Besluit van de permanente commissie 27 november 1849 N21 nopens de bediening der waterhuisjes te Veenhuizen en te Ommerschans


Drents Archief, toegang 0186, invnr 984

De Permanente Commissie,

Nader gelezen den brief van den Directeur der Kolonien van den 13 October ll. N2730, betrekkelijk de voordeelen welke de zaalopzieners trekken uit de waarneming der koffijhuisjes te Veenhuizen.

Nader gelezen diens brief van den 23 April ll. N1092. omtrent het verkoopen van koffij aan Kolonisten door de zaalopzieners te Ommerschans.

Overwegende dat er in het minst geene termen bestaan om de zaalopzieners in het genot te laten blijven van zulke belangrijke voordeelen, als thans gebleken zijn uit de bediening der koffijhuisjes voorttevloeijen.

En willende de waarneming van die koffijhuisjes in het algemeen aan vaste bepalingen onderwerpen,

Besluit:

Artikel 1.
De bediening der koffijhuisjes te Veenhuizen wordt op den voet, als bij Besluit van 6 Juny 1838 N1 is vastgesteld, aan de huisgenooten der zaalopzieners overgelaten.

Artikel 2.
De waarneming van het waterhuisje te Ommerschans blijft aan een daartoe geschikt kolonist opgedragen.

Artikel 3.
De toelagen in geld en verstrekking van turf, die tot dusverre voor de bediening dier huisjes genoten werd, worden ingetrokken.

Artikel 4.
De verstrekking van kokend water aan den kolonist zal steeds om niet plaatshebben en hem te dier zake nimmer iets mogen worden gerekend.

Artikel 5.
De gezette koffij welke in die huisjes verkrijgbaar zal worden gesteld zal moeten bestaan voor een keteltje van een kan water uit:
½ lood koffij
½ lood chicoreij
½ maatje zoete melk.

Artikel 6.
De Directie is gehouden gestrengelijk toetezien, dat de huisgenoten der zaalopziener en de kolonist die met de waarneming van het waterhuisje te Ommerschans is belast, op de daartoe daarvoor te bepalen, gezette tijden, de kolonisten in de gelegenheid stellen zich van koffij en kokend water te voorzien, voor zoo veel de koffij betreft tegen een cent het keteltje.

Artikel 7.
De voorschreven bepalingen worden gerekend in te gaan met den 1 January 1850.

Afschrift dezes enzovoort.