Naar het overzicht
van stukken over Kniesenburg
De ondergeteekende Genees-, heel- en vroedmeester in de vrije
koloniën der Maatschappij van weldadigheid, woonende te
Frederiksoord, gemeente Vledder,
Verklaart ten verzoeke van de Heer Burgemeester dier gemeente
dat hij op Vrijdag den derde February jongstleden des morgens om
acht uur is geroepen bij den Adjunctdirecteur Coenraad Hulst te
Frederiksoord ten einde te behandelen de wonden denzelven in dien
morgen door den kolonist Kniezenberg zullende zijn toegebragt,
bestaande die wonden in
a. Eene wonde in eene horizontale rigting aan de
regterwang loopende vanaf ongeveer het midden tusschen oor en mond
tot in de onderlip lang ongeveer vijf Nederlandsche duimen
en diep bijne eene dito duim.
b. Eene wonde tusschen den voorsten vinger en den duim van
en boven op de linkerhand lang ongeveer vier Nederlandsche duimen
en diep bijna eene halve Ned. duim.
c. Eene kneuzing op den duim derzelfder hand en verder dat
de beide eersten zijn vleeschwonden blijkbaar met een scherp
snijdend werktuig toegebragt, de laatste waarschijnlijk door
stooten of slaan.
dat genoemde Heer Hulst sedert onder zijn behandeling is, hebbende
hij alleen aangewend tot heeling de drooge hechting met een
geschikt verband en dat deze wonden goed aan het heelen zijn
zoodat hier geene questie is van eene twintigdaagsche ziekte of
beletsel van te werken als gevolg van die verwonding.
Frederiksoord, den 8 February 1843
w.g. C.D.v.d.Velde
med. chir. et ???