Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE
Drents Archief toegang 0186 invnrs 965 en 988
De Permanente Kommissie van Weldadigheid,
Willende voor zien in eene goede en gepaste genees-, heel-, en
verloskundige dienst in de Kolonien en Gestichten, door de in
dezelve geplaatste geneesheeren en de hun toevertrouwde Apotheken
der Maatschappij en mitsdien alles regelen en op een bepaalden
voet brengen, wat hiertoe betrekking heeft;
Gelet op de voorstellen dien aangaande van den Heer Direkteur der
Kolonien ontvangen,
Besluit
Artikel 1
De genees-, heel- en verloskundige dienst van de Geneesheren der
Maatschappij strekt zich uit tot alle Kolonisten en derzelver
bestuurders, ieder die van de Kolonien en Gestichten waarin of
waarbij hij geplaatst is; de onderdirecteurs en andere ambtenaren
van gelijken of hogeren rang uitgezonderd.
Artikel 2
Het is aan de Geneesheeren verboden hunne praktijk buiten de
Kolonien of aan personen, die niet tot dezelver behoren uit te
oefenen, enkele bijzondere gevallen, waarin de menschelijkheid
hunne dienst volstrekt vordert en de benoodigde hulp van elders
niet spoedig genoeg verkrijgbaar is, uitgezonderd.
Artikel 3
De Onderdirecteurs en verdere ambtenaren van gelijken en hogeren
rang kunnen zich echter mede van de Geneesheeren der Maatschappij
als van vreemde bedienen, en mogen deze dezelve hun dan ook voor
eigen rekening verleenen.
Artikel 4
De Apotheken der Maatschappij aan de zorg en ten gebruike van de
Koloniale Geneesheeren toevertrouwd, mogen tot geen ander gebruik
als voor de zieken van de Koloniale Bevolking dienen, de enkele
gevallen bij artikel 2 omschreven uitgezonderd, terwijl het
daarbij den Geneesheeren uitdrukkelijk verboden wordt, om eene
bijzondere Apotheek te houden, of zelfs eenige geneesmiddelen
hoegenaamd van hun zelve bij of onder zich te hebben.
Artikel 5
De geneeskundige bediening en verzorging uit de Koloniale
Apotheken van de bedelaars, niet als arbeiders-huisgezinnen
geadministreerd wordende, en van de weezen in de Gestichten zullen
op den ouden voet blijven gescheiden, tegen de bepaalde vergoeding
door de bij de administrative bepalingen vastgestelde bijdragen.
Artikel 6
De bediening en verzorging van de Kolonisten in de gewone
Kolonien, van de hoevenaars, arbeiders- en strafkolonisten,
huisgezinnen en van die der Veteranen zullen voortaan voor gemeene
rekening plaats hebben, en zal, te dien einde, door ieder
huisgezin in vergoeding daarvan, aan de Maatschappij, wekelijks of
ineens jaarlijks, van zijne verdiensten of inkomsten worden
afgedragen of door de Direktie worden ingehouden eene cent ’s
weeks voor elk lid van een huisgezin.
Artikel 7
De ambtenaren beneden de rang van Onderdirecteur zullen mede, bij
wijze van abonnement: de geneeskundige behandeling en toediening
van medicijnen erlangen en wel tegen betaling van vijf cents ’s
maands voor elk lid van een huisgezin, in de eerste week van
iedere maand voor deze maand uit zijn salaris te voldoen of door
hen, die met de uitbetaling van hetzelve zijn belast, daarvan in
te houden.
Artikel 8
De ambtenaren, bij het vorig artikel genoemd, van de daarbij door
de Maatschappij aangeboden gunstige gelegenheid geen gebruik
verkiezende te maken, kunnen zich ook in dat geval, van elders
geneeskundige hulp en middelen doen verschaffen, wordende het
intusschen aan de Geneesheeren verboden, anders dan tegen de
vastgestelde bijdrage aan dezelve hunne dienst te verleenen en
geneesmiddelen uit te reiken.
Artikel 9
De ambtenaren van den rang van Onderdirekteur en daarboven die
verkiezen van de dienst der Koloniale Geneesheeren gebruik te
maken, kunnen zich dan ook uit de koloniale Apotheken
geneesmiddelen doen verschaffen.
De Geneesheeren zijn mitsdien gehouden om van zoodanige
afgeleverde medicijnen behoorlijk boek te houden en bij het einde
van iedere maand eene algemeene rekening in te zenden aan den
Adjunct-Direkteur der Kolonie of het Gesticht, waarin ieder hunner
geplaatst is; moetende dezelve inhouden den namen en rangen van
hen, aan wie geleverd is, en de waarde der medicijnen welke
dezelve voor de Maatschappij hebben, en ook gespecificeerd worden,
wanneer de belanghebbenden zulks verkiezen.
Artikel 10
De Adjunkt-Direkteurs zullen de sommen van bovengemelde
maandelijksche rekeningen, op den 1e of 2e van elke maand
moeten invorderen, inhouden of zelve storten, die vervolgens op
hunne rekening overnemen en op de gebruikelijke wijze
verantwoorden.
Artikel 11
In de gewone Kolonien moeten alle stortingen, hetzij van
kolonisten of van ambtenaren bij de hoofddirektie zelve
plaatshebben; terwijl die in de Gestichten moeten gedaan worden
bij de fondsen, waaruit de aankoop van medicijnen geschiedt.
Artikel 12
De geneesheeren zijn verpligt, om zoowel de ambtenaren van de
minderen rang dan dien van den Onderdirekteur, als de kolonisten
van welke klasse ook, - als behoorende allen tot de uitgestrekheid
van hunne dienst bij de Maatschappij -, met dezelfde zorg en ijver
te bedienen en te behandelen.
Artikel 13
Met den 1e van den derden maand van ieder trimester (te beginnen
met 1e December aanstaande) zullen de Geneesheeren aan den Heer
Direkteur der Kolonien en zal deze vervolgens aan de Permanente
Kommissie, moeten inzenden eene nauwkeurige en duidelijke opgave
van hetgeen zij vermeenen, voor de volgende drie maanden, in de
Apotheken noodig te hebben, dat hun daarop, voor den aanvang der
drie maanden vanwege de Permanente Kommissie zelve zal worden
verstrekt.
In bijzondere gevallen kunnen zoodanige aanvragen ook
tusschentijds gedaan worden; zijnde het echter zoowel aan de
Geneesheeren als aan de Direktie van eenige Kolonie of Gesticht
verboden, zelve eenige aankoopen van geneesmiddelen te doen, doch
tevens aanbevolen te zorgen, dat de aanvraage genoegzaam tijdig
geschiede, om van al het noodige behoorlijk voorzien te blijven.
Artikel 14
De Heeren Adjunkt-Direkteurs inzonderheid, wordt het toezigt op
eene naauwgezette nakoming van al de voorgaande bepalingen ernstig
aanbevolen, en worden zij zelfs verantwoordelijk gesteld voor de
misbruiken, die ten aanzien van artikel 2 en 4 onverhoopt mogten
plaatsgrijpen.
En zal hiervan afschrift worden uitgereikt aan den Heer Direkteur
der Kolonien tot narigt en uitvoering.
Aldus gearresteerd door de Permanente Kommissie van Weldadigheid
te ’s-Gravenhage, den 4 december 1827
(was geteekend) J. Sluiter
voor eensluidend afschrift, de secretaris der Permanente Kommissie
van Weldadigheid (geteekend) J. van Konijnenburg