dat hoeves als het ware erfelijk worden Blijkbaar zijn er behoorlijk wat gezinnen die het op de kolonie zo goed bevalt dat ze ook hun nageslacht daar willen houden. Maar er is er maar eentje die de ouders kan opvolgen, vaak is dat de jongste zoon. Een andere optie is het trouwen van een kolonistenweduwe, wat vaak voorkomt (zie elders op de site) en die hoeve voortzetten. Of een kolonistendochter/zoon trouwen en dan je schoonouders opvolgen als kolonist. Of bij je subcommissie zeuren tot ze je zomaar een hoeve geven. Via al dat soort manieren zijn er gezinnen die na verloop van tijd meerdere hoeves in gebruik hebben. En als daarvan de kinderen weer groot worden...... Het gevolg is natuurlijk wel dat de boel dichtslibt. Sommige subcommissies die graag weer eens een nieuw gezin op de kolonie zouden willen plaatsen, zijn er niet zo gelukkig mee. Gorinchem bijvoorbeeld wil een tijd lang niet meewerken aan overschrijving van de hoeve op naam van een nakomeling, omdat 'dusdanige overschrijving onze hoeves erfelijk zou maken'. Maar ook zij zwichten op den duur. In het boek gaat het over het dichtslibben op blz. 368 en verder. Daarbij stem ik in met de schatting van mevrouw Kloosterhuis in haar boek 'De bewoners van de vrije koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid' dat er vanaf omgeveer 1830 nog maar plaats was voor zo'n twintig nieuwe gezinnen per jaar. De rest werd in beslag genomen door nakomelingen van eerdere kolonisten. Hier een paar van de ontstane kolonistendynastiën. Ik maak daarbij geen onderscheid of de opvolgers gewone vrije kolonisten zijn of vrijboeren, arbeidershuisgezinnen, wijkmeesters of strafkolonisten, ik kijk alleen wie er onder de Maatschappij van Weldadigheid bleven vallen. Alleen 'ingedeelden' tellen niet mee, 'aangetrouwd' kolonist, dus kolonistenvrouw worden, weer wel. Voorkinderen tellen ook mee. Voor minder dan drie opvolgers doe ik het niet. Onderaan de pagina staat nadere informatie over de geslachten. Dit is bij lange na niet volledig. De meeste hieronder zijn tot stand gekomen in samenwerking met familie-onderzoekers van de betreffende geslachten, want het is nogal een uitzoekerij. Wie nog een dynastie wil aandragen, is van harte welkom! Als ik er voldoende verzameld heb, ga ik ze sorteren op volgorde van grootte, zodat er een 'kampioen-dynastie' uitrolt.
|
Nadere informatie over de betrokkenen |
Uhl (volgt) Gerritsma, alle vermeldingen op deze pagina's van Gerritsma's staan in het file van proefkolonist Tjallig Gerrit Gerritsma Van Putten, volgt Pieter Hansen Rusch. Zie over hem de pagina https://www.wikitree.com/wiki/Rusch-220 gemaakt door Jan Pieter Rusch, die ook aan bovenstaande overzichtje heeft meegewerkt. Een achterkleinzoon van de in 1833 aangekomen kolonist, Harmannus Rusch, heeft gezorgd voor de kleurrijke landkaarten die in de tweede helft van de 20ste eeuw in alle schoollokalen hangen, zie hier. Van Agteren, volgt Brinksma, herkomst Steenwijkerwold, aankomst 30 januari 1862 en daarmee de laatstaankomenden van de hier genoemde dynastietjes. Het geslacht komt verder op deze site (nog) niet voor. Genealogische informatie is te vinden op de site van Henk Woudenberg Beun, Johannes Beun sr arriveert juli 1820 en begint in Wilhelminaoord op hoeve nummer 36. - Ze worden genoemd bij het overzichtje van Leidse kolonisten. - Isaäc Beun speelt een rol in het tweede verhaal uit Wilhelminaoord Dat verhaal staat trouwens ook op de site van Marcel Beun - Huwelijken met andere kolonisten worden genoemd bij proefkolonist Johannes van der Heijden en bij proefkolonist Gerrit Hogenbrink. Verder genoemd bij Elzing op Wilhelminaoord hoeve 43 Zie voor genealogische gegevens de genealogie Beun Van Os, alle vermeldingen op deze pagina's van deze familie Van Os (niet te verwarren met die van Hendrik van Os, huisverzorger in Willemsoord hoeve 50) staan in het file van Cornelis van Os Koens/Kuntz komt op deze site verder (nog) niet voor. |