Drents Archief, toegang 0186, invnr 981
De Permanente Commissie
Gelezen het door den Directeur der Kolonien bij brief van den 14 Junij ll. N1658, overgelegd Proces Verbaal van den Raad van Policie en tucht in de gewone Kolonien van den 3e dier maand, behelzende onder andere verwijzing van de huisgezinnen van
P. Middelham
J. Rutten en
P. van Bree
naar Veenhuizen ter plaatsing als arbeiders gezinnen en van
H. Matena
naar de Strafkolonie de Ommerschans als mede naar
dezelfde Kolonie van de kolonisten kinderen
Paulus Jansen
Geertje van Galen
Maria
Elisabeth Adee en
L. de Jongh
de twee
eerstgemelden, wanneer zij van hunne desertie terug mogten komen
en naar Veenhuizen van
Antonius Bolkenstein,
zoodra hij
van zijn 3/m verlof in de kolonien zal zijn terug gekeerd,
zijnde de drie eerstgenoemden en de laatst gemelde schuldig
bevonden aan onzedelijken omgang
Besluit
1 de etc.
2. te bepalen, dat wanneer kolonisten zich aan eenig
misdrijf hebbende schuldig gemaakt, de Kolonien, ter ontwijking
van de straf, ontvlugten voor dat hunne zaak aan den raad van
policie en tucht zal zijn onderworpen, deze daarover geen
uitspraak zal doen zoo lang de ontvlugten niet in de Koloniën
zullen zijn terug gekeerd.
3. vast te stellen, dat kinderen van Gewone kolonisten,
schuldig aan onzedelijken omgang, doch zich, door
eigendunkelijke verwijdering uit de Koloniën, aan de op het
misdrijf gestelde straf onttrekkende, niet meer vrijwilliglijk
in de kolonien zullen kunnen terug keeren.