Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE
Aan den WelEdelen Heer J. van Konijnenburg
Directeur der Kolonien te Frederiksoord
Veenhuizen
21 Maart 1838
In het rapport over de maand Februarij gaf ik aan de Permanente
Commissie kennis dat een meisje aan kinderpokken lijdende in het
eerste gesticht door mij was behandeld geworden.
Sedert dien tijd hebben zich successivelijk vier andere kinderen
voor gedaan, door dezelfde ziekte aangetast.
Bij drie dezer vijf kinderen zijn alle verschijnselen der ware kinderziekte, doch in goedaardig karakter, waargenomen, de beide overigen hadden gewijzigde kinderpokken. Alle dragen meer of min duidelijke teekenen eener plaats gehad hebbende vaccinatie.
De mogelijkheid of liever de waarschijnlijkheid dat meerdere kinderen door deze ziekte zullen worden aangetast brengt mij in de noodzakelijkheid het gemeentebestúúr van Norg kennis van derzelver bestaan alhier te geven.
Op de gewone wekelijksche rapporten zal in eene afzonderlijke
Kolom de veranderingen welke in het getal der aan deze ziekte
lijdende personen zullen voorvallen, worden opgegeven.
De Geneesheer
E. C. de Könnigh