De subcommissie van weldadigheid Leiden mag bij de oprichting van
de kolonie Veenhuizen meerdere arbeidershuisgezinnen leveren. Daar
is ze heel blij mee, maar ze worstelt met te grote gezinnen en
kiest rare manieren om dat op te lossen, zie op deze pagina.
Uiteindelijk accepteert Leiden de bezwaren tegen het gehannes en
op 20 maart 1825 schrijft de subcommissie aan de
permanente commissie, invnr 72:
Onze subkommissie de redenen billijkende, op welke de Permanente Kommissie onze te talrijke huisgezinnen genoodzaakt is, afteslaan, en voor de ontwikkeling derzelve dankzeggende, verblijdt zich in staat te zijn, den staat van twee andere gezinnen te kunnen inzenden, van Jacob Garst c.s. zijnde het Lissische reeds vermelde, en dat van Andries van den Berg uit Leijden, welke zich slechts voor een paar dagen bij ons heeft aangemeld; het eerste zes en het andere zeven hoofden sterk; wier goedkeuring wij verlangen te gemoetzien.
De permanente commissie gaat akkoord, blijkt uit designatie (=
toewijzing) nummer 84 op deze bladzijde met
designaties. Volgens die notitie komen de gezinnen in het
tweede etablissement, maar dat gaat niet door. Andries van den
Berg en zijn gezin worden per 22 april 1825 gevestigd in
het derde etablissement woning nummer 86.
Arbeidershuisgezin
We vinden ze in het register van het derde gesticht met invnr 1572, klik hier en vul rechtsonder het paginanummer 112 in. Vanaf deze plek neem ik de gezinsgegevens op:
● Andries van den Berg is volgens de in dit opzicht niet
altijd betrouwbare kolonieadministratie geboren in 1791. Zijn
echtgenote is
● Johanna Cornelia Middelhof, geboren in 1765, wat niet
erg waarschijnlijk is gezien de geboortejaren van haar kinderen.
Juister is de doopdatum 22 december 1784 (als Midderhof)
volgens Erfgoed Leiden en omstreken.
● Maria van den Berg, geboren 1817, later gepreciseerd
tot 16 juli 1817.
● Dirk van den Berg, geboren 1819, later gepreciseerd tot
12 februari 1819.
● Hermanus van den Berg, geboren 1821, later veranderd in
30 mei 1820.
● Johannes van den Berg, geboren in 1822.
● Andries van den Berg, geboren in 1824, later
gepreciseerd tot 4 november 1823.
Een maand na aankomst komt daar nog bij:
● Johanna Sophia van den Berg, geboren 28 mei 1825 (later
staat ergens 31 mei 1825).
Leiden heeft er ook nog twee ingedeelden bij gestopt, E.
Margerit en K(ornelis) Net, maar die gaan per 21
juli 1826 naar woning nummer 32. Zie voor meer over Kornelis Net op deze pagina.
Twee sterfgevallen en een
verbanning
Al voor die tijd is de man des huizes Andries van den Berg overleden, 28 augustus 1825. Een jaar later, 21 juli 1826, overlijdt ook het zoontje Johannes. Johanna Cornelia Middelhof, voortaan aangeduid als de weduwe Van den Berg, en de vijf resterende kinderen blijven in het arbeiderswoninkje wonen. Ze staan vervolgens op pagina 19 van het register van arbeidersgezinnen 1828-1834 met invnr 1573, klik hier.
Totdat Johanna Cornelia weduwe Van den Berg zwanger is. Blijkens
een verklaring van de arts Douwe Petrus van Steenwijk die dan
bezig is aan een van zijn langere alcoholloze periodes. Het is de
schuld van een veteraan-weduwnaar, blijkt tijdens de zitting van
de tuchtraad van 11 februari 1830, zie hier voor
het zittingsverslag.
Het bij ongehuwde zwangerschappen gebruikelijke vonnis van
verbanning naar de strafkolonie op de Ommerschans wordt door de
permanente commissie bekrachtigd. Op 22 maart 1830 reizen
ze van Veenhuizen naar de Ommerschans.
De kinderen verweesd
Ze zijn nu te volgen op folio 12 van het register van
strafkolonisten met invnr 1580. Daar staat vermeld '22 Maart 1830
overgen van Veenhuizen N.3 N. 86', maar dat wisten we al.
Ernstiger is de melding: '17 Mei 1830 is de Wed Middelhof
overleden'. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de eerder
genoemde zwangerschap. De uitgeschreven overlijdensakte staat op
www.bonmama.nl.
De kinderen blijven verweesd achter. De twee jongste overleven dat niet. Op 8 september 1830 overlijdt Andries van den Berg, zes jaar oud en op 11 september 1830 overlijdt Johanna Sophia van den Berg, vijf jaar oud.
Het wezengesticht
Misschien was de overplaatsing van de andere drie al gepland, misschien besluit de leiding nu meteen in tegrijpen, maar hoe dan ook worden Maria van den Berg, Dirk van den Berg en Hermanus van den Berg de volgende dag, 12 september 1830, overgeplaatst van de strafkolonie naar het wezengesticht Veenhuizen-1.
Ze worden beschouwd als geplaatst op particulier contract en komen als zodanig voor in het wezenregister met invnr 1410, waarvan een transcriptie staat op deze bladzijde. Daar ataat Maria met nummer 21, Dirk met nummer 34 en Hermanus met nummer 56.
En verder?
En dan? Geen idee. Zoals vermeld op deze bladzijde zit er een groot gat in de registratie van op contract geplaatste weeskinderen. Bij de Van den Bergs valt dat niet op te lossen omdat ze geen B-nummer hebben. De enige manier zou zijn om alle ontslagvoordrachten vanaf ongeveer 1837 door te bladeren. Dan is Maria twintig en dat is meestal de leeftijd dat weeskinderen met ontslag mogen.
Het enige dat ik weet is dat Hermanus van den Berg er in 1837 nog zit, want dan steelt een andere wees 70 cent van hem, zie de tuchtzitting van 27 mei 1837.
Verder tast ik in het duister.
Zie voor een overzicht van stukken over weeskinderen in Veenhuizen deze pagina.