De Permanente Commissie etc
In aanmerking nemende dat ofschoon de comptabele ambtenaren der
Maatschappij bij voortduring steeds alle vertrouwen verdienen, de
ondervinding echter de noodzakelijkheid heeft doen zien van het
vorderen van borgtogt van alle ambtenaren in de Kolonien, welke
geldelijk beheer uitoefenen, en zulks ten einde de Maatschappij
zoo veel doenlijk vrijtewaren voor de mogelijke nadeelen, welke
eene min getrouwe pligtsbetrachting van de zijde der ambtenaren
haar zoude kunnen berokkenen.
Dat het stellen van zulk eenen borgtogt, behalve van den
boekhouder des Directeurs, als welke daartoe bereids verpligt is
verklaard, voornamelijk gevorderd kan worden van den Directeur, de
Hoofden der gestichten en de Onderdirecteurs in de Kolonien.
Nader gelet op de sub 23 Junij ll. N14 en advies gehouden missive
van den Directeur der Kolonien van den 14 bevorens N1010 in
verband met deszelfs missive van den 19 Meij jl. N839 en de
aanschrijving van de P. C. van den 31e dier maand N11.
Besluit:
Artikel 1
De borgtogten in de premissen dezer bedoeld worden vastgesteld op
de navolgenden voet, te weten:
● Voor den Directeur der Kolonien f 10,000:-
● Voor den adjunctDirecteur van het etablissement van de
Ommerschans op f 2000:-
● Voor den adjunctDirecteur van het 1 Gesticht te Veenhuizen op f
2,000:-
● Voor den Instituteur te Wateren op f 750:-
● Voor de onderdirecteurs in de gewone Kolonien op f 750:- voor
elk
● Voor de onderdirekteurs binnen te Ommerschans, Veenhuizen N1, 2
en 3 op f 1000:- voor elk
● Voor de onderdirekteurs buiten in evengemelde gestichten op f
750:- voor elk.
Artikel 2
De adjunctDirekteur der gewone kolonien wordt, als geene
behandeling van penningen hebbende voorloopig vrijgesteld van het
presteren van borgtogt, terwijl ten aanzien van den borgtogt door
de adjunctDirecteurs van het 2e en 3e Gesticht te stellen
door de P. C. nadere bepalingen zullen worden gemaakt.
Artikel 3
De borgtogten, door de ambtenaren voorschreven te stellen, zullen
in geld of vaste goederen worden gepresteerd, zullende in
eerstgemelde geval aan de borgstellers voor het in de
Maatschappelijke Kas gestorte eene jaarlijksche rente van vijf ten
honderd worden gegeven, terwijl in het andere geval door de
belanghebbenden zoodanige acte van verband zal behooren te worden
gepasseerd als door de P. C. nader zal worden opgegeven.
Voor zoo verre het storten van eenen borgtogt op evengemelden voet
den ambtenaren bezwaarlijk mogt vallen zal een personele borgtogt,
mits ten genoege van de P. C. , voldoende zijn.
Artikel 4
De Directeur der Kolonien zal zoo spoedig mogelijk aan de P. C.
verslag doen van de keuze welke naar aanleiding van het vorige
artikel door de ambtenaren zal zijn gedaan, ten einde de P. C. de
verdere beschikkingen ter executie van deze resolutie zoude kunnen
nemen.
Afschrift dezes etc.
En heeft de P. C. besloten aan den Direkteur te schrijven
hetgeen volgt:
Bij onze resolutie van heden welke UwEd hiernevens gevoegd zal
vinden, hebben wij bepalingen vastgesteld nopens de prestatie van
borgtogten door de ambtenaren in de Kolonien welke beheer van
penningen hebben.
Wij hebben gemeend voor de adjunctDirecteurs der gestichten 2
& 3 te Veenhuizen voorloopig geene bepalingen te moeten maken,
uit hoofde van de mogelijkheid eener verandering in het
administratief beheer van dezelve ten gevolge van het
waarschijnlijk vertrek van de Onderdirecteur binnen van het 3
Gesticht.
Wij wenschen het daarvoor te hebben gehouden dat de gemaakte
bepalingen geenszins worden beschouwd als gegrond op eenig
wantrouwen, welke wij van de ambtenaren zouden hebben, maar als
voortgesproten uit het beginsel om alle takken van bestuur zoo
veel mogelijk tot dat punt van orde te brengen welke ook voor
andere administratien is aangenomen en bij langer gemis waarvan
het hoofdbestuur der Maatschappij niet vrij van berisping zou
blijven.
Wij verzoeken UwEd de ambtenaren daarop opmerkzaam te maken.
De P. C.
● 1. T.H.P. van Marle, boekhouder directeur, borgsteller
Theodorus Egbertus van Marle te Monnickendam
● 2. Bartholomeus Schurer, onderdirecteur van
Willemsoord
● 3. Lambert Nijenbandering, onderdirecteur-buiten van
Veenhuizen-2 en -3
● 4. Jacob Kluvers, onderdirecteur-binnen Veenhuizen-2 (zie ook deze pagina)
● 5. Jannes Poelman, adjunct-directeur Veenhuizen-1
● 6. Gerrit Kuipers, onderdirecteur-buiten Veenhuizen-1
● 7. Coenraad Hulst, onderdirecteur-binnen Veenhuizen-3,
borgsteller mr. Wolter Hendrik Hofstede te Assen
● 8. Jan Frederik Krieger, onderdirecteur-binnen
Veenhuizen-2 (zie ook deze
pagina)
● 9. Sikke Berends Drijber, adjunct-directeur Veenhuizen-3
● 10. Jan Bosscha, onderdirecteur-buiten Ommerschans
● 11. Kornelius Mulder, adjunct-directeur Ommerschans
● 12. Cornelis Wilhelmus Rensing, onderdirecteur-binnen
Ommerschans: Acte van Borgtocht gepasseerd door Frederik Swam te
Almelo, ten behoeve van C.W. Rensing, Onderdirecteur van het
Etablissement de Ommerschans binnen, ten beloope van f 1000.00 ten
overstaan van Notaris J. van Riemsdijk te Almelo, den 12 April
1832.
● 13. Adrianus de Geus, adjunct-directeur Veenhuizen-2
● 14. Jan Hessels van Wolda, Instituteur te Wateren
● 15. T.H.P. van Marle, boekhouder directeur
● 16. Alle Jans Wijkstra, onderdirecteur-buiten
Ommerschans
● 17. Adrianus de Geus, adjunct-directeur Ommerschans
● 18. H. Faaken, onderdirecteur Frederiksoord
● 19. Coenraad Hulst, adjunct-directeur Veenhuizen-2, borgsteller
mr. Wolter Hendrik Hofstede te Assen
● 20. Geert Meine Bersma, onderdirecteur
Wilhelminaoord
● 21. Kornelis Laarman, onderdirecteur-binnen Veenhuizen-1
● 22. T.H.P. van Marle, boekhouder directeur
● 23. Adrianus de Geus, adjunct-directeur Ommerschans
● 24. Kornelis Laarman, onderdirecteur-binnen Veenhuizen-2
● 25. A.H. Idserda, onderdirecteur Wilhelminaoord
● 26. Pieter Postema, onderdirecteur Willemsoord
● 27. Augustinus Matthias Jacobus Textor,
onderdirecteur-binnen Veenhuizen-1
● 28. Coenraad Hulst, adjunct-directeur vrije koloniën, borgsteller
mr. Wolter Hendrik Hofstede te Assen
● 29. Jacob Kluver, adjunct-directeur Veenhuizen-2
● 30. Willem Lodewijk Dammers, winkelier te Willemsoord
● 31. J.L. Hovingh, onderdirecteur Willemsoord
● 32. Jan Frederik Krieger, onderdirecteur-binnen
Ommerschans
● 33. Cornelis Wilhelmus Rensing, onderdirecteur-binnen
Veenhuizen-3: Acte van Borgtocht, gepasseerd door J.A. Elzinga te
Groningen, ten behoeve van C.W. Rensing, Onderdirecteur van
Veenhuizen, 3e Etablissement binnen, ten beloope van f 1000.00 ten
overstaan van Notaris J.N. Quintas te Groningen, den 6e augustus
1838.
● 34. Pieter Postema, onderdirecteur-buiten Ommerschans
● 35. Adrianus Hulst, adjunct-directeur Ommerschans
● 36. Abraham Bernard Ente, onderdirecteur-binnen
Veenhuizen-2
● 37. Johan Hendrik Engelbregt, adjunct-directeur
Veenhuizen-2
● 38. Sikke Berends Drijber, adjunct-directeur
Veenhuizen-3
● 39. Cornelis Wilhelmus Rensing, adjunct-directeur
Veenhuizen-2: Acte van Borgtocht,gepasseerd voor J.A. Elsinga te
Groningen, ten behoeve van C.W. Rensing, Adjunct-Directeur van het
2e Gesticht te Veenhuizen, ten beloope van f 2000.00 ten overstaan
van Notaris J.N. Quintas te Groningen, den 22e Augustus
1843.
● 40. Willem Lamberts Heidema, onderdirecteur-buiten
Veenhuizen-2
● 41. Johannes Hendrikus Geraets, Instituteur te Wateren
● 42. Jan Bosma, onderdirecteur-binnen Veenhuizen-3
● 43. Jan Frederik Krieger, adjunct-directeur Veenhuizen-2
● 44. Cornelis Wilhelmus Rensing, adjunct-directeur
Veenhuizen-1: Acte van Borgtocht, gepasseerd voor den Heere J.A.
Elsinga te Groningen ten behoeve van C.W. Rensing,
Adjunct-Directeur van het 1e Gesticht te Veenhuizen, ten beloope
van f 2000.00, ten overstaan van den Notaris J.N. Quintas te
Groningen, den 29e Augustus 1845.
● 45. Gerardus Johannes Hendriks, onderdirecteur-binnen
Veenhuizen-2
● 46. Sebastianus Tillemanus van Son,
onderdirecteur-binnen Ommerschans
● 47. Gerardus Johannes v.d. Schroeff,
onderdirecteur-binnen Ommerschans
● 48. G.W. van Lemel, onderdirecteur-binnen Veenhuizen-2
● 49. François de Plot, onderdirecteur Willemsoord
● 50. C.J. Hulsebosch Vledden, onderdirecteur Veenhuizen-2
● 51. J.L. Hoving, winkelier te Willemsoord
● 52. M. van der Ven, winkelier te Willemsoord