Per die datum wordt Hoseas Gerhardus Meiling Amshoff de eerste
zieleherder van de protestantse bedelaars, strafkolonisten,
hoevenaars en employés. Hij is sinds 3 juni 1821 predikant
van Avereest. Hij wordt genoemd op de pagina's 149, 154, 173, 182
en 270 van De bedelaarskolonie en zijn persoonlijke
gegevens zijn:
Gezinssamenstelling
● Hoseas Gerhardus Meiling Amshoff is geboren 8
september 1791 als zoon van Johannes Petrus Amshof (ook
predikant) en Christina Meiling. Hij is getrouwd met
● Wilhelmina Elisabeth Mechteld Bottichius Meurs, geboren
22 oktober 1798. Van dit echtpaar zijn de volgende kinderen
bekend:
● Jan Rudolph Amshoff, geboren 6 oktober 1822,
● Johannes Petrus Meiling Amshoff, geboren 2 oktober
1825,
● Damian Joan Amshoff, geboren 17 oktober 1827, en
● Christina Amshoff, geboren 5 december 1829.
Commissaris Sepp komt op woensdag 23 april 1823 met zijn
tweede transport bedelaars aan op de Ommerschans, waarvan hij
verslag doet in het maandblad de Star juni 1823 pagina 490 en
verder en meldt dan dat hij de catechisatieklok hoort.
Dus die wordt woensdag gehouden.
Op pagina 503 van de Star praat Sepp met dominee Amshoff
over de godsdienstige zorg op de schans.
Van Lennep c.s.
In juli 1823 bezoeken Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp de
Ommerschans. Ze bekritiseren de protestantse zielzorg omdat
dominee Amshoff de afgelopen winter geen kerkdiensten gehouden
heeft (dat kan kloppen, want toen was hij nog geen predikant op de
schans) en omdat Avereest twee uren gaans van de Ommerschans zou
liggen, wat het dubbele is van de werkelijkheid.
Eerste jaarverslag
In de Star van 1823 de pagina's 679-682 doet dominee
Amshoff verslag van zijn activiteiten in 1823. Daaruit blijkt
ondermeer dat hij bij de catechisatie gebruik maakt van een door
zijn vader geschreven boekje en dat hij 's avonds niet kan reizen
waardoor de catechisatie noodgedwongen op woensdagmiddag is.
In het gemeentearchief van Avereest is sprake van een besluit van
Gedeputeerde Staten van Overijssel van 16 december 1823 'inzake
het bezwaar van H.G. Meiling Amshof, predikant van de Hervormde
gemeente te Avereest tegen afschaffing van het voorrecht om niet
aangeslagen te worden in de hoofdelijke belastingomslag.
Gedeputeerde Staten stelt de schout van de gemeente Avereest in
het gelijk en de predikant dient te betalen
Vraagboekjes
Op dinsdag 13 januari 1824 schrijft de kassier van de
Maatschappij van Weldadigheid Petrus Ameshoff aan de permanente
comissie, invnr 68:
De Heer Predikant Amshoff schrijft
- van het Bijbelgenootschap door do. Chevallier 300 bijbels te hebben ontvangen. Ik vrees nu dat het Bijbelgenootschap op mijne aanvrage zwarigheid zal maken, en welligt uit eigen beweging in de behoefte voorzien heeft. Hadt UWE mij dit gemeld, dan hadt ik mijn verzoek anders kunnen inrigten.
- beklaagt zich dat de kolonisten geen zielenspijs kunnen ontvangen, dan ten nadeelen van hunne verdiensten. Dwangmiddelen komt ZWEerw. ongeschikt voor. De kerk te klein - verlangt naar de nieuwe. Wenschte het nieuwe schoolgebouw voor de kerk geschikt werd, waardoor men reeds voor lang in de Star las, dat het gebouwd werdt, zoodra immer mogelijk worde begonnen.
Bijgevoegd is een briefje gedateerd 2 december 1823::
Amice!
Zoudt ge ook in de Star plaatsen, dat ik uit Utrecht van onbekende gevers ontvangen heb het volgende.
333 Evangelische gezangboeken ter verzending aan do. Heerspink.
1000 vraagboekjes God's openbaring aan de mensch door L. Egeling, welke verzonden moeten worden in drie gedeeltens als 333 aan do. Heerspink, 333 aan ds. Jentink en 333 aan do. Amshoff.
Ontvang mijn vriendschapsgroeten
TT
P.J. Ameshoff
Nieuw kerkgebouw
Op 9 mei 1824 wordt het nieue gebouw op de wal van de
Ommerschans, dat zowel dient als school (doordeweeks) als kerk
(zondags) in gebruik genomen. Ter gelegenheid daarvan is deze
jubelzang, invnr 69:
Bij Gelegenheid der Eerste Godsverëering in het Nieuwe Kerkgebouw in de Ommerschans den 9e van Bloeymaand 1824
Nu rijzen dankbre klanken
Door lugt en wolken heên
Ja - 't feestuur is geboren
Wat heil is ons beschoren
Nu wij hier binnen treên
ô nieuwgebouwden tempel
Met vreugd gaan wij u in
Kom dierbre feestgenoten
Nu hart en mond ontsloten
Voor jeuzus zondaarsmin
ô Heilland hoor ons bidden
Uw goede Geest daal neer
ô Heilland hoor ons bidden
Kom zeeg'nend in ons midden
Op dat Uw Rijk vermeêr
ô liefderijk erbarmen
ô vrugt van Jezus kruis
ô liefderijk erbarmen
Hier schenkt gij aan de armen
Dit nieuwe tempelhuis
ô wil hier bij ons wonen
Bekroon des leeraars werk
Wil bij zijn ernstig spreken
De stugste harten breken
ô Koning van Uw kerk
Laat allen die uw kennen
Hier worden opgeleid
Om ijvrig voor te streven
Naar 't heil dat na dit leven
Uw vriend is toegezind
ô Vader hoor ons smeken
ô Zoon ontvang al d'eer
ô Geest woon in ons midden
Leer Gij ons danken, bidden
Hervorm ons meer en meer
Ja, Halelujah Amen
Gij ziet op zondaars neer
Och wil ons niet beschamen
Ja Halelulja Amen
Genade zij al d'eer
Kerkenraad
Op 14 mei 1824 komt volgens het brievenboek met invnr 348
een brief binnen van de 'Staatsraad Direkteur voor de hervormde
kerk, zendt in om konsideratien en advys eenen brief van Ds
Amshoff te Avereest, bevattende een voorstel ter benoeming van
eenen kerkeraad in de gemeente aan de Ommerschans'.
Volgens het brievenboek met invnr 926 stuurt de permanente
commissie op dinsdag 1 juni 1824 aan de 'Staatsraad Dir
Gen van de Herv Kerk, bedenkingen over de kerkeraad op de OS'.
En op 4 juni 1824 komt volgens het brievenboek met invnr
348 de beslissing van de 'Staatsraad Direkteur Generaal voor de
Hervormde Kerk, zendt in afschrift van ZHEG dispositie op het
voorstel van Ds Amshoff omtrent een kerkeraad te Ommerschans,
waarbij Z.M. wordt geinviteerd, om zich deswege vooraf te verstaan
met de P.K.'
Uit latere correspondentie blijkt dat er dan een kerkenraad op de
Ommerschans is.
Jaarlijks verslag
In het blad de Star van 1824 op de pagina's
506-600 doet dominee Amshoff verslag van zijn activiteiten in het
afgelopen jaar. De samenvatting daarvan, die ook hier staat:
Verslag van den Godsdienstigen en zedelijken staat der Protestanten in het koloniaal gesticht de Ommerschans
- 9 mei Nieuwe Kerk in gebruik genomen.
- 30 mei eerste Avondmaalsviering, plegtigen eerbied en heilige stilte (+ broederlijke vereeniging kolonisten en ambtenaren, waaronder de adjunct-directeur)
- zomer 1823 enige tijd geen godsdienst omdat die zaal nodig was: De openbare en bijzondere Godsdienstoefeningen hebben in dit jaar haren geregelden gang gehad, uitgezonderd eenige weinige Zondagen in den vorigen zomer, toen wegens toenemende bevolking, het lokaal, voor den eeredienst bestemd, een korten tijd moest worden ingeruimd voor bewoning.
.
Plus 4 personeelsleden en 8 kolonisten die belijdenis gedaan hebben (maar geen datum genoemd): Personeelsleden:
- H. Katerberg, opziener
- N. Ketelaar, wijkmeester
- Trösjes, opziener
- Jacobus de Rooy, zaalopziener
Kolonisten:
- Kornelis Nelis
- P. Lentjes
- A. van der Veen
- A. Tiessens
- J. van den Berg
- Sjouke van der Veen
- Antje Molenwijk
- Geesje Egberts Geerts
Divers
Er zijn diverse brieffragmenten over 'tractaatjes' die door het
'traktaatgenootschap' aan de koloniale domines gestuurd zijn en
waarvoor die dominees dan weer uitgebreid moeten bedanken, maar
die heb ik hier niet opgenomen.
Ook de jaarlijkse verslagen doe ik niet allemaal. Die zijn tot en
met 1826 te vinden in de Star en daarna in de Vriend
des Vaderlands. Zie deze
pagina hoe de scans daarvan te bereiken zijn. Bijvoorbeeld:
- Verslag door Amshoff over protestantse godsdienst in de
Ommerschans Star 1825 pagina's 717-721
- Verslag door Amshoff over protestantse godsdienst in de
Ommerschans Star 1826 pagina's 629-634
Vacatures kerkenraad
Op 2 januari 1826, invnr 77, schrijft dominee Amshoff:
Kolonie Ommerschans den 2 January 1826
Door het vertrek van den Heer J. Honing naar het Hoogeveen, en J. Emmelot naar Kolonie Veenhuizen de posten van Ouderling en Diaken vakant geworden zijn; en het noodig is, dat die posten spoedig weder vervuld worden;
Zoo heb ik de eer ingevolge besluit der Permanente Kommissie UwEdl's voortedragen, den Heer Adjunkt Direkteur Harloff tot Ouderling en den wijkmeester Ketelaar tot Diaken – verzoeke deeze voordragt in eene benoeming te veranderen.
De Predikant te Avereest en Ommerschans,
H.G. Meiling Amshoff
Nieuwe bijbels
Op 13 februari 1826, ook invnr 77, meldt dominee
Amshoff dat overeenkomstig het besluit van de permanente comissie
van 19 januari Harloff tot ouderling en Ketelaar tot Diaken
bevestigd zijn. Verder schrijft hij:
Avereest, den 13 February 1826
Ofschoon ik mij voor ongeveer een jaar een aantal van 100 Bijbels door de beschikking van den Heer P.J. Ameshof ontving en onder de Protestantsche kolonisten te Ommerschans heb uitgedeeld
ofschoon ik ook reeds vroeger door aanzienlijke bezendingen bijbels vanwege het bijbelgenootschap werd vereerd die ook ter zijner tijd zijn gedistribueerd,
zoo is en blijft er steeds behoefte aan bijbels in de Ommerschans, terwijl het personeel der bevolking, door ontslag, verplaatsing als andersints gedurig verandert. Steeds zijn en blijven er die nog gaarne een bijbel hadden en denzelven ook nuttig kunnen gebruiken.
Tegen misbruik van dit dierbaar geschenk door sommigen zijn goede maatregelen genomen.
Het is hierom, daar de in de kerkelijke Casse voorkomende weinige gelden geen aankoop gedogen, dat ik de vrijheid neeme de Permanente Kommissie bij dezen met alle bescheiden te verzoeken bij het Nederlandsch Bijbelgenootschap om 70 nieuwe Testamenten en 30 bijbels te willen aanvragen ten dienste der Protestanten te Ommerschans opdat ik dezelve van tijd tot tijd kan uitdelen.
De Predikant van Avereest en Ommerschans,
H.G. Meiling Amshoff
Getrouwe dienst
In de kolonieberichten in de Star van februari 1826 wordt
gemeld dat Amshoff op de schans 250 leerlingen heeft, waarvan hij
er 50 dit jaar als lidmaten hoopt aan te kunnen nemen.
In het boek van Albert Piel dat op de site van de hv Avereest
staat, wordt geciteerd uit het 20 september 1827 door het
lid van de permanente commissie dominee Johanes Sluiter
voorgedragen 'verslag wegens den staat van het godsdienstig- en
schoolonderwijs', afgedrukt in de Vriend des Vaderlands
pagina 792-en-verder:
Onder de getrouwe dienst van den Heer Amshoff, Predikant te Avereest, wordt in de gemeente Ommerschans veel goeds gesticht, de openbare godsdienst-oefeningen worden vlijtig bezocht, zonder dat daartoe dwangmiddelen vereischt worden.
Jammer dat het schoolgebouw, hetwelk tot kerk gebruikt wordt, veel te bekrompen is, om de menigte, die in hetzelve vergadert, behoorlijk te plaatsen en vooral in den zomer het ongemak heeft van benauwdheid, die aan den spreker en de hoorders grooten hinder veroorzaakt.
Het zou een groote weldaad zijn, indien in dit opzigt eene verbetering kon worden daargesteld.
Is het getal van aangenomen lidmaten in dit jaar kleiner, dan wel voorheen, de reden daarvan ligt niet in het mindere getal van Katechizanten of in derzelver trage oefening, maar in het beginsel dat de Leeraar zich verpligt gevonden heeft te volgen, overeenkomstig hetwelk hij tot de toewijzing van het lidmaatsachap niet besluit, dan na herhaalde en ernstige proefneming, omtrent godsdienstige kennis, overtuiging en zedelijkheid dergenen, die hetzelve verlangen te verkrijgen.
Het geeft een waar genoegen te kunnen verzekeren, dat de Christelijke pogingen, die er worden in het werk gesteld tot hervorming van de hier aanwezige, over het algemeen jammerlijk diep gezonkene schaar van menschen, geenszins vruchteloos beonden worden;
Sommigen geven daarvan in hun gedrag en spreken, de meest voldoende bewijzen en het gezigt op zulke voorbeelden houdt den moed en ijver gaande, om op allen zoveel mogelijk te werken en zelfs dezulken niet op te geven, die men anders ligtelijk voor het Koninkrijk der hemelen geheel verloren zou achten.
Aandacht en eerbied
Ook door Piel geciteerd is het bezoek van de 'Kommissie van
Toevoorzigt' aan de Ommerschans, afgedrukt in de Vriend des
Vaderlands pagina 897 en verder;
Op zondag 7 Oktober hebben wij te Ommerschans de openbare eeredienst der R.K. gemeente en de Hervormde gemeente in het schoolgebouw aldaar bijgewoond, onder het gehoor van kapellaan Tempelman en daarna onder dat van Meiling Amshoff te Avereest, die de dienst alle zondagen aan de Ommerschans waarneemt.
Wij mochten bij die gelegenheid zien, hoe bij de Roomschgezinden 4 of 5 kinderen van bedelaars aldaar met diep gevoel hunne eerste communie deden;
en deelden bij de Hervormden met onderscheidene bedelaars en bedelaressen in de viering van het H. Avondmaal, onder welke uitdeeling die aandacht en eerbied door ons met genoegen werd opgemerkt, welke die belangvolle plegtigheid allesszins inboezemt, en door de doelmatige en eenvoudige toespraken van den eerw. Amshoff werd opgewekt en onderhouden.
Wij bespeurden zulks, zeggen wij, met genoegen bij personen, die, toen zij nog bedelende waren, dergelijke godsdienstoefeningen niet bijwoonden, zoo al niet uit verwaarloosd godsdienstig gevoel, immers dan uit schaamte van in het openbaar verschijnen.
Overlijden
Tussen alle bedrijven door is er steeds sprake van de zwakke
gezondheid van dominee Amshoff. In de loop van 1830 wordt hij
serieus ziek en na een lang ziekbed overlijdt hij ten huize van
zijn ouders in Emmen op 40-jarige leeftijd op 22 september
1831. Albert Piel beschrijft dat leden van zijn gemeente te
Avereest voor een toepasselijk grafsvchrift wilden zorgen:
Het gevolg was, dat boeren van Avereest, waarschijnlijk leden van de Kerkeraad, de in die jaren verre tocht van Avereest ondernamen naar Heesterkante, even over de grens bij Gramsbergen.
Aldaar woonde op de Groote Heest te Laars, Markies George Anne Christiaan de Thouars, (1807-1850) een niet onbekende pamflettist en dichter, in zijn jonge jaren page aan het Hof van Koning Willem I.
Aan de Markies de Thouars werd gevraagd een gedicht te willen maken op het graf van hun overleden Predikant. Het door de Markies gegeven grafschrift luidt als volgt;
Niet meer geslingerd door des levens woeste baren,
Rust hier, na eene reis van rijkelijk veertig jaren,
Hij, die de Thesing, Smilde, Ruinewold en Avereest,
Getrouw in des Heeren werk, als Leeraar is geweest.
H.G.M. Amshoff
Gest. 22 Sept. 1831.
Ruim een jaar
Wat de Ommerschans betreft wordt er door de directeur melding
gemaakt in de 'Kolonieberigten' in de Vriend des Vaderlands
1831 pagina 775:
De Wel Eerw. Heer Meiling Amshoff, Predikant te Avereest en tevens bij de Protestanten aan de Ommerschans, in het begin der maand overleden zijnde, zoo staat de dienst aldaar geheel stil, nadat dezelve reeds sinds ruim een jaar door de ziekelijke gesteldheid des genoemden leeraars niet dan zeer gebrekkig heeft kunnen worden waargnomen.
Het is te wenschen dat hierin weldra voorzien moge worden, zoodanig als de wezenlijke behoefte zulks vordert.
Zorgelijk
En de 'Kommissie van Toevoorzigt' schrijft op pagina 908 van de Vriend
des Vaderlands 1831:
Aan de Ommerschans, alwaar een begin met de Inspectie gemaakt is, vernamen wij met leedwezen, den zeer zorgelijken toestand van den Predikant te Avereest, den Heer Meiling Amshoff, wiens overlijden kort daarop gevolgd is.
Zoo lang gezegde Predikant daartoe in staat was, heeft Z.W.E. aan de Ommerschans, Zondags gewoonlijk ééns gepredikt en het Herderwerk aldaar zooveel mogelijk waargenomen.
Wij zeggen, zoo veel mogelijk, om de moeijelijkheden welke er aan verbonden zijn voor eenen Predikant, om dat werk te Avereest, alswaar ongeveer 700 leden van de Protestantsche Gemeente gevonden worden en aan de Ommerschans, alwaar men er tijdens ons verblijf er meer dan 800 telde, naar behooren waar te nemen.
NB: Een broer van hem, Gerardus Hozeas Amshoff, heeft vanaf
1831 als president van de provinciale geneeskundige commissie van
Drenthe veel te maken met de gezondheidszorg in met name de
kolonie Veenhuizen en komt daarom enkele malen voor op de geneeskunde-pagina's.