De permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid
accepteert de voordracht op 22 januari 1823, zie designatie 3 in
het designatieregister
1823. Op 18 april 1823 arriveert het gezin en ze worden
gehuisvest in hoeve 35 van kolonie 4, welke aanduiding dan nog
staat voor Wilhelminaoord.
Stamboeken
Uit die periode zijn geen stamboeken van Wilhelminaoord bewaard
gebleven. Die zijn er pas van na het besluit om half
1825 de koloniën opnieuw in te delen. Vanaf dat moment staan ze in
de stamboeken van Wilhelminaoord met de invnrs 1352 en verder. Zie
bovenaan de pagina hoe de scans van die stamboeken te bereiken
zijn.
Ze wonen dan in hoeve 24 van Wilhelminaoord, zie de locatie op dit
kaartje.
Uit de stamboeken neem ik de gezinsgegevens over, met de
kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen
zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron
waarop blindgevaren mag worden.
Gezinssamenstelling
● Anthony van Dalen is volgens die kolonieadministratie
geboren 4 februari 1782. Hij is net als de rest van het
gezin hervormd. Hij is getrouwd met:
● Janna Puijenbroek, geboren 1 mei 1787. Ze
komen aan met de volgende kinderen:
● Isaac van Dalen, geboren 14 april 1815,
● Dina van Dalen, geboren 7 april 1818, en
● Adriaan van Dalen, geboren 15 oktober 1822.
Op de kolonie komen daar bij:
● Elisabeth van Dalen, geboren 16 augustus 1825,
● Antoinetta van Dalen, geboren 24 februari 1828,
en
● Catharina Wilhelmina van Dalen, geboren 15 augustus
1831.
Zoekt telkens onenigheid...
Op de zitting van de
kleine raad van 21 april 1827 komt Anthony van Dalen
klagen over zijn buurman van Diest die hem 'voor eenen moordenaar
had uitgekreten', De raad neemt het echter absoluut niet serieus.
Ze noemen van Dalen iemand die 'telkens oneenigheid zoekt' en hij
gaat maar naar de rechtbank als hij wil, want daar schijnt hij
ervaring mee te hebben.
Duidt dit al op irritatie, een maand later wordt het nog erger.
Op de zitting van de
kleine raad van 26 mei 1827 heeft Anthony van Dalen de
pech dat er al een heleboel kolonisten met verlof zijn als hij
komt vragen vier weken naar Sluis te mogen. Die vier weken zijn
helemaal niet zo gek, want je bent al bijna een week bezig om in
Zeeuws-Vlaanderen te komen.
Boos, boos, boos
Het wordt echter afgewezen en dan wordt Anthony toch een potje
boos...
De diep verontwaardigde leden van de kleine raad wijden er een proces verbaal aan.
'Op eene wijze, alleen eenen brutalen van Dalen eigen' heeft hij
de raad uitgescholden, Ze willen het niet letterlijk herhalen,
maar het komt neer op: “Als ik geen verlof kan krijgen, dan ga ik
toch; hier is regt voor schelmen en gaauwdieven, maar voor geen
eerlijk man. God verdommij, roep mij voor de permanente commissie,
enz. enz. enz.”
Het ergste vindt de kleine raad het dat andere kolonisten
meegenieten van de tirade. Daardoor verliezen zij hun gezag en ze
vragen om maatregelen tegen Anthony van Dalen.
Strafkolonie
Maar hij heeft inmiddels gedaan wat hij gezegd heeft en is
diezelfde 26 mei 1827 al - dan maar zonder toestemming -
vertrokken naar Zeeuws-Vlaanderen. In de terminologie van de
kolonie heet dat 'deserteren'.
Hij wordt echter - zie de brief van de directeur van 24 juni
1827, invnr 85 scan 226 - 'bij Harderwijk aangehouden en
vandaar door politiedienaren gebonden terug gebragt'.
Vervolgens wordt hij overgebracht naar de strafkolonie op de
Ommerschans, waar hij blijkens dit overzicht op
13 juni 1827 aankomt. Hij is bij mijn weten de enige die
ooit ZONDER zijn gezin naar de strafkolonie is overgebracht.
Aardappelen, brood en klompen
Hij mag op 15 december 1827 weer terug naar hoeve 24 in
Wilhelminaoord en van daarna worden geen woede-uitbarstingen meer
gemeld. Wel klachten...
Op de zitting van de
kleine raad van 13 december 1828 komt Anthony van Dalen
klagen dat ze te weinig aardappelen en brood krijgen. De directie
doet er niets aan omdat hij net zoveel krijgt als in de
reglementen is vastgelegd.
Op de zitting van de
kleine raad van 2 januari 1830 komt hij melden 'dat zijne
kinderen niet ter schole konden gaan, omdat zij geen klompen
hebben'. Dit slimme gebruik maken van de gevoeligheid voor het
'gezet ter schole gaan' bij de Maatschappij, wordt verhaald op
pagina 98 van De strafkolonie.
Verhuizing
Op de zitting van de
kleine raad van 15 januari 1831 komt Anthony bij puntje 4
melden 'dat hij een kantschop bij den smit gebragt had, welke
dezelve liet liggen en hij smachte ernaar'. Maar bij het tweede
punt van diezelfde zitting is zijn buurvrouw bij de raad geweest.
Zij stelt voor, en daarover zal met de familie Van Dalen overlegd
zijn, om van hoeve te ruilen. Dat voorstel wordt eerst uitgesteld,
maar op 17 juni 1832 vindt de ruil alsnog plaats, zie het
stamboek met invnr 1354. De van Dalens gaan nu naar de vlakbij
gelegen hoeve nummer 23, zie de locatie.
Ze staan in de volgende stamboeken steeds als bewoners van die
hoeve.
Aardappelen gesmeten
Dan is het tijd voor de eerste om uit huis te gaan. Oudste zoon Isaac
van Dalen gaat op 29 april 1836 in militaire dienst, is op
21 mei 1836 wel weer terug, maar gaat dan op 7 december 1836
voor langere tijd in dienst.
Bij de raad van toezicht van Wilhelminaoord van 11 oktober
1839, bijlage 3 op deze pagina,
wordt onderzoek gedaan naar enkele jongeren die een kolonist en
zijn vrouw 'op onbetamelijke wijze gescholden' en 'op eene
geweldige manier met aardappelen gesmeten' hebben. In eerste
instantie wordt zoon Adriaan van Dalen als een van de
daders genoemd, maar uiteindelijk blijkt hij geheel onschuldig.
Overlijden Anthony van Dalen
Dan overlijdt de man des huizes Anthony van Dalen op 19
september 1840. Het gezin blijft gewoon op hoeve 23 wonen
(met dien verstande dat de hoeve in 1853 omgenummerd wordt tot
hoeve 20, zie invnr 1357).
Bij de raad van toezicht van Wilhelminaoord van 9 februari
1842, bijlage 3 op deze pagina,
treedt dochter Adriana van Dalen op getuige bij een mishandeling
'met slagens' door een kolonistenzoon van een vrouwelijke
leeftijdsgenote.
Mutaties
Op 5 januari 1843, dus na 6 jaar dienst, keert Isaac
van Dalen terug uit militaire dienst. Hij gaat zich met
andere dingen bezig houden, maar dat komt straks.
Dan is het de beurt aan zoon Adriaan van Dalen. Hij gaat
op 1 juni 1844 in militaire dienst, keert 17 oktober 1844 terug,
gaat weer op 25 december 1844 en keert definitief terug op 3 april
1845.
In de tussentijd is dochter Dina van Dalen op 24 augustus
1844 met ontslag uit het gezin en de koloniën vertrokken. Ze
trouwt die dag met de kolonistenzoon Jacob Bakema. Zie over de
familie Bakema de pagina Appingedam.
Tucht
Van de tuchtraad van 6 maart 1845 heb ik helaas geen
transcriptie, maar volgens de samenvatting moet
terecht staan 'Sjaak van Dalen wegens onzedelijke omgang' met de
kolonistendochter Geertje de Vries. Dat zal dan zijn Isaac, want
nadat zowel hij als Geertje zijn veroordeeld tot een verbanning
naar de strafkolonies, besluiten ze daar niet op te wachten en
nemen ze op 8 april 1845 allebei tegelijk de benen. Zo
goed als zeker samen maar of ze daarna bij elkaar blijven weet ik
niet.
Zoon Adriaan van Dalen wordt veroordeeld tot een
verbanning naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij
blijkens dit overzicht
op 24 augustus 1851 aankomt. Waarom dat is weet ik niet
want van 1851 heb ik geen enkele tuchtzitting teruggevonden. Op 13
oktober 1852 mag hij weer terug naar Wilhelminaoord.
Laatste vertrekkers
Op 2 mei 1851 gaat dochter Elisabeth van Dalen
met drie maanden verlof om te proberen in de gewone maatschappij
een baan te zoeken. Zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Blijkbaar lukt het want
ze keert niet meer terug.
Op 24 april 1857 gaat dan dochter Antoinetta van
Dalen met ontslag weg. Nu zijn vier van de zes kinderen van
de kolonie verdwenen en zijn er nog twee over.
Em die gaan NIET weg.
Kolonist-1
Dochter Catharina Wilhelmina van Dalen treedt in 1859 in
het huwelijk met
● Pieter Christiaan Spitsmacher, geboren 3
september 1830. Hij is op 19 mei 1853 in de kolonie
geplaatst door de 'Direkteuren van het Burgerweeshuis te
Middelburg' op basis van contract D9. Zie een uitleg van D-contracten.
Hij is bij verschillende gezinnen ingedeeld geweest (maar niet bij
de Van Dalens) en na zijn huwelijk mogen hij en Catharina
Wilhelmina een koloniale hoeve betrekken als kolonist en
koloniste. Ze krijgen twee kinderen:
● Elizabeth Louisa Spitsmacher, geboren 16
oktober 1859, en
● Anthonie Johan Spitsmacher, geboren 25 mei 1862.
Na de dood van haar man hertrouwt ze met de kolonistenzoon Jacob
Vermeeren, zie over die familie deze
pagina.
Kolonist-2
Adriaan van Dalen trouwt in 1860 met de kolonistendochter Helena Lagcher en wordt kolonist. Na de dood van zijn echtgenote hertrouwt hij met de kolonistendochter Maartje Beun, met wie hij op de kolonie de volgende kinderen krijgt:
● Marretje van Dalen, geboren 5 juli 1864,
● Adriaan Antonie van Dalen, geboren 8 januari
1866,
● Janna van Dalen, geboren 31 augustus 1868,
● Anton Adriaan van Dalen, geboren 29 januari
1871,
● Johannes Anton van Dalen, geboren 29 januari
1871,
● Maartje van Dalen, geboren op 7 juni 1874,
● Johannes Cornelis van Dalen, geboren 11 juli
1876, en
● Diena van Dalen, geboren 18 februari 1880.
Overlijden moeder
Met kinderen die op de kolonie blijven kan Janna Puijenbroek
weduwe Van Dalen ook op de kolonie blijven. Ze wordt eerst
ingedeeld bij zoon Adriaan en dan vanaf 1 februari 1864 bij
dochter Catharina Wilhelmina, waar zij op 8 maart 1864
na 41 jaar op de kolonie overlijdt.