De familie Beun komt in 1821 uit Leiden naar Wilhelminaoord en rond 1844 zijn ze rond de Oostvierdeparten niet meer over het hoofd te zien

De familie Beun behoort tot de grotere kolonie-dynastieën. In de kolonistendatabase staan 54 personen met de achternaam Beun. Die ga ik hier NIET allemaal behandelen, al is het maar omdat de variatie in voornamen erg te wensen overlaat. Ik beperk me hier tot de stamouders-in-koloniale-zin en hun kinderen.

Bovendien laat ik de talloze vermeldingen van de familie in de post van de permanente commissie van 1821 tot 1847 over aan familie-onderzoekers. Als de Beun-afstammelingen ooit een reunie organiseren moeten ze de Kuip afhuren dus ze kunnen de post onderling verdelen. Ga naar Drents Archief genealogie, kies 'Uitgebreid zoeken', klik op 'Correspondentie MvW' en vul in Beun.

Het begin
De eerste vermeldingen van de familie kan ik niet meer terugvinden. Zeker is dat ze door de stad Leiden worden voorgedragen voor 'plaatsing uit de contributie'. Een uitleg van dat begrip is te vinden op deze pagina.

Mijn aantekeningen vermelden dat de permanente commissie daarop schrijft dat het gezin eigenlijk te groot is en dat Leiden wat moet bijbetalen. Dat zou moeten staan in een brief dd 26 mei 1821 die zich moet bevinden in invnr 352 (maar die doos ligt nogal door elkaar). Daarop reageert Leiden op 24 juni 1821, invnr 57 scan 794 (zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn) met de vraag wanneer ze het gezin naar de kolonie kunnen sturen.

Ze krijgen antwoord op 9 juli 1821 (moet ook in invnr 352 zitten) en dan arriveert op donderdag 19 juli 1821 zo'n beetje half Leiden in de net opgerichte kolonie Wilhelminaoord. Twaalf weeskinderen en vijf echtparen met in totaal 28 kinderen. Ze zullen eerst met de trekschuit uit Leiden naar Amsterdam zijn gegaan en daar het beurtschip naar Steenwijk hebben genomen dat op dinsdagavonden om 19:00 uur uit Amsterdam vertrekt.

Hieronder een fragment uit de aankomststaat van de Leidenaren die zich bevindt in invnr 1343:



Hoeve 36/47/44
De '4' in de eerste kolom houdt in dat ze in Wilhelminaoord terechtkomen want dat heet dan nog kolonie 4 (per 01-06-1825 wordt het kolonie 2). In de laatste kolom is te zien dat hen hoeve 36 wordt toegewezen. In die hoeve, die per 1 juni 1825 wordt omgenummerd tot hoeve 47 en in 1853 tot hoeve 44, zullen ze a-l-t-i-j-d blijven wonen. Het tegenwoordige adres is Oostvierdeparten 23 te Noordwolde, kadastraal Noordwolde C 609, coördinaten 52.87730 en 6.16717.

Er staat nu een 'aangepaste koloniewoning', maar die is heel wat ruimer dan waar de Beuns woonden. Oorspronkelijk had hoeve 36/47/44 een woonkamer van 4½ bij 4½ meter en probeer je daar even dat gezin van elf personen in voor te stellen...
De familie staat vermeld op een lijst van oogstresultaten in Wilhelminaoord  over 1821, zie hier bij hoeve 36.

Er zijn stamboeken bewaard gebleven vanaf 1 juni 1825. Het gezin staat op scan 18 van invnr 1352, scan 12 van invnr 1353, scan 46 van invnr 1354, scan 45 van invnr 1355, scan 47 van invnr 1356 en scan 48 van invnr 1357.   


Gezinssamenstelling
Uit die stamboeken neem ik de gezinsgegevens over. Dat heb ik NIET gecheckt met de (betrouwbaardere) gegevens van genealogen, dit zijn ALLEEN de gegevens zoals ze in de kolonie-administratie staan:

Johannes Beun, geboren 20 maart 1777. Hij is getrouwd met
Maartje Delmeer, geboren 4 februari 1777. Zij komen in Wilhelminaoord met de volgende kinderen:

Jan Beun, geboren 1 augustus 1804,
Gerrit Beun, geboren 26 oktober 1805,
Abram Beun, geboren 3 augustus 1807,
Lena Beun, geboren 25 mei 1809,
Kasper Beun, geboren 5 november 1811,
Maria Beun, geboren 15 juni 1812,
Johanna Beun, geboren 28 december 1815,
Izaak Beun, geboren 18 januari 1817, en
Nicolaas Beun, geboren 3 februari 1819.

Die kinderen zullen bijna allemaal trouwen met een kolonistenzoon of -dochter en met hun gezinnen of op de kolonie of er vlakbij wonen. Alles concentreert zich rond de Oostvierdeparten.

Hieronder wat ik over ze heb in chronologische volgorde, wat dus nog aangevuld kan worden met wat er in de post staat.

Tot en met 1828, goed spinwerk
Op de zitting van de kleine raad van 15 juli 1826 vraagt en krijgt 'vrouw Beun' veertien dagen verlof om naar Den Haag te gaan. Misschien is dat een foutje van de notulist, maar ik heb geen flauw idee wat ze in Den Haag te zoeken heeft.

Op 1 maart 1827 gaat zoon Abram Beun zijn militaire dienstplicht vervullen. Hij komt 4 maart 1828, dus na een jaar, weer terug.

Op de zitting van de kleine raad van 18 augustus 1827 komt vader Beun, 'van kol 2', vragen om verlof 'om de familie in Leyden te bezoeken'. Hij krijgt toestemming.

Uit de bijlagen van de zittingen van de kleine raad van 9 en 16 februari 1828 blijkt dat het gezin goed kan spinnen (wat je ook mag verwachten van mensen uit de textielstad Leiden). Beide weken zijn ze op dit werkterrein met voorsprong het beste gezin van Wilhelminaoord.

Op de zitting van de kleine raad van 8 maart 1828 komt vader Beun vragen of  'zijne dochter Helena, oud 17 jaren, als dienstmaagd mogte dienen aan de oude markt bij eenen bakker'. Met 'de oude markt' zal waarschijnlijk de plaats Oldemarkt bedoeld zijn.
Zowel de kleine raad als de directeur der koloniën vinden het goed, dus de achttienjarige Lena of Helena gaat uit werken.

Op de zitting van de kleine raad van 14 juni 1828 vraagt en krijgt vrouw Beun veertien dagen verlof om naar 'Leyden' te gaan. Er gaat dus elke zomer een van beide echtelieden met verlof. Dat is ook ongeveer het maximum dat de kleine raad aan betrouwbare kolonisten toestaat.

1829-1830, veel militair gedoe
Op de zitting van de kleine raad van 4 April 1829 verschijnt vader Beun, 'verzoekende om zijnen zoon Kasper, met 1 mei aanstaande, voor 3 maanden te mogen laten dienen bij eenen boer, Jannes Krol, te Doldersum'. De kleine raad vindt het geen probleem omdat er genoeg werkkracht in het gezin overblijft en Kasper dus wel gemist kan worden.

Op 29 augustus 1829 gaat Abram Beun, die in 1827 al eens gediend heeft, opnieuw in militaire dienst, maar 1 oktober is hij weer terug.

Op de zitting van de kleine raad van 14 Augustus 1830 krijgt dochter Helena Beun toestemming om met verlof naar Leiden te gaan.

Ten derde male gaat Abram Beun, op 30 augustus 1830, in militaire dienst.

Het is helemaal een nogal militaristische periode, wat vooral komt omdat deze dagen de Belgische onafhankelijkheidsstrijd is uitgebroken. Zie hier de besluiten die de Maatschappij van Weldadigheid daaromtrent neemt. Zowel zoon Jan Beun als zoon Gerrit Beun geven gehoor aan de lokroep om die Belgen een pak slaag te gaan geven en zij treden 29 oktober 1830 vrijwillig in dienst en trekken ten strijde.

1831, de eerste uitvliegster
NB: Vanaf 1831 heb ik niet van alle zittingen van de kleine raad transcripties, dus vanaf hier zijn de verlofbewegingen van de familie niet meer volledig in kaart gebracht.

Dat geldt ook voor andere zaken die bij de kleine raad behandeld worden. Zo kan het toeval zijn dat Beun op de zitting van 16 april 1831 'één voer te min' mest heeft gemaakt. Het kan ook betekenen dat het vertrek van al die grote jongens het moeilijker maakt aan de verplichtingen te voldoen.

Op de zitting van de kleine raad van 15 oktober 1831 verschijnen twee vaders, 'Pieter Elsing en J. Beun, beide van Kolonie no 2; eerstgenoemde verzoekt ontslag voor zijnen zoon Gerhardus Johannes, oud 20 jaren en laatstgenoemde voor zijnen dochter Lena, oud 21 jaren'. Elsing of Elzing zijn de buren van de familie Beun, op Wilhelminaoord hoeve 48.
De kleine raad vraagt het aan de permanente commissie en die vindt het goed en op 30 november 1831 verlaten beiden de kolonie.

Gerhardus Johannes Elsing en Lena Beun trouwen op 28 december 1831 en hun 1e kind wordt geboren op 30 maart 1832, oftewel op het moment dat de vaders met brave gezichten staan te vragen om het ontslag voor hun kinderen, is Lena al zwanger van Gerardus Johannes.

Zo'n voortijdige zwangerschap zal een familietrekje van de Beuns blijken te zijn, maar dat wordt verderop wel duidelijk.

Het jonge echtpaar blijft een paar jaar buiten de kolonie, vermoedelijk wonen ze in het huttendorp ten zuiden van Noordwolde, dicht bij Lena's ouderlijk huis. Maar op 28 juni 1834 worden ze kolonist, eventjes op hoeve 57 van Wilhelminaoord, daarna op hoeve 93 en nog later hoeve 43.

1832
Op de zitting van de kleine raad van 14 januari 1832 heeft de familie Beun helemaal geen mest gemaakt. Toch problemen met de werkkracht?

Alsof er nog niet genoeg zonen onder de wapenen zijn, gaat Kasper Beun op 28 april 1832 in militaire dienst.

Dan een raadseltje. Voor de Raad van toezicht van Wilhelminaoord op 30 november 1832, bijlage 1 op deze pagina, verklaart de kolonistendochter Francina Catharina Puper nog dat zij van Pieter Bijsterveld zwanger is, maar een dag later voor de Raad van Policie en Tucht, hoger op diezelfde pagina, ontkent zij niet 'te voren ook met zekeren kolonistenzoon Beun onzedelijke omgang te hebben gehad'.
Wie? Welke kolonistenzoon Beun? Jan, Gerrit en Abram zijn al twee jaar in militaire dienst elders. Of zouden ze met verlof thuis geweest zijn? Anders is het Kasper? Izaak is pas vijftien, of toch...?
Hoe dan ook, het uit de zwangerschap voortkomende zoontje Rikardus Puper overlijdt na tien maanden, zie ook de pagina Puper.

1833-1834
Op de zitting van de kleine raad van 27 April 1833 wordt gemeld dat de gierton van de familie niet in orde is.

Dan loopt het huis weer vol. Jan Beun en Gerrit Beun hebben gemerkt dat het helemaal niet lukt om die Belgen een lesje te leren en ze keren 20 juli 1833 weer terug, en op 8 januari 1834 komt ook Abram Beun, na zijn 3e militaire dienstperiode, terug in Wilhelminaoord.

Van de Raad van Policie en Tucht van 8 april 1834 heb ik helaas geen transcriptie, maar uit de samenvatting blijkt dat Johannes Beun optreedt als getuige als er weer eens kolonisten ruzie hebben met de moeilijk hanteerbare spinbaas.

Op de zitting van de kleine raad van 14 juni 1834 krijgt zoon Abraham Beun veertien dagen verlof om Leiden te bezoeken. Maar nogmaals: dit kan vaker voorgekomen zijn, want ik heb niet van alles transcripties.

1835, twee uitvliegers
Zoon Gerrit Beun krijgt ontslag van de kolonie en trouwt op 28 mei 1835 met de kolonistendochter Jannetje van Nieuwenhoven, ook uit Leiden en het buurmeisje van Wilhelminaoord hoeve 49, Hun eerste kind wordt geboren 6 juni 1835.
Op dat moment wonen gerrit en Jannetje in Noordwolde, vermoedelijk in het huttendorp, maar 13 december 1836 mogen ze de kolonie op. Gerrit Beun wordt kolonist als opvolger van zijn schoonouders en zoals op de kolonie gebruikelijk neemt het jonge stel die ouders als ingedeelden in huis.

Ook zoon Jan Beun vertrekt met ontslag, officieel op 15 augustus 1835, maar het zal eerder zijn want hij trouwt 1 augustus 1835 met de kolonistendochter Matje Hogenberk/Hogenbrink. Zie over haar familie deze pagina. Hun eerste kind wordt geboren op 23 januari 1835. Dat is te Nijensleek dus vermoedelijk woont het stel in het huttendorp op het Nijenslekerveld.
Maar op 3 april 1839 worden ook zij kolonist en betrekken ze hoeve 90 van Wilhelminaoord. Bij die jonge gezinnen kun je als koloniedirectie nog lekker veel ingedeelden kwijt, dus op 14 augustus 1839 krijgen ze in huis de schoolmeester van de aan de Oostvierdeparten gevestigde koloniale bijschool Albert Albertsma, zie hier, wat later zal leiden tot twee huwelijken van de broer van Albert.
Meer over het gezin van Johannes Beun en Matje Hogenberk/Hogenbrink is te vinden op deze pagina.


1836, de eerste desertie
Zoon Abra(ha)m Beun verlaat de kolonie zonder toestemming te vragen, oftewel hij deserteert 27 februari 1836. Hij trouwt op 10 januari 1837 met de kolonistendochter Elizabetha Francisca Charlotta Dammers. Zie over de familie Dammers deze pagina. Het echtpaar Beun-Dammers zal altijd in de buurt blijven wonen, vermoedelijk in de hutten onder Noordwolde.

Tot nu toe waren de Beuns een van de weinige gezinnen in de vrije koloniën die GEEN ingedeelden in huis kregen. Het was er al vol genoeg natuurlijk. Maar nu er een paar kinderen vertrokken zijn, moeten ook zij er aan geloven en op 15 mei 1836 wordt de net aangekomen Pieter Bouwer of Brouwer, geboren 4 maart 1823, uit Den Haag bij hen in huis gestopt. Zie over hem scan 211 van invnr 1389.

Op de zittingen van de kleine raad van 24  en 31 december 1836 wordt de familie Beun gestraft met de inhouding van 3 pond brood omdat een kind van school is weggebleven. Er staat niet bij om welk kind het gaat, mogelijk - zie verderop - Maria Beun. Het is de eerste keer dat ik schoolverzuim bij de Beuns tegenkom.

1837-1838, de kwestie Izaak
Blijkbaar behoort de al 23-jarige Maria Beun tot 'de achterlijke scholieren, boven de 13 jaren oud' die toch naar de dagschool moeten (normaliter ga je daar op je 12de vanaf), maar bij het schoolonderzoek van 5 april 1837, zie hier, wordt vastgesteld dat ze zover gevorderd is dat ze alleen nog naar de avondschool hoeft.

De bij het gezin ingedeelde Pieter Bouwer of Brouwer wordt 7 oktober 1837 overgeplaatst naar een andere hoeve.

Op 18 of 25 mei 1838 deserteert Izaak Beun van de kolonie, en het is wel duidelijk waarom!! Want op de zitting van de 'Raad van Toezicht gehouden in kolonie no 2 op Dingsdag den 5 Mei', bijlage 6 op deze pagina, had Francina Catharina Puper moeten verschijnen omdat zij weer zwanger is. En het is wel duidelijk van wie, zie de behandeling bij de Raad van Policie en Tucht van 21 juli 1838, hoger op dezelfde pagina.

Francina wordt veroordeeld tot de strafkolonie op de Ommerschans en dat vindt Izaak toch te erg, zodat hij op 3 september 1838 terugkeert (vermoedelijk heeft hij tijdelijk bij zijn broer in het huttendorp gezeten). Op de zitting van  van 8 september 1838 van de raad van toezicht (bijlage 2, 's morgens) en de tuchtraad ('s middags) spreekt hij de mooie woorden die ook zijn geciteerd in De strafkolonie.

Izaak en Francina hebben geen zin in de strafkolonie en op 15 oktober 1838 deserteren ze vóór ze daarnaartoe gebracht kunnen worden. Ze vestigen zich in de hutten onder Noordwolde en zullen daar altijd blijven wonen.

1839-1841
Op 9 mei 1839 keert zoon Kasper Beun, na zeven jaar, terug uit militaire dienst.

Dochter Johanna Beun verlaat de kolonie om 'te gaan dienen' op 13 augustus 1840, maar ze keert op 30 oktober 1840 weer terug.

Zoon Kasper Beun verlaat de kolonie met ontslag om op 22 december 1840 te trouwen met een vrouw die GEEN kolonistendochter is. Maar als die echtgenote overleden is trouwt hij in 1850 met de kolonistendochter Maria Cornelia Latour. Hun kinderen worden allemaal in de buurt geboren dus ook dit gezin gaat niet ver weg.

En dan volgt er een unicum in de geschiedenis van de koloniën:

1842, twee zwangere zusjes
Voor de Raad van toezicht van Wilhelminaoord van 5 januari 1842, bijlage 2 op deze pagina, moeten zowel Maria Beun als Johanna Beun verschijnen op de beschuldiging zwanger te zijn van kolonistenzonen uit naburige hoeves.

Maria en haar vriendje Arie Hoogendijk ontkennen glashard en houden dat vol bij de Raad van Policie en Tucht van 12 februari 1842 (hoger op dezelfde pagina). De directie vertrouwt het voor geen cent, maar heeft geen harde bewijzen en besluit het nog een tijdje aan te zien. Zie over de familie Hoogendijk deze pagina.

Johanna komt noch bij de Raad van toezicht nog bij de tuchtraad opdagen en laat het over aan haar vriendje Hendrik Toepoel en die bekent het 'misdrijf' gewoon. Dat betekent dat Johanna en haar vriendje naar de strafkolonie op de Ommerschans gestuurd zullen worden en daar gaan ze niet op wachten: op 17 maart 1842 deserteren ze allebei van de kolonie. Op 26 maart 1842 wordt hun eerste kind geboren, ze trouwen 15 december van dat jaar en ze blijven altijd in Noordwolde wonen.

Maria ziet de bui ook hangen. Zij en haar vriendje deserteren, ze trouwen op 2 maart 1842, hun eerste kind wordt geboren 26 mei 1842 en ze voegen zich bij alle andere familie in Noordwolde.

1843-1844, het Beun-conglomeraat
Van de 9 kinderen is er dan nog maar eentje in huis dus de directie van de koloniën begint er enthousiast ingedeelden bij te duwen. Zie voor namen en verblijfsdata scan 47 van invnr 1356.

Maar Nicolaas Beun blijft niet lang alleen, al pakt hij het wat anders aan dan zijn familieleden. Hij trouwt op 3 december 1843 met Dirkje Kreemer die GEEN kolonistendochter is en hun eerste kind wordt 9 maanden later geboren. Nicolaas wordt aangesteld als opvolger-kolonist op hoeve 47 en zijn inmiddels 66-jarige vader en moeder komen als ingedeelden bij hen in huis.

Bij de zitting van de Raad van Policie en Tucht van 17 oktober 1844, zie hier bij punt 4, wordt gemeld dat van het gezin van J. Beun 'genoegzaam bekend is dat dit huisgezin zeer proper en niet ongeschikt voor de weezen is'. Bedoeld zal zijn het huishouden van Jan Beun en Matje Hogenberk, want gelukkig wordt hier een voorletter genoemd.

Maar voor de rest zal het voor de familie-onderzoekers regelmatig puzzelen zijn als in de stukken de naam Beun opduikt. WELKE Beun?? Gerrit Beun is kolonist op hoeve 49, Nicolaas Beun is kolonist op hoeve 47 (waar ook de ouders wonen), Lena Beun is koloniste op hoeve 43 en Jan Beun is kolonist op hoeve 90. Vlak daarbij in de hutten onder Noordwolde wonen Abra(ha)m Beun, Kasper Beun, Maria Beun, Johanna Beun en Izaak Beun met hun gezinnen.

En de rest
Verder maak ik mij er met een Johannes van Leyden vanaf, want het wordt mij te veel. Ik meld hier alleen nog dat stammoeder Maartje Delmeer in 1858 op 81-jarige leeftijd overlijdt en stamvader Johannes Beun in 1865 op 88-jarige leeftijd.

En ik maak nog melding van twee incidenten:

Het verschrikkelijke lot van het weesmeisje Elizabeth Nacht wordt beschreven in De kinderkolonie pagina 342-347. Betrokken daarbij zijn de echtgenoot van Lena Beun, die dan als zaalopziener in Veenhuizen werkt, en Nicolaas Beun die dan weduwnaar is. Al die stukken, waarin de oude Johannes Beun en Maartje Delmeer ook terloops nog langskomen, staan op deze pagina.

Bij de aller-allerlaatste zitting van de koloniale tuchtrechtspraak op 19 juni 1885 is er ook een rol weggelegd voor een telg uit het geslacht Beun.

En allebei die zaken hebben, inderdaad inderdaad, weer met zwangerschap te maken.