Paulus Heerema, ingedeeld door de Lutherse Diakonie van 1833 tot 1839

Paulus Heerema is volgens de kolonieadministratie geboren op 29 juli 1816. Hij is dus al zeventien jaar als hij op 4 augustus 1833 in Frederiksoord aankomt. Hij is geplaatst door de regenten van het 'Lutersche Diakonie Weeshuis te Amsterdam', op basis van het contract E91. Zie hier een uitleg over E-contracten en hier een onvolledige transcriptie van de lijst ervan.

Zoals alle op contract geplaatste koloniebewoners krijgt hij een B-nummer, en op nummer 983B is hij te vinden in het register van op contract geplaatsten met invnr 1389 (zie bovenaan de pagina hoe de scans van dat boek te bereiken) op scannummer 309.

Zijn koloniale leven en de gezinnen waarbij hij wordt ingedeeld, zijn te volgen in de stamboeken van Frederiksoord met de invnrs 1348 en 1349 op de hoevenummers:

● hoeve 2, vanaf zijn aankomst op 4 augustus 1833 woont hij bij het bejaarde huisverzorgers-echtpaar IJde Jans IJdema (geboren 25 januari 1778) en Baukje Jans de Boer (geboren in 1772), tot hij op 8 november 1834 wordt overgeplaatst naar:

● hoeve 49. Daar woont hij bij de Amsterdamse kolonist Anthonie Hugo Ladru en gezin (zie deze pagina). In 1835 wordt hij negentien en in het jaar dat je negentien wordt, moet je meeloten voor de Nationale Militie, de dienstplicht. Daarbij gaat wat fout.

Op 23 juli 1835, in een brief met nummer N1302, schrijft de directeur der koloniën aan de permanente commissie, invnr 161 de scans 439-440:


Frederiksoord, den 23 Julij 1835

De bestedeling P. Heerema N983B ontving in het begin dezes jaars een oproepingsbillet, om te  Amsterdam aan de loting voor de Nationale Militie deel te nemen, welk billet ik terug zond, met te kennen gave, dat er voor de bestedelingen in de kolonien door de besteders getrokken wordt.

Naderhand werd hem eene oproeping gezonden, om te worden ingelijfd, en wel één dag tevoren, welke ik mede terugzond aan den Vader van het Lutersche Weeshuis, met opmerking, dat hij er niet aan voldoen kon, ook omdat hij nog niet gekeurd was, terwijl hij, uit hoofde zijner doofheid zeker zoude zijn afgekeurd geworden en dat gen: weesvader zich hierover bij het Stedelijk Bestuur moest vervoegen, om de zaak van Heerema in orde te zien gebragt.

Hierop is, bij mijn weten, niets meer gevolgd en de jongeling heeft dan ook, te Amsterdam met verlof zijnde, vernomen, dat zijn weesvader verongelukt is, hebbende Heerema verzuimd zich toen hierover bij de Stedelijke Regeering te vervoegen.

Ik heb gemeend UwEdG hier van te moeten berigt geven, gelijk ik de eer heb bij dezen te doen, om zoo mogelijk die zaak nog te doen herstellen.
De Directeur der Kolonien
J. van Konijnenburg.

De permanente commissie heeft op de brief genoteerd '8 Augustus 1835 N3 in advies' en 'nader 2 Januarij 1836 N15', wat inhoudt dat ze op hun vergadering van 2 januari 1836 maatregelen genomen zullen hebben. Dat heb ik niet bekeken, maar blijkbaar komt het in orde, want Paulus Heerema blijft gewoon op de kolonie.

● Na een klein jaar op hoeve 49 bij de familie Ladru gewoond te hebben, op 5 september 1835, wordt hij overgeplaatst naar:

● hoeve 102. Daar woont hij bij de weduwnaar Johannes Gerardus Haseloop of Hazeloop. Na een dik jaar, op 17 december 1836, gaat hij over naar:

● hoeve 80. Dit is zijn laatste adres. Hij woont bij Maria Hendrica Zorn, weduwe van Thomas van der Wulp. Hij zit hier twee jaar en is dus al twintig als hij op 15 november 1838 zonder toestemming de kolonie verlaat. Op 21 november 1838 is hij weer terug en hij verklaart zijn afwezigheid door te zeggen dat hij over geldzaken moest praten met zijn besteders (dus de regenten van het Lutherse weeshuis).

Hij moet wel verschijnen voor de raad van tucht van 10 december 1838, zie voor het verslag van die zitting, en met name bijlage 1, waar hij overigens 23 jaar als leeftijd krijgt, wat volgens mij niet klopt.

Er is daar al sprake van ontslag, maar blijkbaar kan Paulus daar niet op wachten. Als hij in april 1839 verlof krijgt om twee weken in Amsterdam te zijn, keert hij daarvan op 21 april 1839 niet terug en heeft hij de kolonie voorgoed verlaten. Een overzichtje op welke plekken hij gewoond heeft, staat op dit kaartje.