Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE





De directeur doet 1 april 1835 voorstellen voor een reorganisatie van de gezondheidszorg in Veenhuizen

Onderstaande brief van directeur Van Konijnenburg bevindt zich bij de ingekomen post van april 1835, invnr 158, de scans 004-005. Te Den Haag heeft iemand in de kantlijn geschreven: 'De Heer van R heeft hetzelfde extract om te bespreken met den Heer v Maanen'. Met van R wordt bedoeld het lid van de permanente commissie Faber van Riemsdijk.

Frederiksoord den 1e April  1835

Ik heb de eer UwEdG verslag te doen van mijn bezoek te Veenhuizen op den 26, 27 en 28 Maart JL.

Van den Chef van de geneeskundige dienst moet ik UwEdG berigten, dat dezelve niet gezet wekelijks de gestichten komt bezoeken en dan vlugtig en meestal zeer laat in den avond, volgens bijgevoegde eigenhandige aanteekening van den Heer Hulst en volkomen bevestiging door den Heer Poelman.

Ook de apotheker Steenmeijer wordt op den duur bevonden, aan zijne betrekking in geene deele te beantwoorden, daar hij, volgens den Heer Schindler dagelijks of uit onachtzaamheid of door zijne eigenhandigheid veranderingen maakt in de bereiding der geneesmiddelen waarover hij door genoemden geneesheer wel telkens onderhouden wordt, maar zonder vrucht, en, daar het hem aan moraliteit mangelt, zal ook mijne nu weer gedane vermaningen wel even vruchteloos blijven.

Hij zorgt niet dat de apotheek steeds van het benoodigde uit het Magazijn voorzien blijft en, in plaats van zelf gezet in de apotheek te zijn, ging hij tot hier toe, met den Geneesheer Kramer de zieken bij het 2 Gesticht bezoeken, latende de bereiding der dranken dan aan zijnen zoon over.
In één woord het is geen persoon welke in zulk eene gewigtige betrekking vertrouwd is.

Daar nu door het op handen vertrek van den Chef der geneeskundige dienst van Assen naar Dalen, die betrekking komt open te vallen en deze instelling daarmede van zelve zal moeten worden opgeheven, uit hoofde er geen Medicus van genoegzame bekwaamheid, kort in de nabijheid van Veenhuizen woonachtig is,
en daar de ondervinding bevestigd heeft dat er geen Med. Doctor van bekwaamheid en karakter, tegen eene bezoldiging van niet meer dan f 1000,- te verkrijgen is;
daar dan ook nog één persoon niet gevoegelijk de dienst bij meer dan een gesticht kan waarnemen zal hij de behandeling van zulk een menigte lijders aan uitwendige gebreken, als er bij de gestichten steeds gevonden wordt, zelf nagaan en eindelijk daar de persoon van Steenmeijer voor de apotheek niet kan worden behouden en in alle gevallen, zal moeten worden vervangen

zoo ben ik van oordeel, dat het beste hierin wezen zal, nog een derde Genees- heel en Vroedmeester voor het 2e Gesticht aantenemen en aan ieder Geneesheer de bereiding zijner geneesmiddelen zelf op te dragen, bij het behoud van het magazijn aan het 1 Gesticht; kunnende dan de spaarzaamheid van het verbruik der medicijnen wel door onderlinge vergelijking worden nagegaan en daarop toegezien, behalve dat wij ons moeten toeleggen om mannen van probiteit in dienst te hebben, door hen die geen vertrouwen blijken te verdienen te ontslaan, maar daarentegen anderen, die in alles voldoen zorgvuldig te behouden.
Steenmeijer kan welligt als Schrijver of Zaalopziener in eenig emplooi blijven.
Ik heb de eer UwEdG dit mijn gevoelen voortedragen.-
Nog etc.
De Directeur der Kolonien
(get) J. van Konijnenburg Cz

Voor Extract Conform
De Secretaris van de Permamente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid

Tegelijk met deze brief stuurt Van Konijnenburg het rapport van dokter Schindler over de schurft in het eerste of kindergesticht te Veenhuizen.