Drents Archief, toegang 0186, invnr 961 mapje 1828
De Permanente Kommissie,
Gezien het rapport van den Onderdirecteur, omtrent eene
voorloopig, onder nadere goedkeuring der Kommissie, door den
Onderdirecteur van de Ommerschans buiten namens de Maatschappij op
eene bijeenkomst van de belanghebbenden in de Markte van Vaersen,
aangegane schikking, met de overige Marktgenooten der gemelde
Markte, wegens eene in 1824 gedane schutting van schapen der
Maatschappij, welke vervolgens onder storting van borgtogt, weder
zijn ontslagen.
Overwegende, dat, aan de eene zijde, het getal in de Markte
geweide schapen inderdaad grooter schijnt geweest te zijn dan de
gewaardheid der Maatschappij daartoe regt gaf, doch dat, aan de
andere zijde, de schutting en bewaring dier schapen op eene geheel
onwettige wijze schijnt geschied te zijn.
Overwegende, dat in dien stand der zaken, waarin wederzijds
vergoedingen zouden kunnen gedoteerd worden, de ontworpen
schikking waarvan de strekking is om de helft der gestorte
borgtogt ter somma van een honderd vijftig guldens aan de
Maatschappij terug te geven en de andere helft voor vergoeding in
kosten aan de overige Marktgenooten aftestaan, billijk kan
geoordeeld worden.
Heeft besloten:
De door gemelde Onderdirecteur aangegane schikking te approberen
en mitsdien met de teruggave van vijf en zeventig guldens genoegen
te nemen en de overige vijf en zeventig guldens aan de
Marktegenoten van Vaersen voor vergoeding in onkosten aftestaan.
In invnr 961 bevindt zich ook een kladje van dit besluit,
met nagenoeg dezelfde tekst.