Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE
Dokter Hanzon treedt aan als prins Frederik heeft ingegrepen en de als arts op de Ommerschans opererende bedelaar Douwe Petrus van Steenwijk heeft afgeserveerd. Volgens het personeelsregister 1828-1834, invnr 997 folio 16, is Hanzon geboren 12 januari 1804, dus nog erg jong als hij in dienst komt. Verder staat daar dat hij hervormd is, afkomstig uit Haarlem, dat hij is getrouwd (voor de datum zie verderop) met Margaretha Wigbolda Westerbeek van Eerten en dat zij op 18 juli 1828 een zoon krijgen die de naam Dirk Johannes Hanzon draagt.
Tenslotte komt uit dezelfde bron dat hij als 'Heel en
vroedmeester' ƒ 13,64 per week verdient (= iets meer dan 700
gulden per jaar) en dat hij is aangesteld per 18 augustus 1826.
Daarna komt hij een stuk of dertig keer voor in de ingekomen post
van de permanente commissie, maar dat mogen anderen uitzoeken.
Verder maakt hij na het invaliditeitscontract
van 1827 de lijsten met gedeeltelijk of geheel invalide bedelaars
ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken, zie met
name invnr 1567, het mapje 1827-1830.
In het maandblad van de Maatschappij Vriend des Vaderlands
wordt hij genoemd in het novembernummer van de jaargang 1827
pagina 911. Het is onderdeel van het verslag van de Commissie van
Toevoorzigt die de koloniën heeft onderzocht en daarvan verslag
doet. Onder het kopje Geneeskundige dienst staat daar:
In het gesticht aan de Ommerschans, mogten wij met genoegen ondervinden, dat de verpleging der zieken niets te wenschen overliet;
de vertrekken, tot ziekenzalen ingerigt, waren in de beste orde; zindelijkheid wedijverde met goede oppassing; de voorraad van geneesmiddelen was in hoeveelheid en hoedanigheid allezins prijsbaar;
de geneeskundige behandeling door den.bekwamen plattelands-heel- en vroedmeester hanzon, liet niets te wenschen overig;
zijne verzameling van heel- en verloskundige werktuigen was in de beste orde, en wij mogen hier ons leedgevoel niet onderdrukken, bij. het vernemen, dat die verdienstelijke geneeskunst-oefenaar, door het aannemen van eene voor zijne bijzondere belangen voordeeliger standplaats te Oldemarkt, dit gesticht verlaten zal.
Dat gaat dus al over zijn vertrek en meer specifieke informatie daarover staat in een artikel van Jo Steensma uit Lemmer in De Silehammer, het blad van de Historische Vereniging IJsselham, 17e jaargang nummer 4, december 2009 pagina 93 ev. Het artikel gaat vooral over Harmen Jannis Wind, de aannemer die de drie grote gestichten in Veenhuizen plus de kerken daar gebouwd heeft, en meldt over Dirk Rutger Hanzon:
Vanaf augustus 1826 was Dirk Rutger Hanzon (1804-1848) als arts werkzaam in de strafkolonie Ommerschans. Hij trouwde te Ommen op 27 augustus 1827 met Margaretha Wigbolda Westerbeek van Eerten. Hun zoon Dirk Johannes werd geboren te Ommen op 18 juli 1828.
In datzelfde jaar vestigt Dirk Rutger zich als heel- en vroedmeester te Oldemarkt. Begin 1830 laat hij aldaar een villa bouwen op de hoek van de Watersteeg, nu hoek Kon. Julianaweg / Frieseweg. Dat was net buiten het toenmalige dorp, op een perceel grond met tuin, boomgaard en een tuinhuisje – daarvoor ook in bezit geweest van schout Evers. Dirk Rutger Hanzon trad in de voetsporen van zijn vader. Hij was arts te Oldemarkt tot aan zijn dood op 25 augustus 1897.
Zowel Dirk Rutger Hanzon als Harmen Jannis Wind werkten voor de Maatschappij van Weldadigheid. Het is niet uit te sluiten dat zij elkaar hebben gekend. En heel misschien is Hanzon wel door Wind over Oldemarkt getipt.
In 1830 was Wind allang elders actief, dus toen Hanzon zijn villa liet bouwen had Wind daar geen bemoeienis mee.
Dat vertrek van dokter Hanzon van de Ommerschans naar Oldemarkt is op 1 oktober 1828. Blijkbaar kon hij het goed vinden met zijn voorganger Douwe Petrus van Steenwijk, want rond zijn vertrek is er een briefwisseling dat hij Van Steenwijk mee wil nemen naar Oldemark!!
Dat gaat uiteindelijk niet door, want de Maatschappij besluit de eerdere kritiek van prins Frederik naast zich neer te leggen en Douwe Petrus van Steenwijk weer de geneeskundige zorg op de Ommerschans in handen te geven. Zie hier de stukken.
Tijdens de twee jaar dat Dirk Rutger Hanzon op de Ommerschans werkte, is er voortdurend lof over zijn bekwaamheden. Maar dat kan ook zijn omdat de Maatschappij nu eenmaal altijd een positief beeld over de toestand in de koloniën naar de buitenwereld brengt.
Achteraf is er kritiek op zijn werk. Als de Administratie voor het Armwezen van het ministerie van Binnenlandse Zaken vragen heeft op eerder gemaakte lijsten met invaliden, omdat diversen eerst als valide waren opgegeven voor de militaire dienst in de overzeese gebiedsdelen (waarvoor in Harderwijk ingeschreven kan worden), schrijft de directeur der koloniën, invnr 1538, dat de fouten geweten moeten worden aan:
de plaatsgehad hebbende gebrekkige prestatien van den voormalige geneesmeester Hanzon, zoo dat reeds onderscheidene dier voorwerpen te Harderwijk voor den dienst zijn afgekeurd.
Maar dat kan dan weer zijn omdat het erg makkelijk is ex-werknemers overal de schuld van te geven als je de indruk wilt wekken dat het tegenwoordig allemaal goed gaat.