21 april 1825: Voorts heb ik de eer ten gevolge het door
ZHEdGest. den Heer 2e Ads. gedaan en door de Perm. Komm.
hoofdzakelijk goedgekeurd voorstel omtrent de huishouding der
etablissementen en bepaaldelijk omtrent den winkel en winkelier in
ieder derzelve, als winkelier in het 1e etablissement te
Veenhuizen voortestellen, den kolonist Klaassen, uit kol. N4,
zijnde deeze man ons als eerlijk en braaf en uit hoofde zijner
vroegere betrekkingen daar toe niet ongeschikt voorgekomen,
behalve het voordeel dat door deze plaatsing voor de Maatschappij
zoude worden verkregen.
2 december 1825: Toen ik in 't begin der voorige maand te
Veenhuizen was, meende ik reeds reden te hebben van aan de regtige
administratie, of liever de voldoende afbetaling der genotene
winkelwaren door den winkelier te twijffelen, bij mijn komst op
den 28e dezer in het 2e etablissement mij in dit vermoeden nog
versterkt vindende, gelaste ik een speciaal onderzoek dezer zaak,
namentlijk of de waarde der bij hem voorhanden zijnde goederen
voldoende was om het debet zijnder reekening te kunnen dekken; het
gevolg van dit onderzoek schijnd maar al te zeer de gegrondheid
mijner vrees aantetoonen, zoo dat volgens bekomen rapport, het te
kort niet minder dan ƒ300- zoude bedragen; verontwaardigd over
zoodanige slegte handelwijze, het zij dezelve aan kwade trouw,
negligentie of onkunde is toe te schrijven, heb ik gemeend den
winkelier Klaassen dadelijk van zijnen post te moeten ontzetten,
en zijnen winkel als in beslag te neemen;
Eindelijk heb ik de Heer Drijber opgedragen de zaak van Klaassens
in persoon te onderzoeken en mij nader van een en ander te
rappoorteren; daar ik ten slotte de vrijheid neem de Permanente
Kommissie te verzoeken mij haar intentie omtrent de verdere
behandeling der zaak, zoo ten aanzien van Klaassens als kolonist,
als de waarneming van den post van winkelier, wel te willen
mededeelen.
23 december 1825: Direkteur der koloniën. Rapporteert ...
Zoo mede omtrent het aspect van den winkelier Klaassens.
Norg, overlijdensakte, 5 april 1826, aktenr. 60
Overledene: Johannes Petrus Claassens, geboren te Masyk (Limburg)
op 28-02-1767; beroep: zonder; overleden te Veenhuizen (Norg) op
04-04-1826, zoon van Michel Claassens en Maria van Florop.
Gehuwd geweest met Anna Maria Elizabeth Hilgers, in leven.
22 maart 1826 invnr 77 scan 790, brief van Anna Maria Christina
Claassens wil trouwen met Van Dompselaar. Zie over dit stel deze
pagina.
Brieven van zoon M. Claassens uit Rotterdam:
- 24 maart 1826 invnr 77 scan 803
- 10 april 1826 invnr 78 scan 140
19 april 1826
brief van M. Claassens aan de permanente commissie, invnr 78
scan 201
Wel Edelen Heeren!
Uit mijn vorige schrijven zult UEd gezien hebben dat mijn vader
P.J. Claassens op den 4 april jl te Veenhuizen overleden is.
Zo was mijn verzoek zeer vriendelijk van UEd om het ontslag voor
mijn ongelukkige Moeder zuster en broer te mogen krijgen.
ten einde mijn moeder daar ook niet in het graf te zien dalen, zo
het nog lang duren zal dat het gevolg worden. Daarvoor bidde UEd
om het ontslag voor de ongelukkige te mogen ontvangen.
Ik weet mijn geen reden te bezeffen waarom UEd dit ontslag zoo
lang ophoud, dus verzoek ik UEd zeer vriendelijk om mijn met een
klein lettertje te informeeren wat tog de de reden zijn dat het
zoo lang duurt eer dat het ontslag voor mijn ongelukkige Moeder
koomt, dus verzoek ik U zeer vriendelijk antwoord
UEd zult zeer ligt kunnen bezeffen hoe hart het voor een kind
valt, om zijn ongelukkige Moeder, op een vreemd Eiland, geheel
zonder bestaan, zoo te zien gebrek leiden, alzoo bid ik U er zoo
veel spoed mede te maken als in U vermogen ten einde mijn Moeder
tog daar verlost mogt worden.
Blijve met alle achting,
UEdW Dienaar,
M.Claassens
Op de envelop: Mijn adres is: Aan M. Claassens, kantoorbediende
bij den heer Jan van der Loop(?), Rotterdam.
Samenvatting: Ontv 20 april, herhaalt zijn verzoek om
ontslag voor het gezin zijner overleden vader P.J. Claassens →
Beantw 22 april N70, not 29 id art 33.
NB: zie hieronder: moeder overlijdt begin mei!
Norg, huwelijksakte, 8 december 1827, aktenr. 11
Bruidegom: Paulus Claudius Gillet van Dompseler, geboren
te Zutphen op 23-03-1796; oud: 31 jaren; beroep: brigadier, zoon
van Wijnand Egbert van Dompseler en Gerarda Lucretia Willink.
Bruid: Anna Maria Christina Claassens, gedoopt te Rotterdam op
27-08-1798; oud: 29 jaren; beroep: zonder, dochter van Petrus
Johannes Claassens en Anna Maria Elizabeth Hilgers.
NB. vader bruidegom overleden (Amsterdam 06-09-1810); moeder
bruidegom overleden (Amsterdam 30-10-1818); grootouders vermeld;
vader bruid overleden (Veenhuizen (Norg) 04-04-1826); moeder bruid
overleden (Veenhuizen (Norg) 08-05-1826)