Naar het overzicht
van de
KLEINE RAAD




Volledige transcriptie van:

Notulen van het verhandelde bij de kleinen raad in de gewone kolonien gedurende de Maand Maart 1843



Zaturdag den 4e Maart 1843

Alle leden zijn tegenwoordig, met uitzondering van den Adjunct-Directeur.

Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten

Verschenen zijn:

W. Ladru van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan naar Vollenhove, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Bakker van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Amersfoort, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Vrouw Veenstra van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Harlingen, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Spier & zoon van kolonie no 3, verzoeken met verlof te gaan naar Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Salm en A. Wild, beiden van kolonie no 3, de eerste bij Gutseloe en de laatste bij van der Wolde ingedeeld, verzoeken met verlof te gaan naar Naarden, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er van Schrevendijk en Eckhardt ieder 40 cent, van Faber en Rutten ieder 20 cent, en van Hoogmoed en Coenrades, zoo meede van de ingedeelden bij Elmers en van Marle ieder 10 cent is moeten worden ingehouden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de Onderdirecteurs afgegeven.

 

Zaturdag den 11 Maart 1843

Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten

Verschenen zijn:

Antonius Bolkestein, zoon van den kolonist Hermanus Bolkestein te Willemsoord, oud 21 jaar, verzoekt het ontslag uit de kolonien om zijn bestaan in de Gewone Maatschappij te zoeken, zoo als hij zegt, doch men vermeent, dat hij met de dochter van den kolonist Adé in het huwelijk wil treden.
De Raad heeft hiertegen geen bedenkingen, wanneer het later niet mogt blijken, dat men het huwelijk is vooruitgeloopen.

In de kantlijn bijgeschreven: Alleen in dat geval zou den ontslag brief mogen worden uitgereikt.


Posener, vrouw Nijkerk, Eyter, Vogel, vrouw Broekman en Matteman, allen van kolonie no 3, verzoeken met verlof te gaan naar Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Vrouw Brouwer van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Delft, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Weduwe Andries van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Utrecht, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Vrouw Verhagen van kolonie 3, verzoekt met verlof te gaan naar Alkmaar, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Vrouw Dijkstra van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Bolsward, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Johanna Impijn van kolonie no 2, oud 20 jaren, verzoekt een verlofpas voor den tijd van drie maanden, om te Haarlem te gaan dienen.
Is toegestaan.

Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er van de Klein 10 centen is moeten worden ingehouden. Dezelve zullen aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de Onderdirecteurs afgegeven.


Zaturdag den 18e Maart 1843

Alle leden zijn tegenwoordig.

Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten

Verschenen zijn:

Vrouw Aukes van kolonie no 3, verzoekt verlof voor haren man voor den tijd van veertien dagen om naar Alkmaar te gaan.
Is toegestaan.

Bernardus Klaassen, oud 18 jaren, zoon van de in de kolonien overleden Hendrik Klaassen en Jannetje Raaijer en thans ingedeeld bij de weduwe Suurstedt in kolonie no 3, verzoekt uit de kolonien te mogen worden ontslagen, daar hij voornemens is zich vrijwillig voor de militaire dienst te engageren.
De Raad heeft geen bedenkingen tegen dit verzoek.

Manist, Boas, Berg, Verdoner, Werkendam en Ossedrijver, allen van kolonie no 3, verzoeken met verlof te gaan naar  Amsterdam voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.


Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er geen gelden zijn behoeven ingehouden te worden. Dezelve zullen aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de Onderdirecteurs afgegeven.


Zaturdag 25 Maart 1843

Alle leden zijn tegenwoordig.

Art 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten

Verschenen zijn:

De weduwe Wiederholt, van kolonie no 2, verzoekt met verlof te gaan naar Amsterdam voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.

Hermanus Salm, N 227bis, bestedeling van Zaandam, oud 40 jaren, ingedeeld bij Gutsloe in kolonie no 3, en Aaltje Wild, nr 82b op contract met Armmeesters der Ger Gem te Steenwijk, oud 38 jaren, verzoeken beide uit de kolonien te mogen worden ontslagen, daar zij voornemens zijn met elkanderen in het huwelijk te treden en zich in de Gewone Maatschappij te verschaffen.
De Raad heeft geene bedenking tegen dit verzoek.

In de kantlijn bijgeschreven: 'De directeur refereert zich tot zijnen brief van den 27 maart jl - zie 6 april n 3.

Elisabeth Pape, bestedeling van Schoterland, oud bijna 25 jaren, verzoekt een verlofpas voor den tijd van drie maanden,om te Oldemarkt te gaan dienen.
De Raad gezien het hierbij gaande certificaat van het Grietenijbestuur van Schoterland, heeft dit verzoek toegestaan.

C. Pronk van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Scheveningen, voor den tijd van acht dagen.
Is toegstaan.

Pothuis, van kolonie no 3, erzoekt met verlof te gaan naar Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegstaan.

Volgering van kolonie no 3, erzoekt met verlof te gaan naar Naaldwijk, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegstaan.


Art 2, Zijn ingekomen de lijsten van afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er van de Klein en van Bree ieder 20 cent, en van Lunding en Scholte ieder 10 cent is moeten worden ingehouden. Dezelve zullen aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen ter beoordeeling en beboeting aan de Onderdirecteurs afgegeven.

Art. 3. Zijn ingekomen de mestrapporten van de verschillende koloniën over deze maand en bevonden dat ieder hun getal mest heeft aangemaakt.

Art. 4. Zijn ingekomen de maandelijksche opgaven van den staat des werks om en bij de huizen waarop geene gebreken zijn bevonden.


Voor eensluidend afschrift
De secretaris van den Kleinen Raad
T.H.P. van Marle