De directeur der koloniën doet op 10
januari 1829 verslag van een bezoek
aan Veenhuizen, loopt diverse zaken langs, rapporteert een
geweldincident en bespreekt met dokter Sasse een
sollicitant. |
Dominee Johannes Heersprink meldt op 29 januari 1829 een schreeuwend gebrek aan 'Kerk- en onderwijsboeken'. Meer dan de helft van zijn catechisanten heeft geen 'vraagboeken'. |
Net als begin januari schrijft de directeur
der koloniën ook op 6 februari 1829 een verslag
van zijn bezoek
aan Veenhuizen, waarbij hij alle facetten van het leven
daar langsloopt. |
Van het rapport
van de directeur over Veenhuizen van 6 maart 1829
heb ik slechts fragmenten. De gezondheidstoestand is
buitengewoon gunstig en waterzuiveringsapparaten zijn
simpel te maken. |
Op 12 maart 1829 stuurt de
directeur wat
stukken naar de permanente commissie waaruit blijkt
dat er tekeningen gemaakt zijn en het oude tuchtreglement
voor wezen naar Den Haag gaat. |
Ook op 9 april 1829 een kort
gehouden verslag
van Veenhuizen. In het eerste gesticht is plaats gemaakt
voor nieuw aankomende weeskinderen, de koornmolen en het
karnen en het vee. |
Een onbekende heeft een verslag gemaakt van de viering van Koningsdag 24 augustus 1834 in de kolonie Veenhuizen, welk verslag volgens een bijschrift is geplaatst in de Groninger Courant. |
Adjunct-directeur van het derde gesticht
Sikke Berends Drijber onderhandelt met diverse betrokkenen
over een
vaarverbinding tussen Veenhuizen en Friesland. Op 13
juni 1836 doet hij verslag. |
Een in augustus 1837 door
Gedeputeerde Staten van Drenthe opgestelde instructie voor de
sluiswachter van het sluisje tussen de Norgervaart
en de Veenhuizense Vaart. |
Een van de regelmatige bezoeken van
de directeur aan de kolonie Veenhuizen in februari
1842. Hij loopt alle vormen van landbouw- en
industriele bedrijvigheid langs, met commentaar uit Den
Haag. |
Er is gebrek aan ruimte
in Veenhuizen, zowel voor woonruimte als voor
werkzaamheden. Directeur Van Konijnenburg schrijft er november
1842 een (slechts gedeeltelijk getranscribeerde)
notitie over. |
De directeur houdt het verslag van zijn bezoek
aan de kolonie Veenhuizen in april 1843 dit keer
kort. Winterrogge, zomerrogge, pramen met mest,
katoen-spinnerij en een dronken zaalopziener. |
De directeur is weer op bezoek in
Veenhuizen geweest en daarvan 'tamelijk te vreden'
teruggekeerd als hij 9 mei 1843 bericht krijgt van
een 'onaangename passage'. Opstand en vechten! |
Twee dagen later, op 11 mei 1843,
stuurt de directeur het volgende verslag
vanuit Veenhuizen. Alles is onder controle en de ergste
booswichten zijn met veel militair vertoon uit de kolonie
weggevoerd. |
Als de permanente commissie er op 24
juli 1843 over te spreken komt, blijkt de angst van
adjunct-directeur Rensing voor haar oordeel
onterecht. Ze vinden dat hij het goed heeft aangepakt. |