26 juni 1847 N12: Den Raad van Tucht te Ommerschans zijne verpligting onder het oog gebragt om de bij het Reglement van Tucht bepaalde straffen toetepassen zonder iets daarbij te voegen ten aanzien van de kolonisten Mulder, Repel en Wijnands


Drents Archief, toegang 0186, invnr 984


De Permanente Commissie,

Nader gelezen de, bij den brief des Directeurs der Kolonien van den 1 dezer N1714, onder andere ingezonden Notulen van den Raad van Tucht te Ommerschans van den 6 Mei ll.

in aanmerking nemende dat blijkens die notulen de kolonisten Mulder, Repel en Wijnands, respectivelijk zijn gestraft met 28 dagen opsluiting, te water en brood, met 22 dagen opsluiting, te water en brood, en met 22 dagen opsluiting, om den anderen dag te water en brood.

Overwegende dat die straffen voor een gedeelte willekeurig zijn, in zooverre zij niet overeenkomen met de in de notulen aangehaalde artikelen 11 en 13 van het Reglement van Tucht,

Besluit:

Den Raad voornoemd zijne verplichting onder het oog te brengen om de bij het Reglement bepaalde straffen toe te passen, zonder iets daarbij te voegen.