Tegenwoordig zijn de Leeden:
A. de Geus, Adjunkt Directeur als Voorzitter
J. Thonhauser Kapitein Kommt der Veteranen
L. Nijenbandering, onder Directeur buiten
C. Blanke, veteraan onder officier
C. Koens, arbeiders kolonist
benevens C.W.Rensing, boekhouder binnen, als Secretaris
Art 1
De Raad geconvoceerd zijnde in zake den Veteraan Krijnberg de
welke door de, op den 11e dezer door de Raad verwezene arbeiders
koloniste de Wed J. van den Berg, als Vader van haar jong geborene
wordt opgegeven.
Art 2
Gehoord den Veteraan Krijnberg welke bekend de Vader van het kind
te zijn, doch overegens te kennen gevende, dat indien hij over dit
geval straf verdiend, hij, als militair zijnde, door een
krijgsraad verlangd gecondemneerd te worden, of de bepaling zijner
straf aan het Gouvernement overlaat.-
Art 3
Gezien Art 23 van het Reglement van Tucht voor de arbeiders
huisgezinnen & veteranen gearresteerd den 8 Julij 1829,
luidende als volgt:
“Overplaatsing naar de Ommerschans; echter zal met hen geen
plaats hebben, maar deze straf in dezelfde gevallen worden
vervangen door de voordragt van de schuldigen tot een schandelijk
ontslag uit de Kolonie aan Zijne Koninklijke Hoogheid den Heere
Commissaris Generaal van Oorlog, waartoe de Permanente Kommissie
zich het regt heeft voorbehouden bij art 25 van het genoemd
Kontrakt.-
Art 4
Overwegende dat “onzedelijke omgang met of verleiding tot
onzedelijkheid van anderen” volgens art 2 Lett f van het Reglement
in voorgaand artikel geciteerd, bij de arbeiders huisgezinnen, met
verwijzing naar de Kolonie aan de Ommerschans gestraft wordt.-
Art 5
De Leeden conformeren zich met het gevoelen van den Voorzitter om
de straf op art 23 toe te passen en stellen mits dezen aan de
Permanente Kommissie voor het provoceren van het schandelijk
ontslag uit de Kolonie, van den Veteraan Krijnberg.-
Aldus gearresteerd op dato als boven
De President & Leeden
A. de Geus, J. Thonhauser, L. N. Bandering, Coens, Blanken
Ter ordonnantie
De Secretaris
C.W. Rensing
Notities bij het zittingsverslag