Schiedam, den 30 september.
De sub-commissie der maatschappij van Weldadigheid binnen deze
stad geeft bij deze kennis aan derzelver contribuanten, en aan
allen, welke deel nemen in de goede pogingen, die in het werk
gesteld worden, ter ontginning der onvruchtbaar geweest zijnde
landerijen, en ter voorziening in den nood der behoeftigen, welke
tot dat gewigtig en heilzaam doel werkzaam zijn, dat, in het
begin der maand maart dezes jaars, naar de kolonie Frederiksoord,
van hier vertrokken zijn,
Arie Kammans en zijne huisvrouw Margaretha Broekhuizen,
met hunne zes kinderen, en, den 14 augustus laatstleden, de
volgende zes kinderen:
Jan Grebe, oud 16,
Nicolaas Barnouw, oud 14,
Jan Barnouw, oud 12,
Hermanus Jurgens, oud 14,
Christiaan Barend Pinger, oud 9 en
Frederik Hanneman, oud 6 jaren.
Ieder voor de som van ƒ 60 in het jaar, met bijvoeging van eene
huisverzorgster, genaamd Adriana Broekman wed. Cornelis
Tuijlen, en van twee huisgezinnen,
het een van Frans Mandos en Geertruij Halverhout,
met hunne drie kinderen,
en het ander van Jan Wardenier en Elisabeth Timmerman,
ook met hunne drie kinderen, allen zonder eenige betaling;
als ook, dat, op den laatstgemelden dag, van hier verzonden zijn
twee huisgezinnen, tegen betaling van ƒ 25 per hoofd, en waarvoor
3/4 der contributie in berekening komt; zijnde deze huisgezinnen
dat van
Abraham Prins en Hester de Jel, met hun kind, en
dat van
Herman Beekman en Agneta Kleipoot, met 2 kinderen.
De sub-commissie voornoemd, berigt ontvangen te hebben, dat alle deze derwaarts vertrokkenen aldaar in welstand zijn gekomen, en met genoegen en ijver in hunne nieuwe loopbaan verkeeren, verheugt zich, dit een en ander openlijk te kunnen melden, tot blijdschap van die allen, welke tot hiertoe hunne penningen daartoe gegeven hebben, en die ter hunner aanmoediging, om hiermede voort te gaan; als ook ter opwekking van anderen, die met deze heilzame inrigting niet bekend zijn, om ook hierin, door hunne giften, de behulpzame hand te leenen, volkomen overtuigd zijnde, dat voor de kolonisten in allen opzigte wordt gezorgd, aan de kinderen gepast school-onderwijs verleend en aan allen, ieder naar zijne godsdienstige denkwijs, de gelegenheid voor godsdienstig onderwijs, en de openlijke godsvereering beschikt.
De sub-commissie voornoemd,
W.J. Heiligers, president.
J.T. de Greve.
P. Loopuijt.
C. van Herwerden, secretaris.
J.L. Loggen, thesaurier
C.J. Nolet.
Met uitzondering van Hermanus Jürgens komen de kinderen in huis
bij Adriana Broekman weduwe Coenraad Tuilen op
hoeve 86 van Willemsoord, zie dit
stamboek.
● Jan Grebe is de oudste van het clubje en volgens de kolonieadministratie geboren 12 februari 1804. Achter zijn naam staat genoteerd: 'Jan Grebe gedeserteerd 4 sept 1822, Grebe den 2 nov 1822 van desertie terug doch den 27 jan 1823 overleden'.
● Nicolaas Barnouw is volgens de kolonieadministratie
geboren in 1805. Hij wordt na twee jaar overgeplaatst: 'N.
Barnauw overgeplaatst 1 July 1822 naar hoeve 81'. Hij komt dan bij
Trijntje Jans, weduwe Karper, een huisverzorgster uit
Dokkum.
Bij de aanmerkingen staat hier: 'N. Barnauw gedeserteerd geweest
zijnde, 26 Nov 1822'. Hij gaat 1 mei 1825 'in dienst der
Nationale Militie', dus zijn dienstplicht vervullen.
● Jan Barnouw is ongetwijfeld een broer van Nicolaas en
volgens de kolonieadministratie geboren in 1807. Als
zijn broer wordt overgeplaatst blijft hij bij de weduwe Tuilen.
Hij deserteert van de kolonie op 1 maart 1827.
● Hermanus Jurgens blijkt
later de achternaam van der Most
te hebben en is een voorvader van de ondernemer die een pretpark
van kerncentrale Kalkar heeft gemaakt. Genealogische informatie
staat in de Kwartierstaan
van der Most. Meer informatie op deze bladzijden volgt nog.
● Christiaan Barend
Pinger heet later Christiaan Bärenfanger, maar er
zijn nog talloze andere variaties op zijn achternaam. Twee jaar
later komt zijn aan een geslachtsziekte lijdende zus Catharina
ook in de kolonie. Meer over hen staat op deze pagina.
● Frederik
Han(n)eman is volgens de kolonieadministratie geboren 29
december 1813. Hij doet het ook erg goed. Hij komt ook (zie
bij Christiaan Bärenfanger) in het Instituut in Wateren en heeft
daar het kwekelingennummer 20 in het kwekelingenregister met invnr
1610. In het daaropvolgende register met invnr 1584 staat
'Hanneman naar kol3 h57 17 april 1832'.
Hij werkt dan als ondermeester in het koloniale onderwijs en woont
bij de weduwe Zwak, zie het stamboek Willemsoord met invnr 1360
bij hoeve 57. Daar staat vermeld dat hij op 19 juli 1834
de kolonie moet verlaten om in militaire dienst te gaan. Zie de vermelding
van 'ondermeester Hanneman' in het schoolverslag van september
1834.
Adriana Broekman weduwe Coenraad Tuilen zorgt acht jaar
voor Schiedamse en andere wezen en heeft er dan genoeg van en gaat
ervandoor.
Arie Kamans vestigt een
kolonie-dynastietje, en een verre nakomeling komt voor op deze pagina.
Frans Mandos is een van de
weinige kolonisten die géén nakomelingen op de kolonie achterlaat.
Jan Wardenier heeft weer
wel nageslacht dat op de kolonie blijft, zie bijvoorbeeld deze pagina waar ze
misschien prinselijk bloed in de familie krijgen.
Zie over Abraham Prins en echtgenote deze pagina.
Herman Beekman volgt nog