrekken.
De President sluit de vergadering.
Aldus opgemaakt op datum als in hoofd dezes vermeld en
onderteekend door
(wgt) C. W. Rensing, President
Leden van den Raad: A. Textor,, G. Kuipers, B. W. Dikland, R. S.
Hunia
J. F. Morriën, secretaris
voor copie conform
de Secretaris
J. F. Morriën
Notities bij het zittingsverslag