Naar het overzicht
van de
KLEINE RAAD
Alle leden zijn tegenwoordig, met uitzondering van den
Adjunct-Directeur.
Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten
Verschenen zijn:
W. Ladru van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan
naar Vollenhove, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Bakker van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar
Amersfoort, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Vrouw Veenstra van kolonie no 3, verzoekt met verlof te
gaan naar Harlingen, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Spier & zoon van kolonie no 3, verzoeken met verlof te
gaan naar Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Salm en A. Wild, beiden van kolonie no 3, de
eerste bij Gutseloe en de laatste bij van der Wolde
ingedeeld, verzoeken met verlof te gaan naar Naarden, voor
den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er
van Schrevendijk en Eckhardt ieder 40 cent, van Faber
en Rutten ieder 20 cent, en van Hoogmoed en Coenrades,
zoo meede van de ingedeelden bij Elmers en van Marle
ieder 10 cent is moeten worden ingehouden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de
Onderdirecteurs afgegeven.
Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten
Verschenen zijn:
Antonius Bolkestein, zoon van den kolonist Hermanus
Bolkestein te Willemsoord, oud 21 jaar, verzoekt het
ontslag uit de kolonien om zijn bestaan in de Gewone Maatschappij
te zoeken, zoo als hij zegt, doch men vermeent, dat hij met de
dochter van den kolonist Adé in het huwelijk wil treden.
De Raad heeft hiertegen geen bedenkingen, wanneer het later niet
mogt blijken, dat men het huwelijk is vooruitgeloopen.
In de kantlijn bijgeschreven: Alleen in dat geval zou den ontslag brief mogen worden uitgereikt.
Posener, vrouw Nijkerk, Eyter, Vogel,
vrouw Broekman en Matteman, allen van kolonie no
3, verzoeken met verlof te gaan naar Amsterdam, voor den tijd van
veertien dagen.
Is toegestaan.
Vrouw Brouwer van kolonie no 3, verzoekt met verlof te
gaan naar Delft, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Weduwe Andries van kolonie no 3, verzoekt met verlof te
gaan naar Utrecht, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Vrouw Verhagen van kolonie 3, verzoekt met verlof te gaan
naar Alkmaar, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Vrouw Dijkstra van kolonie no 3, verzoekt met verlof te
gaan naar Bolsward, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Johanna Impijn van kolonie no 2, oud 20 jaren, verzoekt
een verlofpas voor den tijd van drie maanden, om te Haarlem
te gaan dienen.
Is toegestaan.
Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er
van de Klein 10 centen is moeten worden ingehouden.
Dezelve zullen aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen
worden gezonden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de
Onderdirecteurs afgegeven.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten
Verschenen zijn:
Vrouw Aukes van kolonie no 3, verzoekt verlof voor haren
man voor den tijd van veertien dagen om naar Alkmaar te
gaan.
Is toegestaan.
Bernardus Klaassen, oud 18 jaren, zoon van de in de
kolonien overleden Hendrik Klaassen en Jannetje
Raaijer en thans ingedeeld bij de weduwe Suurstedt
in kolonie no 3, verzoekt uit de kolonien te mogen worden
ontslagen, daar hij voornemens is zich vrijwillig voor de
militaire dienst te engageren.
De Raad heeft geen bedenkingen tegen dit verzoek.
Manist, Boas, Berg, Verdoner, Werkendam
en Ossedrijver, allen van kolonie no 3, verzoeken met
verlof te gaan naar Amsterdam voor den tijd van veertien
dagen.
Is toegestaan.
Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er
geen gelden zijn behoeven ingehouden te worden. Dezelve zullen aan
den Adjunct-Directeur van het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de
Onderdirecteurs afgegeven.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten
Verschenen zijn:
De weduwe Wiederholt, van kolonie no 2, verzoekt met
verlof te gaan naar Amsterdam voor den tijd van acht
dagen.
Is toegestaan.
Hermanus Salm, N 227bis, bestedeling van Zaandam,
oud 40 jaren, ingedeeld bij Gutsloe in kolonie no 3, en Aaltje
Wild, nr 82b op contract met Armmeesters der Ger Gem te Steenwijk,
oud 38 jaren, verzoeken beide uit de kolonien te mogen worden
ontslagen, daar zij voornemens zijn met elkanderen in het huwelijk
te treden en zich in de Gewone Maatschappij te verschaffen.
De Raad heeft geene bedenking tegen dit verzoek.
In de kantlijn bijgeschreven: 'De directeur refereert zich
tot zijnen brief van den 27 maart jl - zie 6 april n 3.
Elisabeth Pape, bestedeling van Schoterland, oud
bijna 25 jaren, verzoekt een verlofpas voor den tijd van drie
maanden,om te Oldemarkt te gaan dienen.
De Raad gezien het hierbij gaande certificaat van het
Grietenijbestuur van Schoterland, heeft dit verzoek
toegestaan.
C. Pronk van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan
naar Scheveningen, voor den tijd van acht dagen.
Is toegstaan.
Pothuis, van kolonie no 3, erzoekt met verlof te gaan naar
Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegstaan.
Volgering van kolonie no 3, erzoekt met verlof te gaan
naar Naaldwijk, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegstaan.
Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er
van de Klein en van Bree ieder 20 cent, en van Lunding
en Scholte ieder 10 cent is moeten worden ingehouden.
Dezelve zullen aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen
worden gezonden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de
Onderdirecteurs afgegeven.
Art. 3. Zijn ingekomen de mestrapporten van de
verschillende koloniën over deze maand en bevonden dat ieder hun
getal mest heeft aangemaakt.
Art. 4. Zijn ingekomen de maandelijksche opgaven van den staat
des werks om en bij de huizen waarop geene gebreken zijn
bevonden.
Voor eensluidend afschrift
De secretaris van den Kleinen Raad
T.H.P. van Marle