Op 30 maart 1822 stuurt Broek in Waterland het door haar
getekende contract naar de Maatschappij en vraagt ze wanneer ze
Neeltje Heijkamp naar de kolonie kunnen sturen, invnr 60 scan 665.
De permanente commissie bespreekt dit op 11 april 1822 bij
agendapunt N12.
De volgende dag stuurt ze een nu ook door haar ondertekend
exemplaar van het contract naar Broek in Waterland en schrijft ze
er een briefje bij. Dat heb ik niet gezien, maar daar staat
waarschijnlijk in dat Neeltje per ommegaande op de boot gezet mag
worden.
Aankomst
Ze komt aan op zondag 28 april 1822. Dat zal betekenen dat ze het
beurtschip heeft genomen dat op zaterdagavonden om 19:00 uur uit
Amsterdam vertrekt naar Steenwijk. En als ze zondag al in
Frederiksoord is, zullen ze op de Zuiderzee wind mee gehad hebben.
Hieronder haar aankomststaat, met de patroniem 'Manus' en een
geboortedatum die er een jaar naast zit, dat moet zijn 7 oktober
1806.
Zoals op die staat vermeld wordt ze ingedeeld bij de
huisverzorger Wiemes. Een huisverzorger is iemand met geen gezin
of een klein gezin die past op een huisje met zes wezen. Bij
huisverzorgers had de Maatschappij gedacht aan '‘bejaarde echte
lieden zonder kinderen' of 'brave huismoeders' of 'bejaarde jonge
dochters’. Altijd met een bewijs van goed gedrag van de notabelen.
Dirk Wiemes
Maar zulke mensen kan men niet genoeg vinden en daarom voert men,
en in die beginperiode is dat meestal Johannes van den Bosch zelf,
kunstgrepen uit. Dirk Wiemes is een jongeman van in de 20 die in
1818 zijn militaire dienst achter de rug had, rond ging zwerven,
november 1818 terecht was gekomen op de toen net opgerichte
proefkolonie en door Johannes van den Bosch was opgepikt en in
huis gestopt bij een Amsterdamse proefkolonist die 'zonder deeze
voorzorg buiten staat zou zijn geweest zijnen akker te bebouwen'.
Daarna had Dirk verkering gekregen met een Zeeuws meisje uit de
proefkolonie en op 7 mei 1820 was hij de bruidegom in het
allereerste huwelijk dat tussen koloniebewoners wordt gesloten. Na
dat huwelijk had Johannes van den Bosch ze tot huisverzorgers
gebombardeerd. Daar komt Neeltje Heykamp in huis en ze is niet de
enige.
Onderstaande plaatje komt uit een stamboek van Frederiksoord van ongeveer 1822 tot ongeveer 1824 dat in te slechte staat is om in de studiezaal te raadplegen, maar dat ik wel een keer op foto heb gezet. Te zien is dat er behalve Neeltje jongeren uit Koog aan de Zaan, Assen, Middelburg en Zaandam wonen:
Links valt te zien dat ze op hoeve 59 van Frederiksoord wonene.
Aan die hoeve is in later eeuwen flink wat geknutseld, maar het is
nog wel als kolonistenwoning herkenbaar. Het is tegenwoordig
Koningin Wilhelminalaan 60, kadastraal Vledder D 168, met de
coördinaten 52.854076 en 6.172079.
Overgeplaatst
Per 1 juni 1825 wordt alles in de vrije koloniën omgenummerd, en
hoeve 59 heet voortaan hoeve 57, en de familie Wiemes incluis
Neeltje Heijkamp staat op scan 21 van het stamboek Frederiksoord
1825-1828 met invnr 1346. Neeltje woont alles bij elkaar een dikke
vijf jaar in dit huishouden.
Maar op de zitting van de kleine raad van 28 juli 1827, meldt de raad...
dat het en voor sommige huisgezinnen en voor eenige weezen, belangrijk en zelfs noodzakelijk is geworden, dat de na te melden weezen verplaatst worden.
Daarna volgt een lijst met een dozijn wezen die van het ene huishouden naar het andere overgeplaatst moeten worden, waaronder:
Neeltje Heikamp, van Wiemes, hoef 57 kol 1, bij Kleinman, hoef 67 kol 1.
Het blijkt inmiddels al gebeurd. Ze is per 22 juli 1827
overgegaan en ze staat nu op scan 25 van het stamboek met invnr
1346 bij het gezin van kolonist Arend Oijens Kleinman uit
Steenwijk. Hoeve 67 van Frederiksoord is later afgebroken, maar
stond ook aan de Koningin Wilhelminalaan, kadastraal Vledder D
194, met de coördinaten 52.853311 en 6.175081.
Vertrek
Op 18 december 1827 schrijft de subcommissie van Broek in
Waterland dat zij tegen het voorjaar van 1828 Neeltje weer terug
willen hebben, invnr 88 scan 648. En op de zitting van de kleine
raad van 1 maart 1828 verschijnt:
Neeltje Heikamp, van kol 1, verzoekende 14 dagen met verlof te gaan naar Broek in Waterland, om eenen dienst te zoeken, daar zij eerstdaags haar ontslag kreeg.
Dit verzoek is het brave meisje, onder nadere goedkeuring, toegestaan.
In de kantlijn staat bijgeschreven dat de directeur der koloniën
het gevraagde verlof goedkeurt, dus kort erop zal het brave meisje
Neeltje de reis naar het westen ondernomen hebben. Ze zal daar
gebleven zijn, want als ontslagdatum uit de koloniën staat
genoteerd 21 maart 1828.
En blijkbaar is haar missie geslaagd, want op de 'Naamlijst van
bestedelingen van het vrouwelijk geslacht welke in 1828 met
ontslag uit de koloniën zijn vertrokken, met vermelding van de
plaatsen en betrekkingen waarheen en waarin zij zich begeven
hebben', invnr 95 scan 358, staat bij haar aangetekend dat zij
'dienstbaar te Broek in Waterland' is.
Een kleine rekensom leert ons dat Broek in Waterland 300 gulden
heeft gespendeerd aan haar verblijf. Dat is best een boel geld,
maar het is wel minder dan ze kwijt waren geweest als ze haar in
Broek onderdak, voeding en kleding hadden moeten verschaffen.
Neeltje speelt een rol in het artikel De slippertjes van
dominee Moreau door Michael H. Hartwigsen in het Jaarboek
2023 van Oud Monnickendam. Zij treedt februari 1832 in dienst bij
het gezin van de dominee. Hoewel volgens Neeltjes verklaringen de
dominee haar ook niet goed met rust kon laten, is het de 17-jarige
domineeszoon die er voor zorgt dat de dan 27-jarige Neeltje in
1833 bevalt van een zoon. Later trouwt ze een arbeider die het
kind wettigt.
Dus ze is niet altijd braaf gebleven...