7 maart 1835 N19: De koloniale Raden van tucht mogen geen kwijtschelding van straf verleenen, maar moeten de verordening van tucht toepassen zoals dezelver liggen


Drents Archief, toegang 0186, invnr 973


De Permanente Commissie

Gelezen eene brief van den Directeur der kolonien van den 24 February ll N354 daarbij onder andere inzendend een proces verbaal van den Raad van Policie en tucht voor Veteranen huisgezinnen van den 28 January ll waarbij vrouw Klapvelder schuldig bevonden aan het verkoopen van sterken drank, van de daaropgestelde straf wordt verschoond,

Besluit:

Voor deze keer in die uitspraak te berusten, doch den Directeur der Kolonien optedragen, om den Raad voorn. onder het oog te brengen,

dat dezelve in dezen zijne bevoegdheid is te buiten gegaan, daar de Raad wel tot verschooning kan voordragen, maar geenszins zelf vrijstelling van straf vermag te verleenen,

moetende de koloniale verordeningen van tucht worden toegepast zoo als dezelve liggen, behoudens het vermogen der raden van tucht om de vonnissen, die niet uitdrukkelijk aan de goedkeuring der Permanente Commissie zijn onderworpen, voorloopig niet ten uitvoer te doen leggen, voor het geval dat men vermeenen mogt dat er grond bestond om kwijtschelding van straf aan de Perm. Comm. voor te dragen.

NB: Zie hier voor de tuchtzitting waarop dit besluit een reactie is.