Naar het overzicht
van stukken over Kniesenburg




Rechtszaak Kniesenburg No 7: Missive van den Burgemeester van Vledder,
10 februari 1843


Aan den Heer Officier van Justitie te Assen

Vledder, den 10 February 1843,

Ik heb de eer UEdelachtbare te informeren van de volgende omstandigheid, die ik nog ben te weten gekomen omtrent de zaak van Johannes Hermanus Kniezenberg, en welke mij gewigtig genoeg is toegeschenen om UEdelachtbare daarvan niet onkundig te laten.

Kniezenberg heeft namelijk denzelfden dag of daags na het gebeurde, terugkomende van Uffelte waar hij den advocaat Waardenburg omtrent het voorgevallene is wezen consuleren, te Wapserveen ten huize van de erven Steven Blok, kasteleins aldaar bij zijnen verhaal en zijne trant van het tusschen hem en den Heer Adjunct-Directeur C.Hulst voorgevallene gezegd en verzekerd dat deze zijn eigen dood niet zou sterven.
Hierbij zijn tegenwoordig geweest Jan Sol Blok en Marinus Stevens Blok, beide landbouwers te Wapserveen.

De Burgemeester der gemeente Vledder
w.g. H.H.A.Sluis

-----

De Officier van Justitie te Assen communiceert
deze aan den Heer Regter Commissaris ter
informatie en voeging bij de stukken van
J.H.Kniezenburg
w.g. Thuessink van der Hoop
subst.