Present
C. W. Rensing, Presidt
Leden van den Raad: A.Textor, G. Kuipers, J. Meijer, A. v.d.
Berg
J. F. Morriën, Secretaris
De Raad vergaderd zijnde, opent de President dezelve.
Wordt voorgenomen
Warner Bruins Slot, N. 2566, Bed Kol (desertie voor de 3e
maal, diefstal van een kantschop aan de Maatschappij
toebehoorende, verkoop derzelve aan de Smilde, en diefstal van 30
Cent Kol. munt uit de lade van den tafel bij den Kol. E. Y. de
Jong, op hoeve N. 7 waar hij arbeide)
Men liet hem binnen staan om gehoord te worden.
Hij had niets ter zijner verontschuldiging in te brengen, en
bekende de beide daden verrigt te hebben.
De president gebood hij af zoude treden om over zijne misdrijven
te kunnen raadplegen.
Gezien Art 11 van het Reglement van tucht voor Bedelaars
Kolonisten, luidende,
“ Hij die voor de eerste maal ontvlugten wil en daar in wordt
verhinderd, of ontvlugt weder terug gebragt is, zal met opsluiting
in boeijen tot 10 dagen toe, de twee eerste te water en
brood worden gestraft, met mede neming vaan goederen buiten de aan
hebbende kleeding of onder verzwarende omstandigheden, als ook
ontvlugting voor de tweede maal, met opsluiting in boeijen
gedurende 14 dagen, waarvan de drie eerste en de drie
laatste te water en brood en met verzwarende omstandigheden voor
de tweede maal of volgende malen benevens
eenvoudige ontvlugting voor de derde en volgende
malen met vijftien tot veertig rietjes slagen en
opsluiting als voren, zullende al de ontvlugt geweest zijnde of
die dit kennelijk hebben willen doen, na de ondergane straf ten
minsten vier maanden lang, eene onderscheidene kleeding
moeten dragen en in de discipline Zaal worden geplaatst.”
en Art 13.
“Ontvreemding, verwaarlozing, beschadiging of verpanding van goed
aan de Maatschappij, aan Ambtenaren aan de mede kolonisten of aan
iemand anders behoorende, zal worden gestraft met dubbele
vergoeding van het ontvreemde, verwaarloosde, beschadigde of
verpandene uit het te goed bij de Maatschappij benevens opsluiting
in boeijen, van drie tot veertien dagen na gelang
de omstandigheden, desnoods te water & brood
om den anderen dag, en bij herhaling van een dier misdrijven
altijd met veertien dagen opsluiting in boeijen, de drie
eerste en de drie laatste te water en brood.”
Gehoord de Leden van den Raad ieder in het bijzonder
Wordt besloten:
De hier voren aangehaalde Artikels van het Reglement van Tucht in
deszelfs geheel toe te passen en mits dien den Bed. Kol. W. B.
Slot, N. 2566 te straffen met opsluiting in de
strafkamer voor den tijd van 14 dagen, de drie eerste en
de drie laatste te water & brood, met de boeijen aan,
benevens 20 Rietslagen en gedurende vier maanden eene
onderscheidene kleeding te dragen.- vervolgens zijne rekening
oververdiensten te belasten voor de dubbele Tarief waarde van de
ontvreemde kantschop ad f 3.50 – en voor 60 Centen, wegens
ontvreemde gelden, als mede met f 8.- voor betaalde premie en
desertie kosten, te zamen dus met eene som van f 12.10
Aan den voornoemde Bedelaars Kolonist werdt dit vonnis bekend
gemaakt.
De raad werdt gesloten.
Aldus opgemaakt op dato als boven gemeld en onderteekende door
(wgt) C. W. Rensing, President
Leden van den Raad: A. Textor, G. Kuipers, J. Meijer, A. v.d. Berg
J. F. Morriën, Secretaris
Voor Copie Conform
de Secretaris
J. F. Morriën
Notities bij het zittingsverslag