24 maart 1829 N239: Opheldering ten aanzien van het reglement van tucht voor de bedelaars van 25 february 1829. Verbod aan de zaalopzieners in de Bedelaars Gestichten om certificaten van goed gedrag aftegeven


Drents Archief, toegang 0186, invnr 967


De Permanente Commissie

Besluit

aan den Directeur der kolonien te schrijven als volgt

Naar aanleiding van de bij Uzelve missive van den 5 dezer maand N137 A. gemaakte bedenkingen op het Reglement van Tucht voor de Bedelaars Kolonisten hebben wij, bij alteratie van art. 11 van het zelve,
nader bepaald,
dat het dragen van het onderscheidend pak het welke door hem die het draagt moet bekostigd worden
tenminste vier maanden moet duren en
overigens aan de nadere bepaling van deze Raad wordt overgelaten, kunnende het pak uit de geschiktste stof, die het best zelf te bewerken is, bestaan.

Wijders is door de discipline zaal een bijzonder vertrek bedoeld zoo als door UwEdG. is aangewezen.

Bij verschillende in onze handen gestelde verzoekschriften van bedelaars Kolonisten, hebben wij verklaringen van goed gedrag door zaalopzieners afgegeven gevonden, die ons uit ons geheel brengen bij het daarop uitbrengen van rapport; weshalve wij UwEdG verzoeken de zaalopzieners te gelasten dat zij zich daarvan behoren te onthouden, maar slechts aan ons verklaring omtrent het gedrag hunner onderhebbende kolonisten hebben afteleggen wanneer dit hun wordt afgevraagd.