Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE





Dokter Amshoff vol in de aanval op Huet: de arme lijdertjes moeten alles gedugt slikken

'Ladingen op kruiwagens gaan van de apotheek naar de ziekenzaal', aldus dokter Amshoff in een brief gedateerd 24 september 1834, invnr 151 scan 277. Een frontale aanval op dokter Huet van het eerste gesticht.
Onderaan de pagina geeft Alfred Geerts een toelichting op twee passages uit de brief. Zie voor meer duiding van de geneeskunde uit die tijd deze pagina.


Assen den 24 Sept 1834

Ik heb UwEG, meer malen, zoo mondelijk als schriftelijk, moeten onderhouden, over de verregaande onhandelbaarheid en bijzondere ongeschiktheid van den Heer Huët in en voor zijne betrekking als geneeskundige te Veenhuizen. – Ik moet hoe onaangenaam mij zulks zijn mogen, hierop al wederom terug komen. –

Vriendelijke, ik mag zeggen, vriendschappelijke teregtwijzingen, zoo ik vermeen, gegrond, op rede en eenvoudig gezond menschenverstand, zijn niet in staat, hem van zijne denkbeelden, die hij eens heeft opgevat, af te brengen. – Het schijnt dat hij altoos, het opposite van dat gene wil verdedigen en volhouden, wat de andere partij vermeent op goede gronden voor waarheid te moeten houden. –

Daar zijne wijze van zien, doorgaande aandruischt tegen dat geen, wat goed, wat waar, wat nuttig is, vloeit hieruit, als van zelve voort, dat hij, door zijne handelwijze, dikwijls waarlijk veel nadeel doet.

Zijne geneeskundige kennis is, bij zijne onvolgbaarheid, allerbekrompenst. – Hij weet, schijnbaar van alles te praten; alles ligt in zijn hoofd verward door één. – Hij heeft echter volschlagen gebrek aan het oordeel van onderscheiding. (judicium disernendi).

Van hier profluëert, dat zijne geneeskundige behandeling, meestal verwarring is. Niet zelden ziet men, vier, vijf onderscheidene bereidingen van geneesmiddelen op de kribben der lijdertjes staan; die daarbij, dan nog helaas, in kragten geheel en al opposiet zijn – zoo geeft hij b.v. aan denzelfden patient, op denzelfden dag, bloedzuigers, vegetabile verkoelende dranken, kina, opwekkende naphtaas, opium en wijn – De man schijnt, alle systemen te willen amalgameren; - terwijl hij nog niet eens één kent. –

Van de zuinige Hahneman heeft hij echter volstrekt niets; want de arme lijdertjes moeten alles gedugt slikken. Ladingen op kruiwagens gaan van de apotheek naar de ziekenzaal. Waar vroeger een persoon dit werk gemakkelijk konde aanbrengen worden nú de veréénigde kragten van twee menschen meestal gevorderd. –

Schaduwen slegtsch van Brown, Rasori en Broussais woelen in zijne hersenen, schaduwen van als in een chaos dooreen. – Hij wil met Gaubius geen dienaar der goede natuur zijn; waarvoor hij ook geene omgaan, volstrekt geene dispositie heeft. –

Van hier dan ook de verschrikkelijke sterfte aan het eerste gestigt, vooral in vergelijking met het derde. – De proportie is als 2 tegen 1. –

Op mijne welmenende aanmerkingen, krijg ik altoos, het bitschen en in zijne schatting alles afdoende antwoord: dat de praktijk vrij is – de man heeft hoegenaamd geen de minste practischen tact, ook geloof ik, dat hem geene practische talenten bij te brengen zijn; ik heb ten minsten tot dus ver geene moeite ontzien om zoo mogelijk de man teregt te helpen; en omdat ik UwEG. ongaarn, met diergelijken onaangename klagten lastig val, en omdat ik hartelijk gaarne om der goede zaak wille, wenschte, dat de geneeskundige behandeling aan den Gestigten van Weldadigheid te Veenhuizen, thans weinig te wenschen zoude overlaten.

Doch het is in het belang, der ongelukkige wezen, en van sommige colonisten, die hij soms geheel en al verwaarloost, dat ik niet langer, inactief aanschouwer zijn kan, bij zoodanige verregaande, tegen alle theorie en ervaring aandruischende practijken. –

En hoe onaangenaam het mij dan ook zelf is, ik moet UwEG. proponeren dat UwEG. het daarhene gelieve te wenden, dat de Heer Huet zoodraa mogelijk; al waare zulks dan ook, eerst slegtsch voor eenen maand, geschorst worde in zijnen betrekking, met algeheele inhouding van zijn tractement; of dat hij finaal en wel hoe eerder zoo liever, ontslagen worde. –

Het eerste middel, wenschte ik nog wel eens, alleen uit menschelijkheid beproefd te zien; hoewel ik vreeze dat het mogelijk weinig effect zal sorteren – Het zal echter op zijne eerzucht en geldgierigheid werken – twee punten waarop hij nog al zwak is. –

Alle middelen, die ik onder mijn bereik had heb ik zonder eenige uitwerking beproefd. – Ik verzoek UwEG nogmaals, uit aanmerking van het belang van zoo vele menschenlevens, den zaak na rijpe deliberatien met den meesten spoed te willen termineren.

De chef van den Geneeskundige dienst te Veenhuizen,
Dr. G.H. Amshoff

Toelichting op twee passages uit de brief, door Alfred Geerts

zoo geeft hij b.v. aan denzelfden patient, op denzelfden dag, bloedzuigers, vegetabile verkoelende dranken, kina, opwekkende naphtaas, opium en wijn – De man schijnt, alle systemen te willen amalgameren; - terwijl hij nog niet eens één kent.

▪ Bloedzuigers, verkoelende dranken (vegetabile, dus plantaardig) en kina (kinine, koorts-/malariamedicijn) laten de hoeveelheid verhittend bloed afnemen. Ze verkoelen het lichaam.
▪ Naphtaas (aardolie, opium en (sterke) wijn) verhitten het lichaam juist.
▪ amalgameren: samensmelten: oftewel, welke richting kiest die beste man nou eigenlijk?

Schaduwen slegtsch van Brown, Rasori en Broussais woelen in zijne hersenen, schaduwen van als in een chaos dooreen. – Hij wil met Gaubius geen dienaar der goede natuur zijn; waarvoor hij ook geene omgaan, volstrekt geene dispositie heeft.

John Brown was een Schots medicus die een medische theorie publiceerde in 1780: hij stelde dat alle symptomen een teken van te grote stimulatie van het lichaam zijn. Externe factoren zijn dus de oorzaak. Verkoelen of (bij te weinig stimulans) verhitten van het lichaam was de oplossing.
Rasori was zijn Italiaanse navolger, die Browns werk vertaalde.
Broussais was een Franse navolger, die rond 1820 Browns werk hernieuwde aandacht gaf. Ook hij geloofde in overstimulatie en zocht de oorzaak in overstimulatie van de spijsvertering: dit zou vervolgens de andere delen van het lichaam irriteren. Aderlaten was bijna altijd het toverwoord (en is mogelijk een verklaring voor de scheepsladingen bloedzuigers die naar de Maatschappij gingen!)
Gaubius was een professor scheikunde in Leiden (rond 1778). Schreef onder andere over de ziekmakende uitwerking van de lucht: te hete en te koude lucht, te droge en te natte lucht, te zware of te lichte lucht; en alle ziektes die daarbij horen. De eigenschappen van lucht doen de vezels (en vooral de buizen in het lichaam) uitzetten of krimpen met blokkades of te trage doorstroming tot gevolg.
De wind kan hierop een gunstige of schadelijke uitwerking hebben, al naar gelang hoe de wind de verschillende soorten koude, warme, droge, natte lucht mengt en onder bepaalde druk op het lichaam brengt. Ook binnenklimaat is belangrijk: want in slecht geventileerde ruimtes kan het lichaam de uitwasemingen niet goed kwijt. Daarom: een goede dokter kijkt elke dag meerdere keren op de barometer!