Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE
Assen den 24 Sept 1834
Ik heb UwEG, meer malen, zoo mondelijk als schriftelijk, moeten
onderhouden, over de verregaande onhandelbaarheid en
bijzondere ongeschiktheid van den Heer Huët in en
voor zijne betrekking als geneeskundige te Veenhuizen. – Ik
moet hoe onaangenaam mij zulks zijn mogen, hierop al wederom terug
komen. –
Vriendelijke, ik mag zeggen, vriendschappelijke teregtwijzingen,
zoo ik vermeen, gegrond, op rede en eenvoudig gezond
menschenverstand, zijn niet in staat, hem van zijne denkbeelden,
die hij eens heeft opgevat, af te brengen. – Het schijnt dat hij
altoos, het opposite van dat gene wil verdedigen en volhouden, wat
de andere partij vermeent op goede gronden voor waarheid te moeten
houden. –
Daar zijne wijze van zien, doorgaande aandruischt tegen dat geen,
wat goed, wat waar, wat nuttig is, vloeit hieruit, als van zelve
voort, dat hij, door zijne handelwijze, dikwijls waarlijk veel
nadeel doet.
Zijne geneeskundige kennis is, bij zijne onvolgbaarheid,
allerbekrompenst. – Hij weet, schijnbaar van alles te praten;
alles ligt in zijn hoofd verward door één. – Hij heeft echter
volschlagen gebrek aan het oordeel van onderscheiding. (judicium
disernendi).
Van hier profluëert, dat zijne geneeskundige behandeling, meestal
verwarring is. Niet zelden ziet men, vier, vijf onderscheidene
bereidingen van geneesmiddelen op de kribben der lijdertjes staan;
die daarbij, dan nog helaas, in kragten geheel en al opposiet zijn
– zoo geeft hij b.v. aan denzelfden patient, op denzelfden dag,
bloedzuigers, vegetabile verkoelende dranken, kina, opwekkende
naphtaas, opium en wijn – De man schijnt, alle systemen te willen
amalgameren; - terwijl hij nog niet eens één kent. –
Van de zuinige Hahneman heeft hij echter volstrekt niets; want de
arme lijdertjes moeten alles gedugt slikken. Ladingen op
kruiwagens gaan van de apotheek naar de ziekenzaal. Waar vroeger
een persoon dit werk gemakkelijk konde aanbrengen worden nú de
veréénigde kragten van twee menschen meestal gevorderd. –
Schaduwen slegtsch van Brown, Rasori en Broussais woelen in zijne
hersenen, schaduwen van als in een chaos dooreen. – Hij wil met
Gaubius geen dienaar der goede natuur zijn; waarvoor hij ook geene
omgaan, volstrekt geene dispositie heeft. –
Van hier dan ook de verschrikkelijke sterfte aan het eerste
gestigt, vooral in vergelijking met het derde. – De proportie is
als 2 tegen 1. –
Op mijne welmenende aanmerkingen, krijg ik altoos, het bitschen en
in zijne schatting alles afdoende antwoord: dat de praktijk vrij
is – de man heeft hoegenaamd geen de minste practischen tact, ook
geloof ik, dat hem geene practische talenten bij te brengen zijn;
ik heb ten minsten tot dus ver geene moeite ontzien om zoo
mogelijk de man teregt te helpen; en omdat ik UwEG. ongaarn, met
diergelijken onaangename klagten lastig val, en omdat ik hartelijk
gaarne om der goede zaak wille, wenschte, dat de geneeskundige
behandeling aan den Gestigten van Weldadigheid te Veenhuizen,
thans weinig te wenschen zoude overlaten.
Doch het is in het belang, der ongelukkige wezen, en van sommige
colonisten, die hij soms geheel en al verwaarloost, dat ik niet
langer, inactief aanschouwer zijn kan, bij zoodanige verregaande,
tegen alle theorie en ervaring aandruischende practijken. –
En hoe onaangenaam het mij dan ook zelf is, ik moet UwEG.
proponeren dat UwEG. het daarhene gelieve te wenden, dat de Heer
Huet zoodraa mogelijk; al waare zulks dan ook, eerst
slegtsch voor eenen maand, geschorst worde in zijnen betrekking,
met algeheele inhouding van zijn tractement; of dat hij finaal en
wel hoe eerder zoo liever, ontslagen worde. –
Het eerste middel, wenschte ik nog wel eens, alleen uit
menschelijkheid beproefd te zien; hoewel ik vreeze dat het
mogelijk weinig effect zal sorteren – Het zal echter op zijne
eerzucht en geldgierigheid werken – twee punten waarop hij nog al
zwak is. –
Alle middelen, die ik onder mijn bereik had heb ik zonder eenige
uitwerking beproefd. – Ik verzoek UwEG nogmaals, uit aanmerking
van het belang van zoo vele menschenlevens, den zaak na rijpe
deliberatien met den meesten spoed te willen termineren.
De chef van den Geneeskundige dienst te Veenhuizen,
Dr. G.H. Amshoff
zoo geeft hij b.v. aan denzelfden patient, op denzelfden dag,
bloedzuigers, vegetabile verkoelende dranken, kina, opwekkende
naphtaas, opium en wijn – De man schijnt, alle systemen te
willen amalgameren; - terwijl hij nog niet eens één kent.
▪ Bloedzuigers, verkoelende dranken (vegetabile, dus plantaardig)
en kina (kinine, koorts-/malariamedicijn) laten de hoeveelheid
verhittend bloed afnemen. Ze verkoelen het lichaam.
▪ Naphtaas (aardolie, opium en (sterke) wijn) verhitten het
lichaam juist.
▪ amalgameren: samensmelten: oftewel, welke richting kiest die
beste man nou eigenlijk?
Schaduwen slegtsch van Brown, Rasori en Broussais woelen in
zijne hersenen, schaduwen van als in een chaos dooreen. – Hij
wil met Gaubius geen dienaar der goede natuur zijn; waarvoor hij
ook geene omgaan, volstrekt geene dispositie heeft.
John Brown was een Schots medicus die een medische
theorie publiceerde in 1780: hij stelde dat alle symptomen een
teken van te grote stimulatie van het lichaam zijn. Externe
factoren zijn dus de oorzaak. Verkoelen of (bij te weinig
stimulans) verhitten van het lichaam was de oplossing.
Rasori was zijn Italiaanse navolger, die Browns werk
vertaalde.
Broussais was een Franse navolger, die rond 1820 Browns
werk hernieuwde aandacht gaf. Ook hij geloofde in overstimulatie
en zocht de oorzaak in overstimulatie van de spijsvertering: dit
zou vervolgens de andere delen van het lichaam irriteren.
Aderlaten was bijna altijd het toverwoord (en is mogelijk een
verklaring voor de scheepsladingen bloedzuigers die naar de
Maatschappij gingen!)
Gaubius was een professor scheikunde in Leiden (rond 1778).
Schreef onder andere over de ziekmakende uitwerking van de lucht:
te hete en te koude lucht, te droge en te natte lucht, te zware of
te lichte lucht; en alle ziektes die daarbij horen. De
eigenschappen van lucht doen de vezels (en vooral de buizen in het
lichaam) uitzetten of krimpen met blokkades of te trage
doorstroming tot gevolg.
De wind kan hierop een gunstige of schadelijke uitwerking hebben,
al naar gelang hoe de wind de verschillende soorten koude, warme,
droge, natte lucht mengt en onder bepaalde druk op het lichaam
brengt. Ook binnenklimaat is belangrijk: want in slecht
geventileerde ruimtes kan het lichaam de uitwasemingen niet goed
kwijt. Daarom: een goede dokter kijkt elke dag meerdere keren op
de barometer!