Jaar
Groen van Prinsterer in 1826
Aanteekeningen op een reisje naar de coloniën der Maatschappij van weldadigheid in 1826. Reisdagboek door Guillaume Groen van Prinsterer, waaruit geciteerd wordt in De bedelaarskolonie pagina's 17, 256 en 260 en dat in zijn geheel op internet staat.
Onbekende bezoeker Ommerschans
1839
Ik weet niet waar deze precies vandaan komt, maar ik heb hem
een keer gehad van de vereniging de Ommerschans. Een bezoeker in
1839 beschrijft de vervaardiging van aardappelbrood op de
schans. Opgemerkt moet worden dat de door de bezoeker genoemde
verhouding aardappel- en roggemeel niet van alle tijden is. Die
verhouding verandert regelmatig, zie De kinderkolonie
pagina 69, 169, 209-210 en 358.
De broodmagazijnen staan buiten het hoofdgebouw en bevatten de
korenmolen, de baktroggen en de ovens.
Het brood bestaat uit twee delen geraspte aardappelen en een deel
grof gemalen rogge.
De aardappelen worden eerst in eenen, van dunne plankjes hout
vervaardigden cilinder, die in eene met water gevulde kuip
ronddraait, afgewasschen en komen vervolgens, zonder geschild te
zijn, onder de raap, welke de gedaante heeft van een afgeknotten
kegel ter hoogte van omtrent drie op eene vlakte van twee voeten,
wier benedenrand een voet hoog met eene ijzeren, vol gaten
geboorde plaat bekleed is.
Deze kegel draait rond in eene cilindervormige, vaststaande kast,
die eenige lijnen wijder van omvang is en van binnen eveneens eene
soortgelijke ijzeren plaat tot bekleedsel heeft.
De aardappelen worden tusschen deze twee platen gekneusd en
fijngemalen door de snelle ronddraaiende beweging, welke een paard
dat buiten het gebouw loopt, door middel van een gewoon raderwerk
daaraan mededeelt.
De pap druipt tusschen kegel en cilinder door in eenen trog,
waaruit men ze opschept om er grove zakken mede te vullen, die men
daarop uitperst in een grooten bak, welks met gaten doorboorde
wanden het nog in de brei aanwezige vocht laten wegloopen.
Ten laatste wordt zij met grof roggemeel, waarin de zemelen
gelaten zijn, tot een deeg dooreen gewerkt.
Men mengt 75 ons zout onder de 150 ponden gewigt en kneedt er
brooden van ter zwaarte van 6 ponden en 6 oncen, die in de oven 6
oncen verliezen en op een stuiver het pond te staan komen.