Drents Archief, toegang 0186, invnr 973
De Permanente Commissie
Nader gelet op de consideratien van den Directeur der Kolonien,
vervat in zijnen brief van den 24 December ll. N2424, betrekkelijk
de gemaakte bedenkingen bij zijn voorstel om bij verstrekking van
nieuwe kleeding aan de weezen hun de versletene te doen ontnemen,
ten einde tot herstelling van hunne oude kleederen gebruikt te
worden.
Overwegende dat het vermelde voorstel zoowel strekt om de
kleeding-reparatie kosten, over het geheel te verminderen, als om
eene bestaande gelegenheid tot ontrouw wegtenemen en het verkoopen
van oude kleedingstukken voortekomen
Besluit:
Art 1.
De oude kleedingstukken der kinderen, in de kindergestichten te
Veenhuizen, zullen wanneer zij geheel afgesleten en niet meer te
herstellen zijn, doch niet eerder, teruggenomen en voor de
kleedingreparatie gebruikt worden.
Art 2.
Voor elk versleten kleedingstuk, dat terug genomen wordt, zal een
nieuw in plaats gegeven worden, zullende de weezen steeds voorzien
zijn:
die van het mannelijk geslacht
van 3 hemden
2 gebreide borstrokken
3 paar kousen
2 linnen broeken;
2 halsdoeken
2 linnen buizen;
2 pijen buizen.
die van het vrouwelijk geslacht
van 3 hemden
2 gebreide borstrokken
3 paar kousen
2 borstlappen
2 halsdoeken
2 zwarte voerlaken jakken
2 zwarte mutsen
2 witte mutsen.
terwijl zij overigens van al de andere artikelen van kleeding
één stuk zullen hebben.
Art 3.
Het verstrekken van meerder kleeding dan bepaald is bij Art 2
wordt verboden.
Afschrift dezes etc.
● Een besluit over de kleding voor weeskinderen bij het begin van de wezenopvang, van 22 januari 1824, staat op deze pagina. Of er tussentijds besluiten hierover zijn geweest heb ik niet nagegaan.
● Na dit besluit barst geleidelijk de discussie los over het ook
verstrekken van onderbroeken aan weesjongens, zie voor die
discussie deze pagina.