Naar het overzicht
van stukken over Kniesenburg




Vrijlating van Johannes Hermanus Kniesenburg (en anderen) uit de strafkolonie in 1829


Op 31 augustus 1829 onder agendapunt 16 neemt de permanente commissie een besluit over de strafkolonisten.In de agenda van die dag wordt bij N16 genoteerd:

Besluit houdende terugplaatsing naar de vrije kolonien en gestichten voor arbeiders en ontslag van personen en hun gezinnen uit de strafkolonie
Geschreven aan de subcommissien te 's Gravenhage, Amsterdam en Rotterdam nopens het ontslag van de huisgezinnen Willem Braukman, de wed Scholbroek en de wed. Zuidhoorn

En de tekst van het besluit (althans het eerste gedeelte) luidt:

De Permanente Commissie Der Maatschappij van Weldadigheid

Overwegende, dat bij het jaarlijksch onderzoek omtrent het gedrag der strafkolonisten, in verband met de misdragingen waarom zij in dezelve zijn geplaatst geworden, gebleken is dat eenige derzelve zich de gunst waardig hebben gemaakt om in de vrije kolonien of arbeiders gestichten te worden terug geplaatst.

Overwegende dat andere overeenkomstig hun daar toe gedaan verzoek kunnen worden ontslagen.

Besluit:

Artikel 1
Naar de gewone kolonien terugteplaatsen:
Maria Muntz
Petrus Jurings
Antonie Fremeyer
Wouter Klaaszen Peen en gezin
Jacob van Luypen en gezin
Jan Jansen Mey en gezin
Johannes Herm. Kniessenburg en gezin
Reynder Verschoor
Jacobus van den Heuvel
en na het voltrekken van hun huwelijk Pieter Hartog met zijne drie kinderen en
Johanna Broederhart wed: Alblas

Artikel 2
Naar Veenhuizen onder de arbeiders te plaaten
Grietje Klaas Jongen weduwe Muis

Artikel 3
Uit hunne betrekking tot de kolonien te ontslaan het gezin van den gewezen huisverzorger Hendrik Buys.

Artikel 4
Aan de subkommissiën 's Gravenhage en Amsterdam en de Commissie van Oppertoezigt over het Algemeen Armbestuur te Rotterdam van welke de huisgezinnen
1) Willem Brauckman en gezin
2) de wed W Zuidhoorn & gezin
3) en de wed. J. Scholbroek en gezin
zijn overgenomen, voor te slaan, om aan hun ontslag te verleenen bij de volgende missives

Daarna volgt de tekst van de brieven aan Den Haag en Amsterdam over Brauckman, Zuidhoorn en Willempje van der Dooze weduwe Scholbroek, maar dat is hier niet overgenomen. (de brief over de weduwe Scholbroek staat wel elders op de site)