Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS





Meester Johan Diederik Aukes is een kolonistenzoon uit Den Haag die het onderwijs inrolt en de 'zachtmoedige' hoofdonderwijzer van de kolonie Frederiksoord wordt

Johan Diederik (soms: Diederich) Aukes komt op 8 maart 1821 met zijn ouders vanuit Den Haag in Frederiksoord wonen. Hij is dan tien jaar. Hij wordt kort vermeld op pagina 245-246 van De strafkolonie. Over zijn ouderlijk gezin is een andere pagina, zie hier, hieronder concentreer ik mij op de onderwijscarrière van Johan Diederik.


De eerste vermelding die ik heb van onderwijsactiviteit komt uit de zitting van de kleine raad van 15 november 1828. Jan Hessels van Wolda is behalve adjunct-directeur voor het onderwijs ook secretaris van die kleine raad en zwengelt het volgende aan:

Door den secretaris wordt verzocht om twee jongelingen, met name Jan Aukes en Abr. de Haan, beide van Frederiksoord, deze winter buiten de kolonie te mogen laten gaan, daar de eerstgemelde door de boeren van Wapse, gemeente Diever, en de laatste door die van Doldersum, gemeente Vledder, verzocht en uitgenoodigd waren om bij hen school te houden.
Ook verleden winter hadden zij jonge meesters uit de kolonie gehad, die hen zeer bevallen waren. Deze jongens hebben van den schoolopziener des districts reeds eene acte van den 4e rang bekomen, en zoo dit toegestaan wordt, dan kunnen dezelve in het aanstaande voorjaar, bij vertrek van ondermeesters, wederom in den dienst der M. te rug keeren.
De Kleine Raad keurt dit voorstel goed, onder nadere approbatie van den Heer Direkteur, te meer nog daar men hieruit zien kan, dat de om de kolonie toe wonende boeren, anders over onze kolonisten beginnen te denken dan tevoren.

Wapse

Daaruit blijkt dus:
- dat Johan Diederik blijkbaar in de wandeling gewoon als 'Jan' wordt aangeduid:
- dat hij al een tijdje in het onderwijs moet zitten;
- dat hij een akte van de 4e rang, whatever that may be, heeft gehaald, en
- dat hij deze winter in Wapse werkt. Dat is 6 kilometer en hij heeft GEEN brommer.

Of hij ook behoort tot de jongens die verleden jaar in de omgeving hebben gewerkt, valt hier niet uit op te maken.

Bij zijn ouders

Hij woont op dat moment nog bij zijn ouders. Eerst op hoeve 44 van Frederiksoord, zie de locatie op dit kaartje (dat is nu Wilhelminaoord, maar werd toen tot Frederiksoord gerekend) en vanaf een onbekende datum, waarschijnlijk in 1827, in hoeve 72, zie de locatie. Die laatste zal in ieder geval dichter bij de school zijn.

Hij staat ingeschreven in het stamboek Frederiksoord met invnr 1346 op scan 17, in het stamboek met invnr 1347 op scan 19 en in het stamboek met invnr 1348 op scan 74. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.

Adsistent

Johan Diederik heeft nog niet volledig voor het onderwijs gekozen. Hij heeft ook gewerkt als 'adsistent bij de Algemeene Boekhouder' en dat heeft hij zo goed gedaan dat hij per 1 januari 1830 wordt aangesteld als 'adsistent bij de boekhouder-binnen' van het tweede gesticht te Veenhuizen.

Maar dan overlijdt zijn vader op 19 december 1829. Johan Diederik probeert hem op te volgen als wijkmeester, maar dat ziet de directeur niet zitten, zie de brieffragmenten op de pagina van de familie Aukes. Daarna richt Johan Diederik zich helemaal op het lesgeven en wordt in plaats van wijkmeester schoolmeester.

Schutterij

In de school van Frederiksoord staat Johan Diederik als ondermeester onder de leiding van hoofdonderwijzer Jacob Kornelis Mulder, maar die trekt 22 november 1830 met de Drentse Schutterij ten strijde tegen de Belgen.

De plaats van hoofdonderwijzer wordt volgens de geldende besluiten voor hem opengehouden, maar Mulder overlijdt in schutterlijke dienst op 28 november 1831.

Provisioneel

Bij besluit van de permanente commissie van 21 december 1831 wordt 'vastgesteld, dat de school van kol N1, behorend tot de 3e klasse, en die toen vacant was geworden door het overlijden van den Heer Jacob Mulder, in afwachting der terugkomst van P. vd Koogh, provisioneel door de ondermeester Aukes zoude worden waargenomen'.

Provisioneel betekent voorlopig. Dit besluit heb ik niet gezien, maar wordt door Van Wolda genoemd in een terugblik op 9 februari 1838, zie hier.

Schoolonderwijzersgezelschap

Dat betekent dat hij doorgaat met waar hij mee bezig is, want toen Mulder vertrok heeft Aukes ook de school al waargenomen. Dat betekent dat hij feitelijk vanaf november 1830 de school van Frederiksoord runt. Mét minimaal één ondermeester die voor de kleintjes zorgt. Wat hij in deze periode verdient weet ik niet, vermoedelijk niet meer dan het karige loon van een ondermeester, zie bij het loongebouw.

Naast onderwijs geven zal hij ook maandelijks het schoolonderwijzersgezelschap bijwonen dat per 1 januari 1828 in het leven is geroepen, zie artikel 9 op deze pagina.

Lijsten

Hij moet wel aan alle eisen voldoen, zoals het inleveren van lijsten, zie de zitting van de kleine raad van 14 januari 1832:

Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden dat de ouders der schuldigen zijn beboet. Dezelve aan den Adjunct-Directeur voor het schoolwezen zenden.
Die van deze week ingekomen, behalve die van de onderwijzers Aukes en Ter Hoeven; de ingekomenen beoordeeld en aan den Onderdirecteur afgegeven ter beboeting, voorzover dezelven aanwezig waren en aan de afwezenden te zenden.

Aanstelling

In de hiervoor al genoemde terugblik op 9 februari 1838 schrijft Van Wolda:

Aukes inrusschen maakte het zeer goed, en de schutterij bleef lang uit, alzoo werd hij tot vaste onderwijzer dier betrekking voorgedragen, en ook door de Perm. Comm. aangesteld

Blijkens folio 4 van het personeelsregister met invnr 997 (daarvan zijn nog geen scans) is die aanstelling op 27 augustus 1832 bij agendapunt N46. Volgens de kolonistendatabase gaat de benoeming al per 1 augustus in. Overeenkomstig de bepalingen voor het loongebouw verdient hij dan als hoofdonderwijzer van Frederiksoord driehonderd gulden per jaar.

Meester Aukes

Hij heet dan ook overal 'meester' of 'onderwijzer'. Bijvoorbeeld bij de raad van toezicht van Frederiksoord van 25 oktober 1832, bijlage 2 op deze pagina, waar een jongen naar aanleiding van een vechtpartij zegt:

Ik heb hem in het geheel niet geslagen al zegt meester Aukes dat ook, dan heeft hij mis gezien..

Per juli 1833 wordt Johan Diederik Aukes niet meer gerekend tot 'de sterkte der kolonisten', maar tot 'de sterkte der ambtenaren', en daarom uitgeschreven uit het stamboek Frederiksoord met invnr 1348 en ingeschreven in het personeelsregister 1828-1834 met invnr 997 en daarna in het personeelsregister 1834-1859 op folio 14..

Alibi

Bij de raad van toezicht van Frederiksoord van 28 februari 1833, bijlage 2 op deze pagina, dient Johan Diederik als alibi. Een jongen kan niet deelgenomen hebben aan baldadigheid, omdat...

... hij op de bewuste avond, met meester Aukes en Van der Elst van de school is naar huis gegaan.

Dakpannen

Bij de raad van toezicht van Frederiksoord van 12 mei 1834, bijlage 1 op deze pagina, hebben jongens de dakpannen op het huis van de dokter vernield, ondanks het feit...

... dat de Schoolmeester Aukes zelve hun zulks nog had verboden.

De behandeling van de kwestie bij de tuchtraad, hoger op diezelfde pagina, wordt verdaagd totdat 'den Schoolonderwijzer Aukes' gehoord is.

Goed ingerigt

Na een schoolbezoek maakt de adjunct-directeur voor het onderwijs Jan Hessel van Wolda op 6 september 1834, zie hier, de nodige lovende opmerkingen over het onderwijs door Johan Diederik Aukes:

Het onderwijs was heel goed ingerigt (...)

De schriften zien er hier heel zindelijk uit, het rekenen wordt, voor zoo ver de hoofdregelen der rekenkunde betreft, klassikaal geleerd en het lezen is goed.

Nooit iets van zal komen

Het onderwijs zou volgens Van Wolda nog stukken beter zijn...

... indien Aukes een voor onderwijs vatbare en nog niet verouderde ondermeester hadde.
Het is UWEdG: bekend, dat Jan Nobbe, om zijne zwakheid en ongeschiktheid voor het landwerk, op de school genomen is, daar hij voor het geven van onderwijs toen nog niet geschikt was, dat men het met hem proberen zoude, en Aukes verzekert na hem eenige maanden gehad te hebben, dat er als Onderwijzer nooit iets van komen zal, en ik heb gezien, dat er onder de dagscholieren kinderen gevonden worden, die hem vooruit zijn. Misschien is hij voor den landbouw of wel voor een handwerk nu wederom geschikt.
Kon het derhalve om van Belkum’s huisgezin dan diende er een bekwame jongeling tot ondermeester aangesteld te worden, die op den duur voor dat vak niet verloren is.

Gezinssamenstelling

Dan, op 9 november 1835, treedt Johan Diederik, met de vermelding '24 jaar, hoofdonderwijzer' te Vledder in het huwelijk. Dat is het moment om de samenstelling van zijn gezin te doen, zoals die staat op folio 14 van het personeelsregister met invnr 998:

Johan Diederik Aukes is volgens de kolonieadministratie geboren 12 juni 1811. Volgens genealogieën op internet is hij 19 november 1811 gedoopt te Amsterdam. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Zijn bruid is:

Geeske Faaken, hoewel ze als Geessien Hendriks Jubbinga in de huwelijksakte staat, geboren 29 oktober 1808 te Vledder, als dochter van Hendrik Faaken (in de huwelijksakte Hendrik Faken Jubbinga), die al in Westerbeeksloot woonde toen de kolonie daar opgericht werd en toen onderdirecteur van Frederiksoord werd, en over wie nog een pagina komt, en Antien Tijen. Het echtpaar Aukes-Faaken krijgt de volgende kinderen:

Antje Aukes, geboren 29 oktober 1836,
Jannes Aukes, geboren 3 december 1837, maar hij overlijdt al 23 april 1838,
Hendrik Faken Aukes, geboren 18 mei 1839,
Jannes Aukes, geboren 18 februari 1841,
Frederika Maria Aukes, geboren 11 februari 1843,
Teije Jacobus Aukes, ook geboren 11 februari 1843 (een tweeling dus),
Johan Diederich Aukes, geboren 16 februari 1846,
Fake Martinus Aukes, geboren 15 maart 1850, en
Frederik Johannes Aukes, geboren 6 september 1852.

Volgens de site koloniehuizen woont het gezin op deze plek.

1835, goed onderwijs

In het verslag over het koloniale onderwijs in het jaar 1835, zie hier, schrijft adjunct-directeur Jan Hessels van Wolda:

In Kol. N.1 gingen de kinderen wederom gaarne ter school, daar zij in alle opzigten, bij een goed onderwijs, goede en gepaste teregtwijzing ontvingen, juist naar hunne kinderlijke behoefte berekend; -
de ouders zijn, zoo wel als de Directie, met de wijze van onderwijs van Aukes, als ook met de gemaakte vorderingen der leerlingen, best te vreden, terwijl de avondscholen, door het afgaan van eenige oude en voor het onderwijs min geschikte leerlingen, van jaar tot jaar verbeteren en eindelijk die orde en die hoogte beginnen te bereiken, welke men sints lang gewenscht had.

1836, ondermeester Frederik Aukes

In zijn verslag over 1836, zie hier, schrijft Van Wolda:

Het onderwijs van Aukes, in de school der Kolonie no.1 gegeven, muntte uit in zachtheid en liefde voor de kinderen, op de dagschool, terwijl dat van de avondscholen, sedert het laatst des jaars, aan jongens en meisjes beide, dagelijks doch op onderscheidene uren, gegeven werd.
Dit kon alleen hier geschieden, vanwegen den kleine omvang der Kolonie; op andere scholen zou dat moeijelijk zijn.
De Directeur dezer Kolonie, en de Kolonisten zelve, ouders der kinderen zijnde, zijn over het onderwijs en de wijze, waarop het gegeven werd, zeer tevreden. De onderwijzer had de noodige hulp van zijnen jongere broer Frederik, nog in huis bij zijnen moeder, die weduwe is.

Frederik Aukes, meestal Frederik Johannes Aukes, is volgens de kolonieadministratie geboren 27 februari 1817. Hoe hij heel 1836 ondermeester kon zijn, terwijl hij volgens het stamboek 20 april 1836 in militaire dienst gaat, snap ik niet. Meer over hem staat op de pagina Aukes.

Examens

Net als bij alle scholen, komt Van Wolda ook in Frederiksoord af en toe toetsen welke leerlingen van de dagschool naar de avondschool kunnen en welke avondscholieren hetlemaal van school af kunnen, bijvoorbeeld voorjaar 1837, zie hier.

En precies hetzelfde in maart 1838, zie hier.

Zitten of staan

Bij een soortgelijk bezoek in september 1839, zie hier, heeft Van Wolda ook andere zaken te melden. Er blijkt tot nu toe vaak staande geschreven te worden:

De school der 1e Kolonie, die ik vervolgens bezocht, heeft dezen zomer eene aanmerkelijke verbetering ondergaan, en met dankbaarheid maak ik daarvan melding. De tafels en banken, vroeger alleen geschikt voor volwassenen, zijn nu zoodanig verkleind en naauwer zamen vereenigd, dat ook de kleine kinderen kunnen zitten te schrijven, het gene ze vroeger staande moesten doen, en de vertimmering van dat werk, met het noodige verwen heeft juist plaats gehad toen de kinderen op het drukst aan het bremzaad plukken waren, zoodat het onderwijs daarbij niet geleden heeft.
(...)
Het onderwijs is hier wel geordend; alle kinderen, van den grootsten tot den kleinsten, zijn op eene nuttige wijze bezig.

Aardrijkskunde

In zijn jaarverslag over 1839, zie hier, schrijft Van Wolda:

Het onderwijs op de school van kol. 1 is met vrucht gegeven. De laagste klasse der dagschool bevat maar ruim een derde gedeelte van de hoogste, en de beide avondscholen te zamen tellen slechts vier gebrekkige leerlingen, die, wegens vroeger verzuim, achterlijk zijn, en hoedanige er uit den aard der zaak altijd eenige zijn zullen.
De kinderen der hoogste afd. van de dagschool, die in het lezen en schrijven goed bedreven zijn, en in alle opzigten wel ontwikkeld, hebben in de aardrijkskunde goede vorderingen gemaakt, zoo dat zij in het laatst des jaars, een vrij naauwkeurig landkaartje maakten en zich in de eerste beginselen onzer moedertaal, wekelijks vlijtig oefenden.
De gemoedsstemming der dag- en avondscholieren liet niets te wenschen over.

Oordeelkundig onderwijs

In het jaar 1842 telt volgens het jaarverslag, zie hier, de school van Frederiksoord 70 dagscholieren en 37 jongens en 30 meisjes avondscholieren. Verder meldt Van Wolda:

De kinderen en jongelieden hebben hier vlijtig gebruik gemaakt van het gepaste en oordeelkundige onderwijs, dat J.D. Aukes en zijn broeder, de ondermeester, er wederom gegeven hebben. Het had er weinig moeite, om de leerlingen getrouw te doen opkomen, ze zijn hier gaarne in de school.
Het onderwijs, waarbij de noodige afwisseling plaats heeft, was steeds naar de vatbaarheid der leerlingen ingerigt.
De hoogste afdeling der dagschool, die zeer goed leest en wekelijks schriftelijke opstellen maakt, is wel gevorderd in de geographie, vooral van het vaderland en maakt goede landkaartjes van de provincien. Men vindt hier altijd goede orde en het geheele onderwijs was in de geest der zachtmoedigheid gestemd.

Die broeder de ondermeester is NIET Frederik Johannes, want die is december 1839 voorgoed van de kolonie vertrokken. Volgens het mapje '1842' in de personeelsregisters met invnr 1007 is het 'M. Aukes', die voor twee gulden per week ondermeester is, dus dat zal zijn Martinus Johanes Aukes, geboren 15 oktober 1823. Hij zal altijd op de kolonie blijven, zie de pagina Aukes.

Bij de borst gegrepen

Een kluit kolonistenzonen keert in april 1844 stomdronken terug van de loting voor de Nationale Militie te Meppel en na al met een andere kolonist slaags te zijn geweest, had een van hen...

... den Onderwijzer Aukes daarenboven nog bij de borst gegrepen in de meening dat hij een ander voor had.

Ik heb verder van deze zaak geen transcriptie, alleen een samenvatting, zie daarbij ook bijlage 2.

Appelen

Bij de 'Raad van Politie en Tucht in de gewone koloniën op den 17 October 1844', zie hier, wordt behandeld de beschuldiging...

... tegen de kolonistenkinderen Jan Broekhuizen, Hermanus Everardus van der Hoef, Henderik van der Boor, en Willem, zoon van den heer Funcke welke allen appelen zoude hebben ontvreemd uit den tuin van den onderwijzer Aukes.

Van de bijbehorende raad van toezicht van Frederiksoord van 18 september 1844, waar wellicht bijzonderheden in staan, heb ik geen transcriptie.

Zeer doelmatig

Na de dood van Jan Hessels van Wolda, neemt zijn opvolger Jan Hendrik Geraets de examens af, zoals in november 1844, zie hier. Zijn eerste jaarverslag is dat over 1844, zie hier, waarin hij over Frederiksoord meldt:

In den school van Kolonie no.1 werd het onderwijs op den vroeger ingeslagen weg zeer doelmatig voortgezet en bleef dan ook niet in gebreke, goede vruchten op te leveren. De bekwame onderwijzer J.D. Aukes, ijverig geholpen door zijnen ondermeester J.S. Molewijk, in vervanging van M.J. Aukes, die in juni 1844 tot eenen andere betrekking overging, gaf met gelukkige uitkomsten, dagelijks aan 79 en des avonds aan 59 leerlingen onderrigt.

Loonsverhoging

Op 21 oktober 1850 N12 wordt door de permanente commissie 'bij wijziging van art. 1 der resolutie van 27 Augustus 1832 N45 bepaald dat de school van kolonie 1 en hare onderwijzer zullen gerekend worden te behooren tot de 2de klasse', invnr 984. Het gevolg voor het loongebouw is dat Johan Diederik Aukes net zoveel gaat verdienen als zijn collega's in Willemsoord en Wilhelminaoord, namelijk 375 gulden per jaar.

De 'opziener der scholen' klaagt, zie hier, in 1856 dat de school van Aukes te klein is om alle leerlingen te bergen en dat daarom kinderen moeten afgewezen. Het probleem schijnt al langer te bestaan. De directeur der koloniën pleit voor een nieuw gebouw voor de school, maar dat komt er voorlopig niet, zie hier.

Zoons

In de kolonistendatabase staan een paar dingen waarvan ik niet weet waar ze vandaan komen en die ik dus ook niet kan verifiëren:
■ volgens die bron werkt zoon Teije Jacobus Aukes op een gegeven moment als ondermeester in kolonie I, dus bij zijn vader, voor ƒ 1,50 per week;
■ volgens diezelfde bron werkt zoon Jannes Aukes op een gegeven moment als 3e schrijver bij de boekhouder van kolonie I voor ƒ 1,-- per week.

Wat ik wel heb kunnen nagaan is dat zoon Hendrik Aukes met ontslag de kolonie verlaat op 1 februari 1858 en zoon Jannes Aukes op 8 november 1859 met ontslag gaat.

Na 1859

Zoals vermeld op deze pagina komen de koloniale scholen en de koloniale onderwijzers in de knoei na 1859. Johan Diederik Aukes is een van degenen die het 'vergelijkend examen' aflegt en daardoor kan blijven lesgeven.

Hij staat nog vermeld in het personeelsregister met invnr 1675 op folio 4, met invnr 1677 op folio 1 en met invnr 1679 op folio 4.

Tot slot

Zoon Teije Jacobus Aukes vertrekt met ontslag op 1 september 1862.

Op 15 maart 1865 vertrekt ook meester Johan Diederik Aukes. Volgens het personeelsregister met invnr 1677 vliegt het gezin die dag alle kanten op. Zoon Johan Diederich Aukes vertrekt op die datum naar Baflo, dochter  Frederika Maria Aukes naar Giethoorn, dochter Antje Aukes blijft als enige in Frederiksoord omdat zij 'dienstbaar bij de directeur' is.

Johan Diederik Aukes, echtgenote Geeske Faaken en de twee jongste kinderen Fake Martinus Aukes en Frederik Johannes Aukes, vertrekken die 15e maart 1865 naar Haarlem.