Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE
Het is al geruime tijd bekend dat heel- en vroedmeester Dirk Rutger Hanzon per 1 oktober 1828 de Ommerschans zal verlaten en naar Oldemark gaat. Al in het nummer van november 1827 van het maandblad Vriend des Vaderlands schrijft de Commissie van Toevoorzigt erover, p 911. Ze voegen eraan toe dat er al gewerkt wordt aan opvolging en dat ze wel weten wie ze graag zouden willen dat Hanzon opvolgt als verantwoordelijke voor de gezondheidszorg op de Ommerschans. Met P.K. bedoelen ze de permanente commissie:
De P. K. heeft intusschen de noodige voorloopige maatregelen genomen, om hem door eenen geschikten opvolger vervangen te krijgen.
Het zou eene voor ons gevoel streelende gewaarwording zijn, indien zij termen kon vinden, om die geneeskundige dienst weder toe te vertrouwen aan dienzelfden onvrijwilligen bewoner van het gesticht, waarvan uwe gecornmitteerden in hun rapport over 1824, gewag maakten, en omtrent wiens kunstmatige geschiktbeid, de eerst ondergeteekende zich allezins overtuigd houdt.
Ongelukkig, dat er omstandigheden hadden plaats gehad, welke het der P. K. in der tijd noodig hadden doen oordeelen, hem die geneeskundige dienst niet meer toe te vertrouwen;
welligt heeft zij daartoe thans meerdere ruimte; en het denkbeeld, om eenen afgedwaalden weder op het regte spoor te brengen en met bekwaamheid winst te doen, kan haar welligt daar henen leiden, om ten dezen nog eene proeve te nemen.
Ze noemen geen namen, dus die vul ik hier maar in. De eerste ondertekenaar van dit verslag is Florentinus Jacobus van Maanen, die zelf medicus is. De persoon die ze bedoelen is Douwe Petrus van Steenwijk en met de 'omstandigheden' waardoor die eerder moest aftreden bedoelen ze het ingrijpen van prins Frederik die in 1826 niet wilde dat een ex-alcoholist de geneeskunde op de Ommerschans beoefent.
Inmiddels lijken die 'omstandigheden' niet meer zo te tellen. De nood is namelijk hoog. En op 19 september 1828, dus vlak voor het vertrek van Hanzon, schrijft directeur der koloniën Wouter Visser aan de permanente commissie, brief met nummer 427A invnr 93:
Ik maak van deze gelegenheid gebruik de Perm Komm te verzoeken mij ook hare intentie te willen mededeelen, betrekkelijk de geneeskundige dienst te Ommerschans na het vertrek des Heeren Hanson op de 1o October aanstaande, wijl het mij uit de oproeping in de Haarlemsche Courant gebleken is, dat nog geen opvolger is benoemd.
Ik voor mij zie geen ander middel dan onze toevlugt te nemen tot van Steenwijk, in tijd van nood toch houd men zich aan één stroo halm vast, gelukkig dat de Heer Harloff op den 24e dezer kan schrijven "De zieken worden dagelijks minder, en ik herinner mij niet de bevolking sedert lange zoo gezond gekend te hebben."
Genoemd Harloff is de adjunct-directeur van de Ommerschans. De permanente commissie gaat akkoord met dit voorstel (en trotseert dus prins Frederik). Het betekent het einde van de plannen van Douwe Petrus van Steenwijk om met dokter Hanzon mee te gaan naar Oldemakr. Vanaf 1 oktober 1828is hij weer geneesheer op de Ommerschans.