Naar het overzicht
van de MUNT-pagina's
Dit besluit draagt als titel 'Bepaling uit welke stukken de
koloniale munt bij de gestichten zal bestaan', staat op de agenda
als 11 oktober 1841 N3 en bevindt zich in invnr 520 en invnr 979.
De Permanente Commissie op het verslag van haren dezen ondertekenend medelid betrekkelijk de jongste door ZWEdG gedane inspectie der koloniλn
Besluit:
1. De koloniale munt bij de Gestichten zal voortaan bestaan in stukken van ½, 1, 5, 10, 25 en 50 centen alsmede 100 centen of een gulden
2. De bij de gestichten in omloop zijnde stukken van ander bedrag zullen worden ingetrokken en aan de Permanente Commissie teruggezonden met de 150,= aan stukken van 20 centen, bij de Directie van de Ommerschans nog onuitgegeven voorhanden.
3. Bij de terugzending der buiten omloop gestelde stukken zal de Permanente Commissie een opgave tegemoet zien van de evenredigheid waarin men stukken van ander bedrag in de plaats verlangt.
Afschrift dezes etc.
De in omloop zijnde munten in de gestichten te Veenhuizen en
Ommerschans zijn op het moment:
Waarde |
Materiaal |
100 cent |
koper |
50 cent |
koper |
25 cent |
koper |
20 cent, alleen OS |
koper |
15 cent |
koper |
10 cent |
zink |
5 cent |
zink |
2 cent, alleen OS |
zink |
1 cent |
zink |
½ cent | zink |
Concreet betekent het besluit dus dat op de Ommerschans de munten
van 2 cent, 15 cent en 20 cent gaan verdwijnen en in Veenhuizen
die van 15 cent. De directeur krijgt opdracht dit uit te voeren.
Op 22 oktober 1841 in een brief met nummer N2568, invnr 251 de
scans 336-337, geeft de directeur eerst op hoeveel er van de
desbetreffende munten in omloop zijn:
Ik heb de eer UwEdGeb op de Resolutie van den 11 dezer maand N3 te antwoorden, dat de koloniale munt bij de gestichten, in andere dan de daarbij aangenomen stukken, bestaat uit het navolgende:
Ommerschans
750 stukken van 20 cent
150.--- 750 stukken van 15 cent 112,50
500 stukken van 2 cent
10.---
Zamen
272.50
waarvan onlangs ook eerstgemelde, bij gebrek aan voldoende koloniale munt, hebben moeten worden in omloop gebragt, terwijl men eigenlijk nog wel 100.- daarboven rekent noodig te hebben, om behoorlijk in de behoefte te kunnen voorzien.
1e Gesticht Veenhuizen
1000 stukken van 15 cents 150.----
die mede niet wel eerder kan worden ingenomen, alvorens er andere in de plaats kan worden gegeven, ofschoon men, na de laatste ontvangst van koloniale munt, met een zelfde bedrag rekent het bestendig te zullen kunnen doen.
2e Gesticht Veenhuizen
2000 stukken van 15 cent
300.---
waarboven nog wel zoo veel noodig is, om in eene behoorlijke circulatie te voorzien.
3e Gesticht Veenhuizen
1000 stukken van 15 cents 150.----
waar ook nog 250.- boven, ter voorziening in de behoefte, dringend verlangd wordt.
Vervolgens geeft de directeur op wat er ter vervanging van de in
te nemen munten aan de diverse gestichten geleverd moet worden:
De evenredigheid, waarin de benoodigde sommen verzocht worden en noodig schijnen te wezen, is als volgt:
te Ommerschans
2000 ½ cents stukken
10.-- 1000 1 cents stukken
10.-- 600 5 cents stukken
30.-- 500 10 cents stukken 50.-- 400 25 cents stukken 100.-- 200 50 cents stukken 100.-- 4700
300.--
1e Gesticht Veenhuizen
150 stukken ΰ 1.-- 150.--
2e Gesticht Veenhuizen
1000 stukken van ½ cent 5.-- 1500 stukken van 1 cent 15.-- 1000 stukken van 5 cent 50.-- 800 stukken van 10 cent 80.-- 400 stukken van 25 cent 100.-- 400 stukken van 50 cent 200.-- 150 stukken van 100 cent 150.-- 5250
600.--
3e Gesticht Veenhuizen
1000 stukken van ½ cent 5.-- 1500 stukken van 1 cent 15.-- 1000 stukken van 5 cent 50.-- 800 stukken van 10 cent 80.-- 200 stukken van 25 cent 50.-- 200 stukken van 50 cent 100.-- 100 stukken van 100 cent 100.-- 4800
400.--
Ik heb mitsdien de eer UwEdGeb te verzoeken, die quantiteiten koloniale munt eerst te willen doen gereedmaken en zenden, om daarmee de afgeschafte stukken te kunnen inwisselen, zonder stremming of botsing, waaruit bedenkelijke verwarring zou kunnen ontstaan.
UwEdGeb beseffen ligtelijk, dat de toeneming der bevolking eene der oorzaken van de vermeerderde behoefte aan koloniale munt is, terwijl er, thans, nu het metaal is, nog meer dan vroeger, door veteranen en eenige anderen, van schijnt bewaard te worden.
De directeur der koloniλn
J van Konijnenburg
Hoewel het besluit als volgorde noemt eerst terugzenden en dan
vervangen, voelt de directeur er dus blijkbaar niets voor om de
munten van 2, 15 en 20 cent uit de roulatie te nemen zolang er
niet voldoende alternatieve munten zijn. De koloniλn zijn toch al
tamelijk krap van koloniale munt voorzien, zie ook deze pagina.
De permanente commissie gaat met hem mee en zet de firma G. van
Maanen en Zoon aan het werk, zie diens rekening van
november 1841 en februari 1842. Dan stuurt de permanente commissie
15 januari 1842 1150.- koloniale munt voor Veenhuizen, en 16
maart 1842 295.-- voor de Ommerschans, dus zo ongeveer de
bedragen die de directeur had opgegeven. Maar daarna lijkt hij het
te zijn vergeten.
Op 17 mei 1842 noteert de permanente commissie: 'Den Directeur
den inhoud herinnerd van artikel 2 en 3 van de resolutie van 11
October 1841 N3 betrekkelijk de inwisseling en terugzending der
buiten omloop gestelde koloniale munt'.
Daarop reageert de directeur op 3 juni 1842 N1429, invnr 261 scan
578:
Ik heb de eer UwEdGeb op de missive van den 17 Mei jl N5 te antwoorden dat de bij resolutie van den 11 October 1841 N3 afgeschafte coloniale munt thans werkelijk buiten omloop gebragt is bij de Gestichten N2 en 3 te Veenhuizen en te Ommerschans met uitzondering van 130.-- 15 cents stukken, waarvoor men hier eerst nog onvermijdelijk noodig heeft andere stukken als:
van 1 cent
20.--
van 5 cent
50.--
van 10 cent
60.--
Zamen 130.--
waarom ik dus de vrijheid neem UwEdGeb te verzoeken;
zijnde men met de inneming van de afgeschafte coloniale munt bij het 1e Gesticht nog bezig, doch het geen zonder meerdere nieuwe munt wel zal kunnen geschieden.
Er wordt een bestelling bij Van Maanen geplaatst en op 20 juli
1842 zendt men de directeur 'eenige koloniale munt ten behoeve van
de Ommerschans'. Waarna op 18 augustus 1842 de directeur schrijft,
'berigtende dat de inneming der afgekeurde metalen koloniale munt
bij de gestichten geheel heeft plaatsgehad'.