Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS





Bij zijn bezoeken in augustus/september 1833 aan de scholen in de vrije koloniën heeft Van Wolda her en der wat aanmerkingen, met name over de noodzaak van schriftelijke opstellen

Dit schoolverslag is gedateerd 16 september 1833 en is te vinden in invnr 140 de scans 237-241. De tussenkopjes en stukjes cursief hieronder zijn door mij toegevoegd, dus stonden niet in het verslag.

In het laatst der voorgaande en het eerst der tegenwoordige maand al de scholen der gewone koloniën bezocht hebbende, heb ik de eer UwEdG. van mijn bevinding en verrigtingen het navolgende verslag te doen.

Frederiksoord

Hoofdonderwijzer is de kolonistenzoon Johan Diederik Aukes. Zijn ondermeester de Haagse ingedeelde Willem van Elst.

De school van kolonie 1 telde des morgens 58 kinderen. Het aanvankelijke onderwijs, het spellen, lezen en schrijven geschiedde zeer ordelijk en geene der leerlingen maakte noodeloos gedruisch. Het lezen der hoogste afdeeling was heel goed. wordende de leesteekens telkens vrij wel in acht genomen. De schriften zijn zindelijk en het rekenen wordt op het bord en in het boek wel onderwezen.

Mijne aanmerkingen, die ik met den onderwijzer reeds mondeling heb behandeld, en die hij ook zeker in acht zal nemen, bestaan daarin dat de kinderen algemeen, en de hoogste klasse in het bijzonder, meer werk mogten maken van het vervaardigen van schriftelijke opstellen, vooral van brieven, dat wel niet verwaarloosd, maar toch nog te weinig gedaan wordt, vooral in het winter half jaar, wanneer er geene koehoeders noodig zijn.
2. de voorgaande lettergrepen van woorden uit drie en meer syllaben zamengesteld, bij de spelling te doen herhalen, hetgene hier niet geschiedde.

Het zingen gaat hier naar zekere boekjes, waarin de religie vergeten en toch het godsdienstige bevorderd wordt, aangenaam.
Ook de ondermeester Willem van Elst is ijverig en maakt het thans heel goed.

Wilhelminaoord

Hoofdonderwijzer is de kolonistenzoon Martinus Uhl en zijn ondermeester is de wees Daniël Was(ch), De bijschoolhouder in de Vierdeparten is de ingedeelde Gerardus ter Hoeven. De andere bijschool is in Doldersum en met 'Meijer' wordt bedoeld de wees Janus Meijer Drees.

De hoofdschool van kolonie 2 telde des achtermiddags 97 kinderen (138 moesten er wezen) onder welke vele zijn, die goed lezen en schrijven en met de hoofdregelen der rekenkunde, alsmede met den gulden regel van drieën, wél bekend zijn.

Mijne aanmerkingen zijn deze:
1e dat de eerstbeginnenden, die letters en kleine woorden leeren, voordeeliger op het bord, dan altijd in de boekjes onderwezen kunnen worden. De onderwijzer Uhl, zelf beminnaar van het klassikaal onderwijs zijnde, heeft dit ook naderhand voor zijnen ondermeester Was erkend en van stonden aan gematigd ingevoerd.
2e Er worden te weinig schriftelijke opstellen gemaakt. Ik ontving, na daartoe genoegzamen tijd gegeven te hebben, slechts vijf, die dezen naam verdienen. Ook dit belangrijke werk van het schoolonderwijs, waartoe de verstandelijke vermogens der leerlingen genoegzaam ontwikkeld zijn, zal voortaan meer behartigd worden en ik ben geheel overtuigd, dat een volgend schoolbezoek goede vorderingen zal doen kennen.

Het afwezig zijn van 41 kinderen ligt in de volgende redenen:
a. eenige kinderen hebben de kinkhoest, eenige anderen passen nog op koeijen, en een derde gedeelte, zijnde het kleinste, wordt door de ouders om bijzondere redenen te huis gehouden.

Om het groote belang van het onderwijs der groote meisjes, moet ik UwEdG. hier mede deelen, dat deze, sedert eenen geruimen tijd, slechts eens in de week school konden gaan; alléén den dingsdag avond, daar het schoolgebouw den donderdag achtermiddag en een gedeelte van den avond tot het geven van godsdienstig onderwijs gebruikt wordt.
Eene lesverzuim wordt door den kleinen raad gewoonlijk niet gestraft, en hebben deze meisjes ééne les overgeslagen, dan zijn ze er geheel niet geweest... Waarschijnlijk zal de R.C. geestelijke, des zaturdag niet gaarne zien school houden, anders zoude het voor het schoolonderwijs in deze kolonie van belang zijn, dat er aan, in plaats van op den catechisatie-dag, wierde school gehouden.
Mogt dit kunnen geschieden, dan heb ik de eer UwEdG. voor te stellen, om 2 avonden voor de jongens en 2 voor de meisjes te bestemmen.

Op de bijschool in de Oostvierdeparten bevond zich een getal van 42 kinderen, welke Ter Hoeven vrij ordelijk en in stilte onderwees.
Ofschoon ik hem nog eenige kleine aanmerkingen gemaakt heb, die hij wel ter harte neemt, is het mij aangenaam UwEdG. te kunnen verzekeren, dat het onderwijs hier goed voortgaat en de kinderen, zoowel als derzelver ouders veel van Ter Hoeven houden.
Des achtermiddags waren er 61 scholieren. Het verschil is te zoeken in eenige bijzondere koehoeders. Op deze school vond ik kinderen van 10 jaren, die in 1833 aangekomen, nog geen schoolonderwijs hadden genoten, en nu reeds vrij goed konden spellen.
Het zingen is in deze bijschool nog gebrekkig. Ter Hoeven zal voortaan minder moeijelijke gezangen nemen.

Bij Meijer, in de 7e kolonie, is het getal scholieren altijd gelijk, 29. Het onderwijs is goed en den geeststemming tusschen onderwijzer en leerlingen best. Behalve 8 kinderen, welke in eens te moeijelijke boeken lezen, dat de schrijvers de pen niet goed in de hand houden, en sommige kinderen de h niet uitspreken, waarop de onderwijzer opmerkzaam is gemaakt, heb ik het onderwijs met genoegen eene heele schoolles bijgewoond; vooral beviel mij de goede orde en stilte en de opstellen der hoogste klasse zagen er wel uit.

Willemsoord

De hoofdonderwijzer is Harmen Barend Otten, zijn ondermeester is Frederik alias Dirk Izaak Hanneman. De bijschool in Willemsoord-Steggerda wordt gerund door Hendrik de Nekker.

Eindelijk bezocht ik ook de beide scholen te Willemsoord. Otten onderwees, met zijnen ondermeester Hanneman, 161 kinderen, op eene voor de leerlingen bevattelijke en aangename wijze.
De orde en stilte, waarop men zich bijzonder toelegt, worden langzamerhand beter. Dat sommige afdeelingen in te moeijelijke boekjes geplaatst zijn, erkent de onderwijzer zelf en hij zal trachten dit te verhelpen.
Van het maken van schriftelijke opstellen wordt veel werk gemaakt en ook met goed gevolg. Ook de meisjes avondschool, die ik bezocht, en 90 leerlingen telde, had al de vereischten van een ordelijk en doelmatig onderwijs. 51 derzelve schrijven heel netjes, lezen goed, sommige zelfs heel naauwkeurig; de overige 39 zijn verder ten achteren, doch hiervan kan de grootste helft dezen winter nog het allernoodigste opdoen.
Het zal veel te gemakkelijker vallen, wijl de meisjes zelve het belang en gewigt er van gevoelen.
 
Bij deze gelegenheid heb ik ook, ter voldoening aan UwEdG. aanschrijving van 24 Augustus jl N1692, de redenen onderzocht, waarom de jongeling Jacobus de Heij, van Bergen op Zoom, zoo achterlijk is in het lezen en schrijven. De voorname reden daarvan is, dat hij, nu 19 jaren oud, en reeds in het 12e in de kolonie, eerst 10 jaren bij Beekman is geweest, die hem tot eigene zaken heeft gebruikt en bijna niet ter school gezonden; - dat hij voorts ingedeeld is geweest bij Riekveld, Zeeuws en Oostendorp, die het niet veel beter met hem gemaakt hebben.
Hij kan spellen en een weinig schrijven, zal hij zoowel als meer andere groote jongens, die nog verre ten achteren zijn, nog het noodige schoolonderwijs genieten, dat allezins te hopen is, dan moeten ze pront alle avonden onderwijs ontvangen en waartoe de onderwijzers zich met genoegen onledig zullen houden, al ware het zelfs een uur na de gewone avondschool.

Eer ik nog de school van Otten verlaat, zij het mij vergund UwEdG., in het belang van het onderwijs dit voorstel te doen. Twee onderwijzers in hetzelfde vertrek werkende en wel onder zoo vele kinderen, hinderen elkanderen geweldig, en zulks was te Willemsoord niet noodig. De school kan hier, zonder eenigen hinder, in 2 ongelijke deelen verdeeld worden, eenvoudig door middel van een beschot, waarin eene half glazen deur, opdat de hoofdonderwijzer in staat blijve het oog te houden op de bezigheden der laagste klasse.

De onderwijzer van de bijschool te Willemsoord, die nu gehuwd is, onderwees des achtermiddags 58 kinderen. De hoogste afdeeling begon opstellen te maken, hetgeen ik den onderwijzer zeer heb aanbevolen.
De schriften zien er zindelijk uit. Sommige kinderen lezen best. De herhaling der lettergrepen in woorden van 3 en meer syllaben, heb ik hier zoowel als in andere scholen waar zulks niet gedaan werd, aangeraden.

Het schoolonderwijzersgezelschap, dat in onbruik was geraakt, is in de maand Mei jl wederom vergaderd geweest en wordt geregeld, op elke laatsten zaturdag der maand gehouden. De onderwijzers Otten en Uhl doen daaraan het hunne en eerstgenoemde geeft mij telkens verslag van de verrigtingen.

De Adjunct-direkteur van het Schoolonderwijs
(get.) J.H. van Wolda
Voor kopie conform
De Directeur der kolonien
J. van Konijnenburg