Present
C. W. Rensing
Leden: G. J. Hendriks, W. Heidema, B. W. Dikland, R. S. Hunia
J. F. Morriën, secretaris
De Raad vergadert zijnde, wordt door den voorzitter geôpent.
De hulpbehoevende kolonist Jan Kiesling N: 322 bis, wordt
voor den Raad geroepen, om dat hij op den zoo genaamden houtwal
tusschen de 1e en 2e Wijk, in een grep, onzedelijkheid heeft
gepleegt, of op zijn minst genomen, heeft trachten te plegen, met
de zoo ongelukkige aan toevallen onderhevige bestedeling Johanna
Turf N 1697.
Beiden voor de Raad van Tucht geroepen zijnde, wordt Kiesling
door de wees Johanna Turf op zoo danig eene wijze
overtuigd, dat hij er niets tegen inbrengen kan, en alzoo, voor
schuldig, moet gehouden worden.
De President en daarna ieder lid in het bijzonder, trachten de zoo
zeer schuldigen Kiesling, innig te doen gevoelen, wat hij
gedaan heeft, hem wijzende op het ongelukkige voorwerp dat zelfs
nu en dan blijken van krankzinnigheid geeft,
en zoo mede op den gewoonen Regter, die hem wegens schending van
de eerbaarheid op den publieken weg, in dien daar van aangifte
gedaan werd, in hechtenis zoude kunnen nemen, en voor den Regtbank
doen teregt staan.
In aanmerking nemende, dat Kiesling 58 jaren oud,
weduwnaar, en vader van verscheidene kinderen is, waar van er
thans nog 5 onder de Weezen in de zalen verpleegt worden, terwijl
hij als éénloopend persoon, bij den bouwboer van Eisden in
de kost is, en op het land werkt.
Overwegende dat iemand van die leeftijd, Vader van zoo vele
kinderen, die zulk een misdrijf begaat, wel geene verzachting van
straf zal kunnen verwachten.
Wordt besloten
Den hulpbehoeftigen Kolonisten weduwnaar Jan Kiesling N
322 bis, overeenkomstig artikel 3 Sub 2: van het Reglement van
Tucht voor Kolonisten huisgezinnen, voor eenen onbepaalden tijd,
onder autorisatie van de Permanente Kommissie, over te plaatsen
naar de Ommerschans.
Aldus gedaan op dato als boven
(get: ) C. W. Rensing, President
Leden: G. J. Hendriks, W. Heidema, B. W. Dikland, R. S. Hunia
& J. F. Morriën, secretaris
Voor Copie Conform
De Secretaris
J. F. Morriën
De Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid,
gelezen den brief van den Directeur der Kolonien 9 dezer N3372 en
de daarbij ingezonden Processen-Verbaal van de Raden van Tucht bij
de Gestichten te Ommerschans en Veenhuizen over de maand November
ll.
Besluit:
Te bekrachtigen de verwijzing voor een onbepaalden tijd naar de
strafkolonie Ommerschans van den hulpbehoeftigen kolonist J.
Kiesling N462 bis (niet 322) en van de als strafkolonist te
Veenhuizen gevestigde gewone Kolonist J. Kamstra met zijn
huisgezin.
Afschrift dezes zal worden gezonden aan den Directeur der
Kolonien ter uitvoering.
De Permanente Commissie.
Notities bij het zittingsverslag