Ike Jurriaans Atsma en Aukjen Hendriks Brander uit Workum zijn vrije kolonisten in Willemsoord met een nest vol dochters, waarvan er twee op de kolonie blijven

De subcommissie van weldadigheid te Workum heeft recht op één plek in de vrije koloniën 'uit de contributie'. Zie voor een uitleg van dat begrip deze pagina. Op 5 november 1828 is die plek vrij en doet Workum een multiple choice voordracht voor de invulling ervan, invnr 94 scan 504-505. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.

Workum heeft twee gezinnen in de aanbieding, die beide 'van een doorgaand onberispelijk zedelijk gedrag' zijn, maar geeft toe dat het gezinshoofd van het ene gezin met zijn 58 jaar 'reeds in jaren gevorderd' is en wil ook niet verzwijgen dat die man 'zeer hardhoorend is'. Hardhorend heeft Workum onderstreept, dus waarschijnlijk is hij gewoon hartstikke doof.

Aankomst

Zodat de keus voor de permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid makkelijk is: Ike Jurriaans Atsma, oud 35 jaren, 'werkman', met echtgenote en 'met vijf kinderen ten hunnen lasten'. Ze mogen komen en op woensdag 24 december 1828, dus ze kunnen kerst op de kolonie vieren, arriveren ze in de kolonie Willemsoord. Hier mijn aantekeningen over hen.

Ze worden gehuisvest in hoeve nummer 83 van die kolonie, zie voor de locatie op dit kaartje, Dat heet tegenwoordig Koningin Wilhelminalaan. Ze staan als bewoners van die hoeve op scan 37 van het stamboek van Willemsoord met invnr 1359. Daarbij maken de klerken van de Maatschappij gebruik van de gegevens die door Workum verstrekt zijn en die zitten er consequent naast:

Gezinssamenstelling

Ike Jurriaans Atsma is volgens de kolonieadministratie geboren 7 mei 1792. Volgens familieonderzoekers moet dat zijn 5 mei 1793. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met:

Aukjen Hendriks Brander, volgens de kolonieadministratie geboren 26 september 1784. Volgens familieonderzoekers is dat haar doopdatum. Het echtpaar komt met de volgende kinderen:

Marijke Atsma, volgens de kolonieadministratie geboren 1 april 1814. Volgens wiewaswie moet dat zijn 27 april 1816 te Bolsward en heet ze Maria.
Geertje Atsma, volgens de kolonieadministratie geboren 22 september 1816. Volgens wiewaswie moet dat zijn 20 september 1817 te Bolward.
Hiske Atsma, volgens de kolonieadministratie geboren 8 januari 1819. Volgens wiewaswie moet dat zijn 8 januari 1820 te Workum.
Jurretje Atsma, geboren 1 augustus 1822 te Workum, en
Hendrikje Atsma, ook geboren 1 augustus 1822, een tweeling dus, en bij haar geboorte had ze een 'n' erachter, dus Hendrikjen.

Een nest vol meisjes dus.

1828-1831

■ Op 12 augustus 1829 loopt Geertje Atsma (nog geen twaalf jaar oud!!) van de kolonie weg. Ze is pas 5 september 1829 terug. Dat ze niet voor de tuchtraad hoeft te verschijnen en geen straf krijgt, zal met haar leeftijd te maken hebben.

■ Als op de zitting van de kleine raad van 19 maart 1831 als gevolg van nieuwe bepalingen - beschreven in De strafkolonie pagina 122 en als besluit hier in te zien - gekeken wordt hoe het staat met de mestmakerij door kolonisten, wordt geconstateerd dat de familie Atsma 'één voer te min' heeft gemaakt. Ik heb van lang niet alle kleine raadzittingen transcripties, dus ik weet niet of dit vaker gaat voorkomen.

■ Op de zitting van de kleine raad van 14 mei 1831 komt Ike Jurriaans Atsma vragen of hij acht dagen naar Sneek mag. Dat wordt toegestaan.

1832

■ Op de zitting van de raad van politie en tucht van 27 oktober 1832 treedt Ike Jurriaans op als getuige als een kolonist de wijkmeester zou hebben mishandeld. De aanleiding staat in bijlage 1, de wijkmeester komt kolonisten vertellen dat degenen die klaar zijn met het uitrooien van kleine aardappelen, hun kinderen naar hulpbehoevende kolonisten moeten sturen om ze daarmee te helpen. De animo blijkt miniem.

Blijkbaar hoort Atsma bij de wijk van wijkmeester Koppe, zie over hem deze pagina.


Verhuizing

■ Op 14 april 1834 verhuist het gezin naar hoeve 17 van Willemsoord, zie de locatie op dit kaartje. Dat is een eind uit de buurt, middenin het centrum van Willemsoord. In het stamboek van Willemsoord met invnr 1360 gaan ze van scan 83 naar scan 18. Opvallend is dat er ondanks het gebrek aan mannelijke arbeidskracht geen jongens bij het gezin worden ingedeeld. Dat duidt erop dat Ike Jurriaans het qua arbeid best goed doet.

■ Op de zitting van de kleine raad van 24 januari 1835 behoort Atsma tot degenen die minder rogge hebben ingeleverd dan vooraf getaxeerd was dat er van zijn landje zou komen. De familie krijgt zeven pond minder brood dan de normale verstrekking.


1836

■ Op de zitting van de raad van toezicht van Willemsoord van 9 april 1836 zien we Ike Jurriaans weer optreden als getuige als 'de wever' Atsma'. Dit keer heeft hij niets gehoord, al had de aanklager in zijn brief verwacht dat 'den wever Atsma geen hulde aan den waarheid weigeren' zal. Van de hierbij horende raad van politie en tucht heb ik helaas geen transcriptie.

■ Later die maand, op 25 april 1836, gaat dochter Geertje Atsma met drie maanden verlof om een baan in de gewone maatschappij te zoeken. Zie de regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt niet, want ze is 14 mei 1836 weer terug.


De affaire Geertje-1

■ Als ze vier jaar later, op 1 mei 1840, weer met drie maanden verlof gaat is dat een schijnbeweging. Want ze weet vast wel dat er wat loos is. Dat komt aan het licht als ze op 27 juni 1840 terugkeert en het wordt allemaal uitgediept als ze op 21 september 1840 voor de raad van politie en tucht moet verschijnen.

Daarvan heb ik geen transcriptie maar wel onderstaande aantekeningen. De net 23 jaar geworden Geertje moet verschijnen omdat zij 'door onzedelijke omgang met den kolonist Jan Vreelink, zich reeds sedert January ll in eenen zwangeren toestand bevindt'. Dat zal de raad op visuele waarneming gebaseerd hebben, want Geertje zal op 24 oktober 1840 bevallen van een dochtertje Hendrika Atsma.

'G. Atsma binnen geroepen zijnde, bekent zij haar misdrijf, daarbij te kennen gevende, dat hij haar, na alvorens haar in die toestand te hebben gebragt, had verlaten, zich vervolgens had opgehouden met zijne tegenwoordige vrouw Neeltje Groenewoud, waarmede hij in april jl is gehuwd, en welke zich ook reeds voor het huwelijk in eenen zwangeren toestand bevond.'

De affaire Geertje-2

Jan Willem Vreeling is een 26-jarige kolonistenzoon uit Monnickendam die na zijn trouwen kolonist werd op de hoeve van zijn overleden schoonvader. Natuurlijk moet hij ook voorkomen en uit de verslagen blijkt dat hij vooral staat te schutteren en weinig talent heeft om zich hier uit te kletsen. Bij de raad van toezicht van Willemsoord: 'Daarna komt J. Vreelink binnen, hem de verklaring van G. Atsma mede deelende ontkend alles, doch het blijkt uit zijne verwarde antwoorden; en zijn geheel uiterlijk getuigt genoegzaam dat hij zich wel schuldig gemaakt heeft.'

En bij de raad van politie en tucht vergaat het hem niet beter. 'J. Vreelink binnengeroepen zijnde, wil zich verontschuldigen, ofschoon op eene wijze, waaruit zijne schuld genoeg blijkt.'

Strafkolonie

Tegen dergelijke escapades treedt de Maatschappij rigoreus op. Alle betrokkenen worden voor onbepaalde tijd verbannen naar de strafkolonie op de Ommerschans. Men gunt Geertje nog de tijd om eerst te bevallen en dan besluit men dat het beter is haar niet bij de anderen op de Ommerschans te plaatsen, maar in het tweede gesticht te Veenhuizen. Volgens dit overzicht komen zij en haar dochtertje daar op 1 december 1840 aan.

Geertje en dochtertje worden tweeënhalf jaar vastgehouden en dan trekken ze de wijde wereld in. Maar ze gaan niet zo heel ver weg.

Hiske en Geertje

■ In de tussentijd is zus Hiske Atsma van de kolonie afgegaan. Dat mag niet zomaar, daar moet je toestemming voor vragen, maar dat doet ze niet. Volgens het stamboek Willemsoord met invnr 1362 scan 19 gaat ze 17 april 1841 weg, maar dat zal niet kloppen want ze is al op 1 april 1841 getrouwd. Met de uit Leiden afkomstige kolonistenzoon Johannes Geijtenbeek.

Dat huwelijk speelt zich verder buiten de kolonie af - rond de Dedemsvaart dus Johannes Geijtenbeek is waarschijnlijk aan het turfsteken - , maar toch even: Hiske overlijdt na enkele jaren en dan hertrouwt Johannes Geijtenbeek met Geertje Atsma.


Overlijden en hertrouwen

■ Op 22 juli 1841 overlijdt de vrouw des huizes Aukjen Hendriks Brander.

■ Daarna krijgen ze voor het eerst een ingedeelde in huis, de uit Vlaardingen afkomstige Pieter Wuijster, maar die blijft maar van 31 januari 1842 tot zijn ontslag op 1 mei 1842. Daarna komt Ike Jurriaans Atsma bij de kleine raad van 17 september 1842 vragen om verlof naar Bolsward, want hij moet blijkbaar nog iets regelen voor hij op 6 oktober 1842 hertrouwt met:

● Margrieta Gerritsen, volgens de kolonieadministratie geboren 8 juni 1799. Zij is weduwe van de kolonist Jan Gerrit Engelman en neemt uit dat huwelijk mee:

Margrieta Jannetta Engelman, geboren 15 maart 1825,
Jan Willem Gerrit Engelman, geboren 13 juli 1827, en
Hendrik Daniël Engelman, geboren 17 juli 1829.

Leegloop

Daarna begint in 1844 de boel leeg te lopen:

■ Margrieta Jannetta Engelman deserteert van de kolonie op 14 maart 1844.

■ Marijke/Maria Atsma vertekt om 'te gaan dienen' op 15 april 1844. Zij zal niet meer terugkeren op de kolonie.

■ Hendrik Daniël Engelman gaat in militaire dienst op 25 juli 1844.

■ Jurretje Atsma vertekt om 'te gaan dienen' op 2 november 1844. Maar ook zij gaat niet ver weg, ze trouwt anderhalf jaar later te Steenwijkerwold met Cornelis Vreeling, inderdaad een broer van...

Verhuizing en strafkolonie

■ Op 15 april 1846 gaat Jan Willem Gerrit Engelman 'als plaatsvervanger in militaire dienst' en daarna verhuist het inmiddels kleine gezin - nog bestaande uit vader Ike Jurriaans Atsma, dochter Hendrikjen en tweede echtgenote Margrieta Gerritsen - op 22 oktober 1846 naar hoeve 86. Scan 89 in het stamboek met invnr 1362 en qua locatie vlak bij de plek waar ze ook begonnen zijn.

Wat er daarna gebeurt heb ik niet kunnen achterhalen. Niet in de post en niet bij de tuchtraden. Ze moeten iets heel erg fouts hebben gedaan, want ze komen volgens dit overzicht op  3 december 1846 aan in de strafkolonie op de Ommerschans, maar ik weet dus echt niet wat ze gedaan hebben. Daarvoor zullen toch ooit eens een paar dozen archief doorgenomen moeten worden, mijn suggestie is de invnrs 585-587.


Veenhuizen

■ Na negen maanden detentie gaan ze op 4 september 1847 met de (lagere) status van arbeidershuisgezin naar het derde gesticht te Veenhuizen. Ze staan nu gedrieën in het stamboek van arbeidersgezinnen met invnr 1575 scan 89. Na een jaar, op 3 augustus 1848, mogen ze weer naar de vrije koloniën, Willemsoord hoeve 91, weer heel dicht bij de plek waar ze begonnen zijn. Scan 97 van het stamboek met invnr 1363.

Het is nu een komen en gaan van ingedeelden, maar dat heb ik niet bijgehouden.

■ Op 27 november 1852 treedt Hendrikjen Atsma in het huwelijk met de oudere kolonistenweduwnaar Arnoldus Sprado, die tot voor enige tijd naast hun woonde. Ze is vanaf dat moment kolonistenvrouw en woont op hoeve 123 van Willemsoord, scan 129 van invnr 1363.


Tenslotte

■ Op 20 september 1853 overlijdt Ike Jurriaans Atsma.

■ Dochter Jurretje zal later nog terugkeren op de kolonie. Na een aantal jaren te hebben gewoond in Steenwijkerwold, misschien in het semi-illegale huttendorp 'Huttenberg', later Mariënkampen, wordt haar echtgenoot Cornelis Vreeling per 5 januari 1861 kolonist in Willemoord. Enkele jaren later overlijdt in diezelfde kolonie zus Hendrikjen Atsma op 3 december 1864.

■ Vanaf 1859 heeft de Staat de gestichten te Veenhuizen en Ommerschans overgenomen van de Maatschappij van Weldadigheid. Een van de gevolgen is dat de strafkolonie niet meer bestaat. De ergste straf die er dan nog is voor de mensen die terechtstaan bij de tuchtraad in dit overzicht is verwijdering uit de kolonie. Bij welke van die zaken het echtpaar Cornelis Vreeling-Jurretje Atsma moet verschijnen weet ik niet, maar per 29 oktober 1870 worden ze uit de kolonie weggestuurd.

Dan is de laatste van het gezin Atsma van de kolonie verdwenen.