18 oktober 1844 N12: Bepaling omtrent de straf voor bedelaarskolonisten, die ten tweede male door den Raad van tucht wegens overtreding schuldig worden bevonden


Drents Archief, toegang 0186, invnr 982 (ook in invnr 1617)

De Permanente Commissie,

Overwegende dat het van belang is, om bij de kolonisten in de bedelaarsgestichten het verkoopen, verkwanselen en verwaarloozen van kleeding, meer krachtdadig dan tot dus verre is geschied, te keer te gaan,

Gelet op den brief des Directeurs der kolonien van den 9 dezer N2661,

Besluit:

Artikel 1.
de bedelaarskolonisten welke terzake voorschreven ten tweede male door de Raad van Tucht in overtreding worden bevonden, en dientengevolge in schuld op kleeding geraken, zullen onverminderd de gewone straffen bij het Reglement vastgesteld, ten laste hunner kleeding rekening een onderscheidend bovenpak ontvangen, om het drie maanden achtereen te dragen, zullende zoolang hunne gewone bovenkleeding in bewaring worden genomen;

Artikel 2.
het doek voor het bedoelde bovenpak zal zijn van dezelfde soort als het deserteurspak echter zonder zwarte streepen, maar grijs of witachtig gespikkeld, als zullende geweven worden met zwart geverwden inslag op een wit gelaten ketting;

Artikel 3.
het tegenwoordig besluit, zal, alvorens in werking te worden gebragt, drie keeren, op het appel, aan de kolonisten duidelijk worden voorgelezen.


Dit afwijkende tenue voor bedelaaars die meermalen kleding hebben verkocht, wordt vermeld op pagina 297 van De strafkolonie.