Besluit van 24 oktober 1842 N6, houdende wijziging der besluiten van 19 september 1838 N8 en 28 february 1842 N5, nopens de administratie der gewone koloniën


Drents Archief, toegang 0186, invnr 980

De Permanente Commissie
Willende overgaan tot de regeling der verrekening van het tegoed of de schuld op oververdiensten, door de kolonisten der gewone kolonien gemaakt van 1e july 1841 tot ulto juny 1842.
Gehoord het rapport van den Directeur voor de Administratie, op de ingezondene staten te dier zake, en gelet op de staten door den Directeur voor de administratie opgemaakt en overgelegd.
Overwegende dat een aantal huisgezinnen het maximum van het winkelgeld geniet, zonder iets of althans niet genoegzaam op oververdiensten te goed te maken, om daaruit te bestrijden de gevorderde stortingen voor gebouwen, administratiekosten en geneeskundige diensten.
Gelet op het besluit van den 19 september 1838 N8 in verband met het besluit dd 28 febrary 1842 N5

Besluit:

Artikel 1.
Te rekenen van 1e januari 1843, zal geen huisgezin zijne verdiensten tot een gulden de persoon 's weeks toe genieten, alvorens hetzelve f 20:- tegoed op reserve zal hebben gemaakt, tot bestrijding der kosten voor gebouwen, administratie en geneeskundige dienst, zullende tot zoolang slechts aanspraak hebben op de verstrekking en uitbetaling van 80 cents voor elken persoon per week.

Artikel 2.
In verband met het bovenbepaalde, wordt het besluit van 19 september 1838, N8, gewijzigd bij dat van 28 february 1842 N5, andermaal gewijzigd, in dier voegen dat de artikelen 1 en 2, te rekenen van 1o January 1843 zullen worden gelezen als volgt:
Het 1e artikel.
Elk kolonistenhuisgezin, hetwelk f 20:- in de reserve tegoed heeft, voor daaruit te bestrijden de kosten voor gebouwen, administratie en geneeskundige dienst, zal zijne verdiensten genieten tot één gulden de persoon 's weeks toe, en daarvoor ontvangen:
18 kop aardappelen voor ....................... 18 cent
3 pond brood voor ..................................21 cent
kleding, huisraad en gereedschappen... 24 cent
winkelgeld ............................................. 37 cent
Zamen ................................................. 100 cent

behalve 10 percent zakgeld aan de kinderen, van derzelver eigen verdiensten eerst aftetrekken.

Zoo lang echter een huisgezin het bovengemelde bedrag van f 20:- niet te goed heeft op reserve, zal hetzelve slechts 10 cents per hoofd per week van zijne verdienste genieten, te weten in
11 kop aardappelen voor ........................... 11 cent
3 pond brood .............................................. 21 cent
kleding, huisraad en gereedschappen ....... 24 cent
winkelgeld .................................................. 17 cent
te Zamen ................................................... 80 cent

Het 2e artikel.
De meerdere verdiensten worden het huisgezin te goed geschreven, om voor hen die bereids een te goed op reserve van f 20:- hebben, te strekken tot aanvulling der verdiensten in die weken, waarin dezelve buiten hunne schuld geen gulden de persoon bedragen, en voor die huisgezinnen welke nog niet in het geval verkeren van f 20- tegoed op reserve te hebben om een te goed op reserve ten bedrage van f 20- te verkrijgen.

-------

Dit besluit is een harde bezuiniging en als de directeur der koloniën merkt hoe boos de kolonisten hierop reageren, gaat hij ertoe over het besluit eigenhandig te veranderen. Dat nieuwe besluit van de directeur bevindt zich in invnr 270 de scans 396-397:

Frederiksoord, den 1 February 1843

De Directeur der Koloniën,
Overwegende dat de met 1 January jl. ingevoerde bepaling der Permanente Commissie van den 26e October jl. nr.6 dat er niet eerder boven het minimum van 17 centen winkelgeld den persoon, ’s weeks, zal worden uitbetaald voordat ƒ20.- ter vergoeding van administratiekosten in reserve gemaakt zijn, den kolonist al te zeer drukt, omdat:
1. De verdiensten in den winter klein zijn.
2. Zo daar meer turf benodigd is, die daarvan betaald moet worden.
3. De prijs van den turf ook met 1 January jl. van 70 centen tot op ƒ1.- der stok is verhoogd.
en 4. Het merendeel der koeyen thans droog staat en de tuin ook geen groenten oplevert.

Overwegende dat de invoering dan ook aanleiding heeft gegeven tot luide klagten, waarvan de Directeur de gegrondheid niet geheel kon tegenspreken.
Overwegende dat de Hooge Regering gezind is in de noodzakelijke behoefte van den kolonist te voorzien en omdat geen reden bestaat om zijn inkomsten in het tegenwoordig oogenblik zoo zeer te bekorten.
Overwegende dat de bedoelde inhouding voor administratiekosten bij vele huisgezinnen toch geschieden kan al worden niet alle verdiensten boven de 80 cent per hoofd thans geheel ingehouden

Besluit:

Het besluit der Permanente Commissie van den 26 October jl N6 wordt in zooverre gewijzigd dat hetgeen een huisgezin boven de 80 centen per hoofd in eene week verdient, slechts voor de helft zal worden ingehouden en voor de andere helft uitbetaald tot het maximum van 37 centen per hoofd winkelgeld toe.
Er zal een afschrift hiervan aan den Adjunct Directeur worden uitgereikt, ter oogenblikkelijke uitvoering.
De Directeur Voornoemd
get. J. van Konijnenberg Cz.

Op 7 februari 1843 licht hij Den Haag in over zijn besluit. Dat is niet de permanente commissie want die is 1 januari afgetreden, maar dat zijn de 'hoofdambtenaren belast met het tijdelijk beheer'. De brief van de de directeur is in invnr 270 scans 393-394:

Frederiksoord, den 7e February 1843

In weerwil der omstandigheden met de Maatschappij heb ik het besluit der voormalige Permanente Commissievan den 24e October jl. no. 6, omtrent de uitbetaling van winkelgeld in de gewone Koloniën doen invoeren.
Dit gaf echter luide klagten onder de kolonisten en al de ambtenaren gevoelden dat daarin veel grond gelegen was.
Het is daarom dat ik de verdere uitvoering heb gematigd bij het besluit van den 1e dezer maand no. 256, waarvan ik de eer heb UwEd. een afschrift toe te zenden.
Dit heeft die luide klagten doen bedaren en zoo kan, dunkt mij, die bepaling wel verder blijven gehandhaafd.

Intusschen hebben eenige kolonisten bij een request, hetwelk heden in mijne handen gekomen is, zich aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken beklaagd, waarop ik antwoorden zal.
De eerste ondertekenaar was de Kolonist Kniesenburg, dezelfde die, den 3e dezer maand, bij de Adjunct Directeur om inlichting nopens den stand zijner reserverekening komende, in zijne gewone drift ontstak zoodat hij den Ambtenaar eene snede over het aangezigt en op de hand toebragt, welke wonden echter spoedig schijnen te zullen genezen.
Hiervan is aan den gewonen Regter aangifte gedaan en het is te denken, dat hij spoedig zal worden gehaald en in verzekerde bewaring gebragt, om vervolgens zijne welverdiende straf te bekomen.
Ik heb gemeend UwEd. daarvan kennis te moeten geven.

De 'hoofdambtenaren belast met het tijdelijk beheer' bespreken deze brief op 16 februari 1843 onder agendapunt N7, invnr 939. Dit Pikken Ze Niet!

Besluit van de permanente commissie hoofdambtenaren belast met het tijdelijk beheer 16 February 1843 N7

Gelezen den navermelde brief van den Heer Dir der Kol
Besluit
daarop te antwoorden als volgt:
In antwoord op UwEd Missive van den 7 dezer N 344 hebben wij de eer UwEd te kennen te geven, dat wij de daarbij ons medegedeelde door UwEd gemaakte wijziging in het besluit der P.C. van den 24 October ll N 6 niet kunnen goedkeuren, maar integendeel moeten verlangen, dat genoemd besluit onveranderd worde ten uitvoer gelegd.
Met leedwezen hebben wij de verwonding van den Adjunct Directeur der Gewone Kolonien door den kolonist Kniessenburg vernomen.
Wij vertrouwen dat de aangifte van dit wanbedrijf de verdiende straf der misdadiger ten gevolge zal hebben.
Verzoeken UwEd het gevolg der gedane aangifte ?? verslag te willen doen.