Naar het overzicht
van stukken over FENNER
Art: 1
Er zal worden angesteld een raad onder de naam van raad van
toezigt. Dezelve zal bestaan in den Heer Ond: Direct: President,
den boekhouder schreiber, den fongerenden Ond: Directeur van No.
5, den opziender Seijl en Evers leeden.
Art: 2
Voor deze raad zullen worden gebragt, alle de kolonisten welke
zich hebben schuldig gemaakt aan eene misdaad, die meer dan
tweemaal 24 uuren cachot behoort te worden gestraft.
Art: 3
Misdaden van eener minderen aart, kunnen door den Heer Ond:
Directeur allen naar zijn goedvinden, overeenkomstig de
billijkheid en omstandigheeden worden gestrafd.
Art: 4
De raad van toezigt zal eenen schuldigen de straf van 4 dagen, met
of zonder verzwaaring kunnen opleggen en doen ondergaan; nog
zwaarder opgelegde straffen, zullen alvorens die uit te voeren,
worden opgezonden aan den Directeur, die daar over zijne orders
zal zenden.
Art: 5
De misdaaden kunnen zijn brutaliteit tegen den Ond: Directeur of
opzichters, het niet behoorig afwerken hunner opgelegden taak;
slordigheid in kleeding, onbetaamelijk gedrag tegen andere
kolonisten, pogingen om zich uit de kolonie te verwijderen,
verkoop van kleedigen enz.
Art: 6
Het is als eene vaste regel te beschouwen dat geene verstrekking
an kleding nog voedzel word gedaan, dan het geen door arbeid word
verdient. Hiervan kan alleen uitzondering worden gemaakt, in
geval van ziekte of te jonge jaaren op het niet behoorlijk
arbeiden, t volgd dus van zelfs de eerste straf in vermindering
van voedzel.
Art: 7
Alle de mannelijke kolonisten zullen zoo veel hunne jaren en
kragten toelaaten, tot de veldarbeid in de kolonie no.5 worden
gebruikt; egter zal men in anmerking nemen dat dit ook gevaarlijk
voor de goede ordre en de ontvlugting kan worden.
De bovenstaande artikelen zullen als vaste bepalingen worden
beschouwd en striktelijk naargekoomen, tot dat aangaande de
inrigting in t generaal der dwang-kolonie door de Permanente
Kommissie zelven, vaste bepaalingen zullen zijn gegeven. Mogte in
de uitvoering hier van, eenige zwaarigheeden worden gevonden,
zal het den Heer Ond: Directeur vrijstaan, daaromtrent een
voorstel te doen
De Ommerschanz den 25 november 1821
De Directeur der kolonien
Visser