25 juli 1844 N3: Verbod aan de gewone kolonisten om hunne zonen die zich vrijwillig in militaire dienst hebben begeven, naderhand weder bij zich te nemen met bedreiging van straf, en dat de beschikking op de te dien einde aan de Permanente Commissie gerigte adressen door de jonge lieden buiten de kolonien zal behooren te worden afgewacht


Drents Archief, toegang 0186, invnr 982


De Permanente Commissie

Gelezen het rapport van den Directeur der Kolonien van den 17 dezer No. 1915, gevraagd den 8 bevorens No. 22, op een adres van A. H. Ladru, gepasporteerd militair, strekkende om weder in de Gewone Kolonien bij zijne moeder de weduwe Ladru te worden opgenomen

Besluit

1 aan enz.

2 ten aanzien der Kolonisten kinderen uit de Gewone Kolonien, die zich vrijwillig in militaire dienst begeven hebben, en ingevolge de bij het besluit van den 19 October 1843 N2 ad 7m gemaakte verandering, door de Koloniale Directie niet weder in de huisgezinnen hunner ouders kunnen worden toegelaten, te bepalen dat zoodanige ouders welke hen eigendunkelijk bij zich in huis nemen, ernstig zullen worden gewaarschuwd de jongelingen te doen vertrekken;

dat, wanneer zoodanige waarschuwing door hen buiten gevolg wordt gelaten, hun eene week lang de verstrekking van brood en winkelgeld zal worden onthouden, en

dat, bij aldien ook die maatregel het verzet niet mogt doen ophouden, de weerstrevige huisgezinnen voor een onbepaalden tijd naar de Strafkolonie aan de Ommerschans zullen worden verwezen.

3 den Directeur der Kolonien te kennen te geven dat, indien en ter zake voorschreven adressen aan de Permanente Commissie mogten worden gepresenteerd de beschikking der Permanente Commissie daarop niet behoeft te worden afgewacht om de algemeene voorschriften gevolg te doen hebben, zullende de belanghebbende jongelieden die beschikking buiten de Kolonien behooren aftewachten.

Extract dezes enz.