Drents Archief, toegang 0186, invnr 982 (ook in invnr 1617)
De Permanente Commissie,
Overwegende dat het van belang is, om bij de kolonisten in de
bedelaarsgestichten het verkoopen, verkwanselen en verwaarloozen
van kleeding, meer krachtdadig dan tot dus verre is geschied, te
keer te gaan,
Gelet op den brief des Directeurs der kolonien van den 9 dezer
N2661,
Besluit:
Artikel 1.
de bedelaarskolonisten welke terzake voorschreven ten tweede male
door de Raad van Tucht in overtreding worden bevonden, en
dientengevolge in schuld op kleeding geraken, zullen onverminderd
de gewone straffen bij het Reglement vastgesteld, ten laste hunner
kleeding rekening een onderscheidend bovenpak ontvangen, om het
drie maanden achtereen te dragen, zullende zoolang hunne gewone
bovenkleeding in bewaring worden genomen;
Artikel 2.
het doek voor het bedoelde bovenpak zal zijn van dezelfde soort
als het deserteurspak echter zonder zwarte streepen, maar grijs of
witachtig gespikkeld, als zullende geweven worden met zwart
geverwden inslag op een wit gelaten ketting;
Artikel 3.
het tegenwoordig besluit, zal, alvorens in werking te worden
gebragt, drie keeren, op het appel, aan de kolonisten duidelijk
worden voorgelezen.
Dit afwijkende tenue voor bedelaaars die meermalen kleding
hebben verkocht, wordt vermeld op pagina 297 van De
strafkolonie.